Een handreiking voor het aanleren van de Bijbeltekst 1 Petrus 3:18 bij het thema 'rood' van het Woordeloos boek.
Doelen
- De kinderen raken vertrouwd met de taal van de Bijbel.
- De kinderen leren een Bijbelgedeelte uit hun hoofd, zodat deze mee kan gaan in hun leven.
- De kinderen leren iets over wat de Heere Jezus heeft gedaan.
- De kinderen denken na over hoe zijzelf tegenover God staan.
Bijbeltekst (1 Petrus 3:18)
HSV
Want ook Christus heeft eenmaal voor de zonde geleden, Hij, Die rechtvaardig was, voor onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen.
SV
Want Christus heeft ook eens voor de zonden geleden, Hij rechtvaardig voor de onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen.
Voorbereiding
Print de tekst groot uit (maximaal twee delen op een A4) en knip hem in delen. Bijvoorbeeld zo:
HSV
Want ook Christus / heeft eenmaal / voor de zonde / geleden,/ Hij, Die rechtvaardig was / voor onrechtvaardigen, / opdat Hij / ons / tot God zou brengen. / (1 Petrus 3:18)
SV
Want Christus / heeft ook eens / voor de zonde / geleden, / Hij rechtvaardig / voor de onrechtvaardigen / opdat Hij / ons / tot God zou brengen. / (1 Petrus 3:18)
Uitleg en aanleren
- Hang of leg de delen van de tekst in de goede volgorde, zodat de kinderen mee kunnen lezen. Zeg de tekst twee keer met z'n allen op.
Leg uit
Stel je voor: In jouw klas zit een jongen die erg vervelend tegen je doet. Gisteren lachte hij je nog uit. Je had net een nieuwe rugtas en je was er heel blij mee. Maar hij zei dat het een kinderachtige tas was en dat ging hij tegen iedereen vertellen. Zo gemeen! Vandaag durfde je je nieuwe tas niet meer mee te nemen naar school. Dat kwam door hem. Wijs op het deel 'voor onrechtvaardigen' en zeg: 'onrechtvaardig is alles wat mensen verkeerd doen. Iemand die gemeen doet, kun je een onrechtvaardige noemen. Maar ook iemand die iets afpakt. Of iemand die een ander slaat. Of alleen maar uitscheldt. Of roddelt. Of liegt. Dat zijn allemaal onrechtvaardigen. Je doet het niet goed. In de Bijbel staat dat iedereen die zich niet aan Gods regels houdt (wijs de hoofdregels aan) een onrechtvaardige is.
- Herhaal de tekst twee keer met z'n allen.
Leg uit
Maar vanmorgen kreeg die vervelende jongen straf van de juf. Sommige kinderen hadden het tegen de juf verteld, dat hij jou zo gemeen had uitgelachen. En uitlachen mag niet van de juf. Nu heeft de juf gezegd dat hij voor straf in de pauze binnen moet blijven en heel vaak moet opschrijven dat je niemand mag uitlachen. Hij baalt verschrikkelijk, natuurlijk. Wijs op de delen 'voor de zonde geleden' en zeg: 'Deze jongen lijdt onder de straf. Hij baalt. Iedereen die verkeerde dingen doet, krijgt daar uiteindelijk straf voor. Hij zal dus lijden. Wij doen allemaal zonde. Dat betekent dat we allemaal moeten lijden onder de straf. Behalve als er iemand is die het goedmaakt voor je.
- Herhaal de tekst twee keer.
Leg uit
Maar nu heb jij medelijden met die jongen en je zegt tegen de juf: 'Geef mij die straf maar, dan kan hij lekker buiten gaan spelen.' Zou jij dat willen, voor iemand die zo gemeen tegen jou deed? Ik denk het niet. Zoiets hoef je ook niet te doen. Jij hebt tenslotte niks gedaan. Maar God deed zoiets wel! In deze tekst zie je een naam voor de Heere Jezus die je misschien nog niet hebt gehoord: 'Christus'. Christus zei: 'Geef Mij de straf van die onrechtvaardigen maar! Ik lijd wel. Dan hoeven zij geen straf.' Dat hoefde Hij ook niet te doen. Hij had niks verkeerd gedaan. Dat noem je 'rechtvaardig' (wijs het woord 'rechtvaardig' aan). Maar Hij deed het wel, uit liefde. Vraag of de kinderen nog weten uit het verhaal hoe Christus heeft geleden voor de zonde. Kijk maar in de tekst: 'Want ook Christus (de Heere Jezus) heeft eenmaal voor de zonde geleden, Hij, Die rechtvaardig was, voor onrechtvaardigen.’ Vraag: 'Wie heeft voor de verkeerde dingen geleden?' en 'Wie moesten er eigenlijk onder de straf lijden?'
- Herhaal de tekst twee keer.
Leg uit
Er is nog een stukje van de tekst dat ik niet heb uitgelegd. Welk stukje? 'Opdat Hij ons tot God zou brengen.' Vraag: 'Wie kan ons bij God terugbrengen?' en 'Waarom moeten wij dan bij God teruggebracht worden? Zijn wij dan bij Hem weggegaan?' Leg de verbinding tussen 'onrechtvaardigen' en 'ons': Wij zijn bij God weggegaan doordat we allemaal verkeerde dingen doen. Wij zijn 'onrechtvaardigen'. Maar Christus wil ons terugbrengen bij God. Vraag: 'Wat heeft Hij dan gedaan?' Hij heeft de straf gedragen, door voor de zonde te lijden aan het kruis. Vraag of de kinderen nog uit het verhaal weten wat wij dus met onze zonden moeten doen: ze bij de Heere Jezus brengen. Als Hij ervoor geleden heeft, zijn onze zonden helemaal weg. Hij heeft 'eenmaal' geleden. We hoeven dan niet zelf ook nog de straf te krijgen.
- Herhaal de tekst een keer.
Geef een aantal kinderen een deel van de tekst met de instructie het stuk omhoog te houden/ op te springen met het stuk omhoog als het aan de beurt is en direct weer te gaan zitten, omdat dan het volgende stuk alweer komt. Om op tijd te gaan staan en zitten, moeten de kinderen goed opletten. Eventueel kunnen de kinderen af raken als ze te laat gaan staan of zitten, waarna je het stuk aan een ander kind geeft. Als je kinderen liever niet af laat gaan, kun je na een tijdje de stukken wisselen.
- Herhaal de tekst aan het eind een aantal keer zonder de stukken als hulpmiddel.
- Vraag een tweetal de tekst op te zeggen.
- Vraag een kind om het alleen te doen.