Deze bijbelleesles gaat over Richteren 4 en 5 en hoort bij les A1.55 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Richteren 4 en 5
Context
Vóór Debóra waren er de richters Othniël, Ehud en Samgar. Steeds weer komt in het boek Richteren het refrein terug: de richter sterft en het volk doet opnieuw wat kwaad is in de ogen van de HEERE. Hij stuurt dan steeds een vijand om het volk te onderdrukken.
Kerntekst
Richteren 5:31 Alzo moeten omkomen al Uw vijanden, o HEERE! Die Hem daarentegen liefhebben, moeten zijn als wanneer de zon opgaat in haar kracht. En het land was stil veertig jaren.
Doelstellingen
- De kinderen leren dat God Israël op een bijzondere manier verloste van hun vijanden.
- De kinderen beseffen dat Hij hiervoor geloof en vertrouwen vroeg van Debóra en Barak.
- De kinderen stellen hun vertrouwen op de macht van God om ook hen te helpen en te verlossen.
Zingen
- Psalm 65:5; 68:1; 80:3, 5; 136:1, 4
- ZB - Als g’in nood gezeten
- ZB - Dankt, dankt nu allen God
- ZB - Glorie aan God
- ZB - Ik bouw op U
Geloofsleer
- HC vraag 94, 95 - Het eerste gebod
- NGB art. 17 - De Verlosser door God beloofd
Bijbelleesles
We willen dit gedeelte behandelen met een Bijbelleesles, korte vragen die over de Bijbeltekst gaan. Steeds wordt gezocht naar een combinatie van vragen over de tekst én vragen die de toepassing naar het eigen leven maken. Aan het eind zijn dan geen gespreksvragen opgenomen. Kopieer van tevoren dit Bijbelgedeelte, de vragen en eventueel de in de exegese genoemde teksten. Voor het leesgemak van de kinderen is het aan te bevelen de tekst uit te vergroten op een A4.
Richteren 4
Vers 1-3
- Wie was Ehud?
- Wat doet het volk Israël als Ehud gestorven is?
- Wat doet de Heere?
- Wat gaat het volk Israël dan doen, vers 3?
- Als er iets moeilijks is in jouw leven, bid jij dan ook tot God? Helpt dat?
Vers 4-5
- Noem (of schrijf) alles op wat je hier leest over Debora.
Vers 6-7
- Debora weet dat God wil dat Barak het volk Israël zal verlossen. Wat moet Barak doen?
Vers 8-10
- Wat doet Barak, durft hij?
- Wanneer durft hij wel?
Vers 12-13
- Sisera hoort dat Barak komt om te vechten. Wat doet hij?
- Stel je eens voor: hoe ziet Sisera’s leger eruit?
Vers 14-15
- Debora mag Barak vertellen dat hij zeker zal winnen. In vers 15 lees je Wie de strijd voert. Dat is… ?
- Het volk Israël heeft gebeden tot God en de Heere hoort én helpt. Kun jij ook een voorbeeld geven van iemand die gebeden heeft en ook door God verhoord werd?
- Om te onthouden: de Heere hoort je ALTIJD als je tot Hem bidt!
Vers 16-17
- Wat gebeurt er met het grote leger van Sisera?
- Wat doet Sisera zelf?
- In vers 11 lees je wie Heber is. Van wie is hij familie?
Vers 18-20
- Jaël is de vrouw van Heber. Zij ziet Sisera komen. Wat doet ze?
Vers 21-22
- Wat doet Jaël met Sisera?
- Barak is een sterke man die kan vechten. Jaël is een vrouw die in haar tent aan het werk is. Hoe zou Barak het vinden dat een vrouw zijn vijand verslagen heeft?
- Wat is de les van de Heere hiermee, voor Barak en voor jou?
Vers 23-24
- Nog een keer wordt hier verteld Wie er voor de overwinning zorgt. Waarom zou dit nóg een keer in de Bijbel staan?
- God verlost Zijn volk. Steeds laat de Heere hiermee zien dat er verlossing nodig is. Heb jij ook verlossing nodig? Wie is er gekomen als de grote Verlosser? Heb je Hem nodig?
In Richteren 5 lees je het lied dat Debora gemaakt heeft over de verlossing die de Heere gegeven heeft.
- Maak samen een lied of gedicht over ‘verlossing’.