Bijbelles - Petrus op de Pinksterdag - HSV

Bijbelgedeelte
Handelingen 2:1-21

Kernboodschap
God komt heel dichtbij en wil jouw leven nieuw maken.

Informatie voor leidinggevenden
We beginnen met achtergrondinformatie over het Pinksterfeest. Bij vraag 1 doen we wat voorbereidend werk om straks het wonder van Pinksteren beter te begrijpen. We ontdekken dat er mensen uit zeker vijftien verschillende taalgroepen in Jeruzalem waren. Dat we verschillende talen spreken is een straf van God op de ongehoorzaamheid van de mensen waar we in Genesis 11 over lezen.

Vraag 2 maakt het talenprobleem inzichtelijk. Al kun je lezen, toch begrijp je niet wat er staat. Zelfs met het woordenlijstje erbij, moet je nog puzzelen voor je begrijpt wat er bedoeld wordt: “Hoe gaat het met jou? Met mij gaat het goed!” En hoe spreek je zoiets nu uit? Laat kinderen vakantieverhalen delen over hoe lastig het is als je een andere taal niet begrijpt.

Nu gaan we terug naar het Pinksterfeest in Jeruzalem, waar de discipelen bidden om de vervulling van de belofte dat de Heilige Geest zou komen. (Vraag 3) De Heilige Geest zorgt ervoor dat de discipelen vreemde talen kunnen spreken en de mensen over de grote daden van God horen in hun eigen taal. Zo dichtbij komt God! (Vraag 4) Je ziet ook dat de Heilige Geest mensen verandert, nieuw maakt. Petrus is niet meer bang en preekt moedig voor de mensenmenigte. Iedereen hoort in zijn of haar eigen taal spreken. (Vraag 5) Bij vraag 6 zien we ook dat de Heilige Geest van zonden overtuigt en geloof schenkt. Leg uit Wie de Heilige Geest is: Hij is God, samen met de Vader en de Zoon. De Heilige Geest wijst altijd naar de Heere Jezus. Hij leert wat zonde is en dat er redding is bij Jezus. Hij wil wonen in ons hart om ons leven nieuw te maken.

Vraag 7 wijst de kinderen op het bevel van je bekeren en op het belang van de doop. Het is niet alleen voor grote mensen. Handelingen 2:39 is een belofte waarin de kinderen speciaal worden genoemd!

Eventueel kun je de doopbelofte op een eenvoudige wijze uitleggen, zodat de kinderen leren pleiten op wat hen beloofd is: God de Vader wil voor je zorgen, God de Zoon wil je zonden wegwassen en God de Heilige Geest wil je hart nieuw maken, zodat je dit gelooft. Geef aan als kinderen niet gedoopt zijn, dat ze later gedoopt kunnen worden.

Vraag 8 legt de verbinding met de eerste les: Petrus mocht een visser van mensen zijn. Merk je in je eigen leven dat je graag wil doen wat de Heere Jezus vraagt? Dan luister je graag naar Zijn woorden. Je wil Hem gehoorzamen. Je wil dat anderen ook bij Hem gaan horen en houdt het goede nieuws niet voor jezelf. Welk nieuws? Handelingen 2:21 is de kerntekst die we de kinderen graag willen leren. Door middel van een puzzeltje (vraag 9) zijn ze alvast met deze tekst bezig. De klinkers zijn vervangen door cijfers: 2n h2t z1l z4 z3n d1t 52d2r d52 d2 N11m v1n d2 H22r2 z1l 11nr42p2n, z1l5g z1l w4rd2n. Als de cijfercodes gekraakt zijn, lezen we: En het zal zo zijn dat ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zalig zal worden. (Handelingen 2:21)