Deze bijbelleesles gaat over Handelingen 4:1-31 en hoort bij les B2.41 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Handelingen 4:1-31
Context
Terwijl Petrus en Johannes naar de tempel gaan om te bidden, zien ze bij de Schone Poort een bedelende, kreupele man zitten. Petrus zegt hem in de Naam
van Jezus dat hij op moet staan. Hij gaat met Petrus en Johannes het voorhof in, God lovende. Terwijl het volk vol verbazing naar hen toe komt, legt Petrus uit
door Wiens kracht de kreupele is genezen. Jezus, die zij gedood hebben, heeft de man gezond gemaakt en zij moeten zich bekeren voor het te laat is. Jezus is nu
in de hemel, maar komt terug om te oordelen en al de profeten hebben dit al voorzegd. God biedt hun eerst vergeving aan, als zij zich bekeren. En opnieuw geloven duizenden mensen wat Petrus zegt.
Kerntekst
Handelingen 4: 12 De zaligheid is in geen Ander: want er is onder de hemel geen andere Naam Die onder de mensen gegeven is, door Welke wij moeten zalig worden.
Doelstellingen
- De kinderen horen van de discipelen die moeten lijden om Christus’ wil.
- Ze weten dat de discipelen, ondanks hun lijden, vrijmoedig getuigen.
- De discipelen bidden om vrijmoedigheid en begrijpen dat zij dat ook mogen doen.
- De Heere verhoort op het gebed.
Zingen
- Psalm 2:1,3,7; 27:1; 56:1,2; 118:3,4,6,11
- ZB - Als God, mijn God, maar voor mij is/ Groot is uw trouw, o Heer’ / Nooit kan ’t geloof te veel verwachten / Samen in de Naam van Jezus
Geloofsleer
- HC zondag 11 - Jezus, de Zaligmaker
- NGB art. 13 - Gods voorzienigheid
Introductie
Neem een aantal plaatjes mee van christenen die vervolgd worden. Bijvoorbeeld van Stichting De Ondergrondse Kerk. Bekijk ze met de kinderen. Wat zie je? Waarom kunnen de mensen niet gewoon over de Heere Jezus met elkaar praten? Denk je dat ze hun mond over God kunnen houden? Wat gebeurt er met hen als ze in het openbaar belijden dat ze christen zijn?
Bijbelleesles
We willen dit gedeelte behandelen met een Bijbelleesles, korte vragen die over de Bijbeltekst gaan. Steeds wordt gezocht naar een combinatie van vragen over de tekst én vragen die de toepassing naar het eigen leven maken. Aan het eind zijn dan geen gespreksvragen opgenomen. Kopieer van tevoren dit Bijbelgedeelte
(bijvoorbeeld via www.statenvertaling.info), (een deel van) de vragen en eventueel de in de exegese genoemde teksten. Voor het leesgemak van de kinderen is het aan te bevelen de tekst uit te vergroten op een A-4.
Vers 1-3
- Wie kwamen er en namen Johannes en Petrus gevangen?
- Waarom deden ze dat?
- Gebeurt dat ook vandaag nog? Denk aan de vragen en plaatjes uit het begin.
Vers 4
- Hoeveel mensen kwamen ongeveer tot geloof?
Vers 5-7
- Wie kwamen de volgende dag bijeen in Jerusalem?
- Welke vraag stelden de leiders van het volk aan Johannes en Petrus?
Vers 8-10
- Door Wie is deze man gezond geworden volgens Petrus?
Vers 11-12
- Door welke Naam, bedoelt Johannes in vers 12?
- Wat is zalig worden?
- Hoe kun jij zalig worden?
Vers 13-15
- Petrus en Johannes werden herkend als mensen die bij …………………… (vul in) hoorden.
- Konden de leiders van het volk iets inbrengen tegen wat Johannes en Petrus zeiden?
- Wat deden de leiders van het volk?
Vers 16-18
- Konden de leiders van het volk het wonder van Johannes en Petrus ontkennen?
- Wat mochten Johannes en Petrus niet meer doen?
Vers 19-22
- Wat was het antwoord van Johannes en Petrus hierop?
Vers 23-31
- Wat deden Petrus en Johannes toen ze losgelaten werden?
- Werd hun gebed verhoord? Hoe weet je dat?
- Bid jij ook als je iets moeilijk vind of verdrietig bent?
- Merk jij ook dat God je dan hoort? Hoe dan?
Vers 32-33
- De mensen hadden alles gemeenschappelijk (=samen), wat betekent dit denk je?
- Waarvan legden de apostelen getuigenis af?
Vers 34-35
- Wat deden de mensen die grote huizen en landerijen hadden? En wat deden ze met het geld?
Vers 36-37
- Wat betekent Barnabas?
- Wat deed hij met zijn akker? En het geld?
- Kunnen wij ook voor mensen zorgen die het minder of moeilijk hebben? Hoe bijvoorbeeld?