Bijbelles - De wapenrusting en Paulus en Silas in de gevangenis

Het is goed om met de oudere kinderen dieper na te denken over het thema. Dit kan door middel van een Bijbelleesles. Wanneer kinderen weinig tot niets weten, kan het beste gekozen worden voor een Bijbelvertelling. Wanneer het een groep is met kerkelijke kinderen of kinderen die al veel weten, door bijvoorbeeld opgedane kennis op een christelijke school/zondagsschool/club/kerk, kan er gekozen worden voor een verdieping door middel van een Bijbelleesles.

Bijbelgedeelten
Handelingen 16:23-34 en Efeze 6:10-20

Kernboodschap
God overwint door het lijden heen

Nodig
Werkblad, lamineerapparaat, lamineervellen, scharen, stiften, perforator, sleutelhanger.

Informatie voor leidinggevenden
Bij opdracht 1 deel je platen, scharen en kleurpotloden of stiften uit. Op de plaat zie je een riem, een harnas, sandalen, een zwaard, een helm en een schild. Laat de kinderen de verschillende plaatjes kleuren, uitknippen en voor zich neer leggen.

Voor je de strijd ingaat, moet je natuurlijk wel je vijand kennen. Daar kijken we naar in vraag 2. De duivel en zijn handlangers zijn gevaarlijke vijanden. We zien zijn invloed in de wereld om ons heen en in ons eigen leven. Maak dit praktisch voor de kinderen door concreet dingen aan te wijzen waarin je dit ziet. Bijvoorbeeld in alle oorlogen, haat, zonden, een ander niets gunnen, jezelf belangrijker vinden dan God.

In vraag 3 worden we bemoedigd. We hoeven de strijd niet aan te gaan in eigen kracht. Dat zou ook nooit kunnen. We kunnen de strijd alleen aan als we sterk zijn in de Heere, in de sterkte van Zijn macht. En we weten dat Hij Almachtig is! Bovendien is de wapenrusting van God beschikbaar. Daarmee kunnen we standhouden in de strijd. Deze wapenrusting ontvang je in geloof door de Geest van God. Als je met heel je hart op de Heere Jezus vertrouwt, ben je gered. Dan hoor je bij Koning Jezus. Maar de satan probeert je nog steeds te verleiden tot zonde, zodat God niet alle eer in je leven krijgt. Jezus volgen betekent daarom strijd. Vechten tegen de verleiding van de zonde. Daarvoor geeft God jou wapens. Paulus bedoelt niet dat jij ook moet gaan vechten zoals een Romeinse soldaat, maar dat je de wapenrusting als hulpmiddel moet gebruiken om het niet te verliezen van de satan. Als je met God wilt leven, probeert de satan je te verleiden tot zonden. Steeds is hij bezig om je toch zonden te laten doen: om verkeerde dingen te zeggen of te denken, om niet te luisteren naar je ouders, om God niet lief te hebben boven alles. Als je gelooft in de Heere, wil je dat niet. En toch gebeurt het steeds weer. Bid en trek je wapenrusting aan, zegt Paulus. Dan kun je vechten tegen de satan en God volgen in alles wat Hij van je vraagt. Zie ook Efeze 4:22-24 waar staat dat je de oude natuur moet doden en een nieuw leven moet aandoen. Dan ga je ook strijd tegen jezelf en niet alleen tegen de satan.

Vraag 4 gaat over de riem, het harnas en de sandalen. Soldaten in de tijd van de Bijbel droegen lange mantels. Een riem hadden ze nodig om hun mantel omhoog te houden. Dat gaf bewegingsvrijheid. Zo moet je de waarheid omdoen en de waarheid spreken. Een harnas was nodig om de borstkas te beschermen. De duivel zegt steeds dat je het niet goed doet of het niet waard bent en dat je daarom niet naar de Heere Jezus mag komen. Door te vertrouwen op de Heere Jezus, kun je je hiertegen beschermen. Dat betekent gerechtigheid. Als je gelooft in de Heere Jezus, mag je de weg mag gaan waar God je toe roept, dat betekenen de sandalen. Je mag anderen vertellen over de Heere God en Zijn vrede.

Bij vraag 5 maken we de wapenrusting compleet. Vroeger werd er in oorlog gebruik gemaakt van brandende pijlen. De soldaten droegen een groot schild waar een natgemaakte dierenhuid op vast was gemaakt. Dan doofden de pijlen als ze er tegenaan kwamen. De duivel vuurt soms ook pijlen op je af, zodat je zonden gaat doen. Door je geloof in Jezus kun je je hiertegen beschermen. Zo is het geloof een schild dat ons beschermt. De helm betekent dat je hoop houdt op de overwinning en het eeuwige leven. Bij het zwaard leren we dat het belangrijk is om Gods woorden te kennen en in je hart mee te dragen. Dat helpt je te strijden tegen de verleiding van de zonde.

Vraag 6 laat ons stil staan bij de kracht van het gebed. Laat ook hier de persoonlijke noot niet ontbreken. Het gebed is heel belangrijk bij de wapenrustig. Als letterlijk alles uit je handen is geslagen, kun je nog roepen tot God. Het verbindt ook alle onderdelen aaneen. Door het gebed wil en kan God grote wonderen doen.

In vraag 7 zien we de reactie van Paulus en Silas op hun lijden om Christus wil. Zij loven God! Zingen tot Gods eer, wat de omstandigheden ook zijn, tilt ons boven het lijden uit en richt ons op God. Dat geeft kracht. Je merkt dat de Heere Jezus ondanks alles bij je is. Ze hebben Gods wapenrusting aangedaan en mogen boven alles hun vertrouwen stellen op God. Dat maakt hen gelukkig.

Vraag 8 laat ons zien dat God in Zijn Almacht wonderlijke dingen kan doen om Zijn soldaten te bevrijden en te beschermen. God zorgt echt voor Zijn kinderen. En Hij gebruikt hun lijden om Zijn Koninkrijk uit te breiden doordat de bewaker tot geloof komt!

Zorg bij vraag 9 voor een lamineerapparaat, een perforator en een sleutelhanger. Laat de kinderen de sleutelhanger maken. Hang er eventueel ook het Bijbeltekstkaartje aan.

Het werkblad voor de kinderen vind je in de download.