Een handreiking voor het aanleren van de Bijbeltekst Jesaja 53:5 en 6 bij het thema 'rood' van het Woordeloos boek.
Doelen
- De kinderen raken vertrouwd met de taal van de Bijbel.
- De kinderen leren een Bijbelgedeelte uit hun hoofd, zodat het mee kan gaan in hun leven.
- De kinderen leren iets over wat de Heere Jezus heeft gedaan.
- De kinderen denken na over hoe zijzelf tegenover God staan.
Bijbeltekst (Jesaja 53:5 en 6)
HSV
Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden verbrijzeld. De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is er voor ons genezing gekomen. (Wij dwaalden allen als schapen, wij keerden ons ieder naar zijn eigen weg. Maar de HEERE heeft de ongerechtigheid van ons allen op Hem doen neerkomen).
SV
Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf, die ons den vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden. (Wij dwaalden allen als schapen, wij keerden ons een iegelijk naar zijn weg; doch de HEERE heeft onzer aller ongerechtigheid op Hem doen aanlopen.)
Afhankelijk van wat de groep aankan, kun je ervoor kiezen om het deel tussen haken niet aan te leren. Het schaap kan dan vervangen worden door een print van een groep mensen.
Voorbereiding
- Knip een kruis en een schaap (of groep mensen) (bijlage 5) uit en hang die naast elkaar op een hoogte waar de kinderen bij kunnen.
- Maak stroken papier met de woorden: God vergeten, liegen, lelijk doen, roddelen en stelen en zorg voor een paar lege stroken waarop je zonden kunt schrijven die de kinderen noemen. De stroken moeten op het schaap en het kruis passen, dus let op de verhouding. Plak op de achterkant van de stroken wat plakgum.
- Print de tekst groot uit en hang hem op. Schrijf de woorden 'verwond', 'verbrijzeld', 'straf', 'striemen' op rood papier en knip ze uit in de vorm van een druppel bloed. Plak op de achterkant plakgum en plak deze druppels over dezelfde woorden op de opgehangen tekst.
- Schrijf op goudkleurig papier de woorden 'vrede' en 'genezing'. Plak op de achterkant plakgum en plak deze gouden woorden over dezelfde woorden op de opgehangen tekst.
Aanleren
- Herhaal de tekst twee keer.
Leg uit
In de tekst gaat het over 'Hij', dat is de Heere Jezus (Wijs op het kruis). Als het over de Heere Jezus gaat, denken wij altijd aan een kruis. Waarom denk je? Hij is aan het kruis gestorven voor de zonde. In de tekst gaat het ook over 'wij'. En wij worden ergens mee vergeleken. Wie ziet het? Met schapen die verdwalen (Wijs het schaap aan). De tekst gaat dus over ons en over de Heere Jezus.
- Herhaal de tekst twee keer.
Leg uit
Wat denk je dat bedoeld wordt met 'onze overtredingen' en 'onze ongerechtigheden'? Het is hetzelfde. Het zijn de dingen die wij verkeerd doen. Als je heel stoer wilt zijn en je gaat met je motor 160 rijden op de snelweg, dan krijg je een bekeuring. Als je dan zegt: 'Ja maar, meneer de politie, ik vind dat zo leuk, daar krijg ik toch geen bekeuring voor!' dan zegt de politie: 'Zeker wel. U heeft de wet overtreden. In de wet staat dat je hier 130 mag rijden. En u ging 160. Dat is een overtreding.' God heeft ook regels. Wijs de hoofdregels aan. Als je je daar niet aan houdt en je doet toch lelijk tegen iemand of je vergeet God en je vindt Hem niet belangrijk, dan zijn dat overtredingen tegen de regels van God.
- Herhaal de tekst twee keer.
Leg uit
Wie weet een voorbeeld van een overtreding tegen de regels van God? Plak de stroken met zonden die de kinderen noemen en die je zelf eventueel aanvult, op het schaap.
- Herhaal de tekst twee keer.
Leg uit
Wat is er met de Heere Jezus gebeurd aan het kruis? Hij kreeg veel pijn. Hij werd 'verwond'. Waarom werd Hij verwond? Om 'onze overtredingen'. Pak een zonde van het schaap en plak die op het kruis. Plak de druppel met 'verwond' er overheen. Laat kinderen zeggen welke woorden nog meer bij de pijn van de Heere Jezus passen. Laat een kind naar voren komen. Pak een (of meer) zonde van het schaap, plak die op het kruis en laat het kind er een druppel overheen plakken. Geef er woorden aan hoe wonderlijk dit is.
- Herhaal de tekst twee keer.
Leg uit
Als je je zonden bij de Heere Jezus brengt, zijn al die verkeerde dingen weg. Jij krijgt er dan geen straf voor. Wat krijg je als je niet bang hoeft te zijn voor straf? Hang de woorden 'vrede' en 'genezing' op het schaap. Vertel dat dit volmaakt zal zijn als de Heere Jezus terugkomt. Bij God zijn geen tranen, geen eenzaamheid en is er geen pijn. Er is alleen vrede, blijdschap en geluk. Geef woorden aan het wonder dat je dat kunt krijgen.
- Herhaal de tekst twee keer.
Leg uit
Waar is de ongerechtigheid nu? Wijs het tekstgedeelte 'Maar de HEERE heeft de ongerechtigheid van ons allen op Hem doen neerkomen' aan en wijs op het kruis. Bij de Heere Jezus. Moedig de kinderen aan om hun zonden bij de Heere Jezus te brengen door het te vragen en te belijden aan de Heere en of om te vragen of Hij ons wil veranderen door Zijn Heilige Geest. Zo kunnen zij vrede krijgen.
-
Vraag twee kinderen om de tekst samen op te zeggen.
-
Vraag een kind om de tekst alleen op te zeggen en vraag een ander kind om te helpen als het niet lukt.
Andere opties voor teksten
HSV
- Romeinen 10:9: Als u met uw mond de Heere Jezus belijdt en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u zalig worden.
- Johannes 3:16: Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.
- Johannes 6:47: (Jezus zegt:) Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, heeft eeuwig leven.
- Lukas 19:10: Want de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren is.
SV
- Romeinen 10:9: Indien gij met uw mond zult belijden den Heere Jezus, en met uw hart geloven, dat God Hem uit de doden opgewekt heeft, zo zult gij zalig worden.
- Johannes 3:16: Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.
- Johannes 6:47: (Jezus zegt:) Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Die in Mij gelooft, heeft het eeuwige leven.
- Lukas 19:10: Want de Zoon des mensen is gekomen, om te zoeken en zalig te maken, dat verloren was.