Deze bijbelleesles gaat over Ezechiël 34:1-19 en hoort bij les A2.24 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Ezechiël 34:1-19
Context
In hoofdstuk 33 lezen we dat Jeruzalem verwoest is. De toestand voor Juda lijkt hopeloos. Toch mag Ezechiël aan de ballingen in Babel deze boodschap van troost brengen.
Kerntekst
Ezechiël 34:11 Want zo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik, ja, Ik zal naar Mijn schapen vragen, en zal ze opzoeken.
Doelstelling
- De kinderen leren deze vrij onbekende profetie kennen en duiden.
- De kinderen beseffen dat het alleen door Gods goedheid en genade is dat Ezechiël zulke woorden van hoop uit mag spreken.
- Ze worden opgeroepen te geloven dat God ook voor hen de Goede Herder wil zijn, Die hen het beste geven wil.
Zingen
- Psalm 23; 29:1, 6; 79:4, 6, 7; 137:1; 146:5, 6, 7
- ZB - 27 / De Heere is mijn Herder / Jezus is de goede Herder
Geloofsleer
- HC zondag 12 - Waarom Hij ‘Christus’ genoemd wordt
- NGB art. 13 - Gods voorzienigheid en regering
Bijbelleesles
We willen dit gedeelte behandelen met een Bijbelleesles. Aan het eind zijn dan geen gespreksvragen opgenomen. Er is steeds een korte uitleg van de tekst, vragen die over de roeping van Jeremia gaan, en vervolgens vragen die over ons eigen leven gaan. Kopieer van tevoren dit Bijbelgedeelte, met de kanttekeningen, (bijvoorbeeld via www.statenvertaling.info) en eventueel de in de vragen en exegese genoemde teksten. Voor het leesgemak van de kinderen is het aan te bevelen de tekst uit te vergroten op een A-4.
Introductie
We kennen allemaal wel de namen en verhalen van bekende profeten uit het Oude Testament. Noem er eens een aantal. En wat weet je over de profeet Ezechiël? Kun je iets vertellen over de boodschap die hij gebracht heeft?
Beginzin
Ezechiël leefde in de tijd van de ballingschap. De Heere had het volk van Juda laten waarschuwen. Maar zowel de koning als het volk wilde niet naar hem luisteren. Toen, kwam de straf… De sterke stad Jeruzalem, met de mooie tempel van de Heere, werd verwoest en het volk is meegenomen naar Babel. Het lijkt erop
dat ze nooit meer terug zullen komen. Alsof het over is met de geschiedenissen in het beloofde land Israël.
Dat zou het volk wel verdiend hebben, maar toch… God is genadig en vol liefde. En daarom mag Ezechiël het volk in ballingschap een boodschap van troost en hoop brengen. Eén van die profetieën zullen we nu met elkaar gaan lezen en bestuderen.
Bijbelleesles
Vers 1 en 2a
- Hoe kun je in deze verzen zien dat de profeet Ezechiël niet zomaar een verhaal vertelt, maar de boodschap van God brengt?
- De Heere roept Ezechiël met een bijzondere titel. Hoe spreekt God Ezechiël aan en wat zou dit zeggen over de plaats van Ezechiël tegenover God?
Vers 2b-4
- De herders zijn de leiders van het volk. Hier gaat het vooral om koning Zedekia en zijn raadgevers. Wat betekent het ‘wee’ dat Ezechiël tegen deze leiders moet zeggen?
- De leiders worden herders genoemd. Maar hoe hebben ze het werk van een herder gedaan? Hoe moet het oordeel over hun werk dan zijn?
- De herders hebben zichzelf geweid, in plaats van de schapen. Hoe kan de koning wel goed voor zichzelf gezorgd hebben, maar niet voor het volk? En wat was nu de taak van een koning?
Vers 5-6
- Wat is er nu met het schapen gebeurd door de slechte zorg van de herder? Noem twee dingen.
- Hoe is dit vervuld in de dagen van Ezechiël? Waar was het volk toen hij deze woorden uitsprak?
Vers 7-10
- Aan wie was deze profetie ook alweer gericht? (zie vers 2)
- In vers 8 lees je wat de herders níet gedaan hebben, en in vers 10 staat de straf voor de herders. Wat valt op in vers 7 en 9?
- De Heere is boos omdat de herders niet gedaan hebben wat ze moesten doen. De Heere is zo boos omdat de schapen Zíjn schapen zijn. Wat zegt dit over de Heere en Zijn zorg voor Zijn volk?
- Omdat de herders niet naar de schapen hebben gevraagd, niet voor hen hebben gezorgd, zal de Heere de schapen terug nemen. De schapen zullen nu de herders niet meer ten spijze zijn. Wat betekent deze straf voor de herders?
Vers 11
- Wat vind je bijzonder en mooi in dit vers?
- Wat belooft de Heere hier te doen met Zijn volk Israël?
Vers 12-15
- Hier spreekt de goede Herder. Hoe zal Hij voor Zijn kudde zorgen? Noem eens wat dingen die een goede herder voor zijn schapen doet.
- Ken je een psalm die hier mooi bijpast? Misschien kun je deze psalm met elkaar lezen.
- Wat betekent het voor jou dat God de goede Herder is?
Vers 16
- Toen die slechte herders de kudde weidden, waren er dingen verkeerd gegaan in de kudde. Wat doet de goede Herder met de zwakke schapen? En wat met de vette, sterke schapen?
- Wie zouden er bedoeld worden met zwakke schapen? En wanneer ben je een vet, sterk schaap dat door de Heere gestraft wordt?
Vers 17-19
- In deze verzen spreekt Ezechiël in het bijzonder tot de oversten van het volk. Zij zijn geen herders, maar sterke rammen, die alleen aan zichzelf denken en het beste voor zichzelf houden. Hoe beschrijft Ezechiël dit in deze verzen?
- Wat zal de Heere met deze rammen doen?
- Wat leert dit ons over de manier van omgaan met mensen die zwakker zijn dan wij?
- Ezechiël mocht een boodschap van hoop brengen aan het volk. Wat is de troost uit deze boodschap voor het volk Israël?
- En wat betekent het voor jou en mij dat God als goede Herder wil zorgen voor Zijn schapen, maar hen die geen schapen zijn zal straffen?
- Lees tot slot vers 23 en Johannes 10:11. Wie is deze goede Herder, en wat heeft Hij voor Zijn schapen gedaan?
Slotzin
Weet ook jij dat je een schaap van deze goede Herder bent, dat je bij Zijn kudde hoort? Dan zorgt Hij voor je, nu in dit
leven, maar ook mag je dan straks voor altijd bij Hem zijn!