De website heeft recent een grote update gehad in de techniek, waarna nog niet alles weer perfect werkt. Kom je een foutje tegen, kopieer dan de link uit de adresbalk van je browser en deel hem via de chat of per mail, met een korte toelichting van de fout. Daarmee help je ons om de website weer goed in vorm te krijgen. Dankjewel!

Bijbeluitleg over 2 Samuël 5

Deze exegese gaat over 2 Samuël 5 en hoort bij les A2.51 van het zondagsschoolmateriaal van het LCJ.

Bijbelgedeelte: 2 Samuël 5

Vers 1-2
De mensen in Israël herinneren zich dat David al veel voor land en volk heeft mogen betekenen onder Sauls regering. Belangrijker is dat zij zich herinneren dat de HEERE David heeft aangesteld. God is Israëls koning en David is onderkoning. David heeft de opdracht om het volk te weiden. Het woord ‘weiden’ roept het beeld op van een herder die het welzijn van zijn schapen op het oog heeft. Daarmee is gezegd dat David als koning van Israël Gods beeld moet vertonen, Zijn genade laten zien.

Vers 3-5
De oudsten (leiders) van het volk gaan naar David toe om te zeggen dat zij zich aan zijn gezag zullen onderwerpen. Eerder hadden zij zich wat verstopt achter Abner (2 Samuël 3:17-18), maar nu moeten zij zelf voor de dag komen. David aanvaardt hun voorstel en bekrachtigt dit met een verbond. In dit verbond worden de verhoudingen tussen koning en volk bezegeld met een eed. Zevenenhalf jaar na de zalving tot koning over Juda, wordt David opnieuw gezalfd, maar nu tot koning over heel Israël.

Vers 6a
Nu David koning is over heel Israël gaat hij op zoek naar een nieuwe hoofdstad voor het land. De keus valt op Jebus, later Jeruzalem genoemd. Deze keus is niet willekeurig. Het ligt op de grens van het grondgebied van Benjamin en Juda. Met deze keus kan daarom ook Benjamin (de stam waar koning Saul bij hoorde) instemmen. Verder ligt ook de berg Moria in de buurt, de berg waar Abraham Izak moest offeren. Deze berg wordt ‘de berg des HEEREN’ genoemd (Genesis 22:14). Later zal Salomo hier de tempel op bouwen. (2 Kronieken 3:1).

Vers 6b-8
De Jebusieten wanen zich onoverwinnelijk. Wellicht omdat bij de verovering van het land ten tijde van Jozua de stad slechts voor een deel is ingenomen. Daarom zeggen ze dat de invaliden bij wijze van spreken de stad wel kunnen verdedigen. David vuurt echter zijn soldaten aan door te beloven dat de eerste die de stad binnendringt, bevelhebber van het leger zal worden (1 Kronieken 11:6). Joab is de eerste die via een ondergrondse watergang de stad weet binnen te dringen en zo ‘promoveert’ van generaal over het leger van Juda naar generaal over het leger van heel Israël.

Vers 9
Na de verovering verandert David de naam van de stad in ‘Stad van David’. Hij versterkt de stad.

Vers 10, 12
Dit vers geeft een theologische evaluatie van de eerste tijd van Davids koningschap (In 2 Samuël 3:1 staat een dergelijke opmerking). David was voorspoedig in al zijn doen en laten, omdat de HEERE met hem was. De HEERE wordt hier in de geschiedenissen van David voor het eerst weer ‘God der heirscharen’ genoemd. Hij is het Die voor Israël strijdt. Dit wordt ook door David opgemerkt.

Vers 11
Dat de HEERE met David is, blijkt uit de internationale handel.

Vers 13-14
Idem in het zich uitbreidende gezin van David. Door ook zijn harem uit te breiden, deed David net als de koningen in de omliggende landen. Maar in Deuteronomium staat echter dat de koning voor zich het aantal vrouwen niet mocht vermeerderen.

Vers 17-18
De Filistijnen zijn de aartsvijanden van Israël. De eerste zevenenhalf jaar hebben ze David nog met rust gelaten, maar nu David koning over heel Israël is, beseffen ze dat ze met een machtige tegenstander te maken krijgen. De Filistijnen trekken er daarom op uit om David te zoeken en komen aan in het dal Refaïm, in de buurt van Jeruzalem. David trekt zich (in eerste instantie) terug in de bergvestingen, zoals hij dat ook al die jaren had gedaan toen hij door Saul werd gezocht.

Vers 19
Beslissend voor de strijd is wat in dit vers staat, namelijk dat David aan God vraagt wat hij moet doen. De HEERE geeft de aanwijzing dat David zich niet langer hoeft te verbergen, zoals voor Saul, maar mag aanvallen.

Vers 20
De Filistijnen worden verslagen. Dat David hierin de leiding van de HEERE ziet, blijkt uit de naam die hij vervolgens aan deze plaats geeft: Baäl-Perizim. Dat betekent ‘Heer van de doorbraak’. De naam Baäl is dus niet specifiek een afgodsnaam, maar eerder een eretitel, zoals wij iemand deftig met ‘mijnheer’ aanspreken.

Vers 21
De Filistijnen hadden hun goden meegenomen. Daarmee dachten ze dat ze onoverwinnelijk waren. Een gebruik, waar ook Israël aan mee heeft gedaan door de ark van het verbond in het leger mee te nemen (zie 1 Samuël 4:3). De Filistijnen worden echter verslagen en slaan op de vlucht. De goden blijven achter. Door de soldaten van David worden ze buitgemaakt. Op Davids bevel worden zij verbrand (1 Kronieken 14:12).

Vers 22
Na de eerste nederlaag vinden de Filistijnen toch weer de moed om opnieuw aan te vallen. Ze trekken op naar hetzelfde dal.

Vers 23-24
David had gemakkelijk kunnen denken dat de situatie zich herhaalt en dat hij zonder opnieuw aan God om raad te vragen, had kunnen aanvallen. Gelukkig doet hij dat niet, maar hij vraagt opnieuw aan de HEERE wat hij moet doen. God geeft David nu een ander aanvalsplan. Hij moet een omtrekkende beweging maken en de Filistijnen van achter aanvallen. Maar David mag pas aanvallen als God vóór hem uittrekt ten strijde. Dat kan David te weten komen door goed te luisteren naar het geluid van de wind in de bomen. Hoort hij de bomen ruisen, dan mag David daarin Gods voetstappen horen. Ook al ziet hij God niet, het is wis en zeker dat God dan voorop gaat in de strijd.

Vers 25
De Filistijnen worden nu definitief verslagen en Davids troon staat vast (1 Kronieken 14:17).



Nog beter in vorm raken?

Wij komen graag langs voor toerusting op maat! Bekijk de dienstenpagina voor ons aanbod of stel je vraag via lydia@goedinvorm.nu.

NEEM CONTACT OP

Heb je een tip?

Deel met ons je idee!

STUUR JE TIP IN

Les A2.51

Alles van

1 Kronieken 14:2 met uitleg

6 oktober 2021
Deze bijbeltekst met daarbij een korte uitleg hoort bij les A2.51 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

De Verkenners – De stad van David

24 juli 2024 Door De Verkenners
Jeruzalem is de hoofdstad van Israël. Dat was 3000 jaar geleden ook al zo.
+
Ontwikkeld door

Placematopdracht - Jeruzalem

26 juli 2024
Deze verwerking hoort bij les A2.51 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
BHZ, LCJ

Geloofsleer - Ontvangen van de Heilige Geest en geboren uit de maangd Maria

10 juli 2023
Deze uitleg van de geloofsleer gaat over Ontvangen van de Heilige Geest en geboren uit de maangd Maria en hoort bij les A2.51 van de …
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Psalm 78:36 met uitleg

7 oktober 2021
Dit Psalmvers met daarbij een korte uitleg hoort bij les A2.51 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Vertelschets over de inname van Jeruzalem en de Filistijnen verslagen

5 oktober 2021
Deze vertelschets gaat over 2 Samuël 5 en hoort bij les A2.51 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Uitgelichte items

Avondmaal

30 oktober 2020
Het Avondmaal laat zien dat de Heere Jezus Zijn lichaam en bloed geofferd heeft tot vergeving van de zonden. Als je door het geloof het Avondmaal …
+
Ontwikkeld door

Belijdenis doen

5 januari 2021
Ik zou het als een grote zegen zien als jij door deze inleiding een verlangen krijgt naar het doen van openbare geloofsbelijdenis, omdat de Heere …
+
Ontwikkeld door
LCJ

Stel je eigen inspiratielijst samen

Voeg met behulp van het gele plusje items toe aan je inspiratielijst. Alles in één lijstje overzichtelijk bij elkaar voor jouw clubavond of activiteit!