Deze exegese gaat over Genesis 2:15-25 en hoort bij les C1.3 van het zondagsschoolmateriaal van het LCJ.
Bijbelgedeelte: Genesis 2:15-25
Vers 15
De HEERE heeft de hele aarde volmaakt geschapen. Maar binnen die volmaakte schepping maakt Hij nog weer een speciale plek waar de mens zijn taak van God kan uitvoeren: de hof van Eden. Deze hof heeft zich waarschijnlijk bevonden op de plek waar tegenwoordig Irak ligt. Daar krijgt Adam de taak om de hof te bebouwen en te bewaren. Adam wordt dus aangesteld als de tuinman van de hof van Eden. In dat werk wordt Adam niet gehinderd door doornen (Genesis 3:17-18) en andere ongemakken. Voor de zondeval is het werk dat Adam opgedragen krijgt alleen maar een heerlijke taak.
Vers 16-17
In het paradijs krijgt Adam een gebod van de HEERE. Er is één boom in de hof waarvan Adam niet eten mag, de boom der kennis des goeds en des kwaads. Door dit gebod geeft de HEERE aan Adam de mogelijkheid om te laten zien dat hij de HEERE vrijwillig wil volgen. Adam kan kiezen: voor of tegen God. De consequentie van die laatste keus vertelt de HEERE er wel direct bij: als Adam tegen God kiest door van de boom te eten, betekent dat zijn dood. Door niet van de boom te eten toont Adam zijn trouw en toewijding aan de HEERE.
Vers 18
Eén ding is in het paradijs nog niet zoals het wezen moet. Adam is nog alleen. Het is niet Adam die zich dat als eerste realiseert, maar de HEERE! Hij neemt de beslissing om Adam een vrouw te geven. Adam hoeft niet langer alleen te zijn. Hij krijgt iemand ter hulp, die 'als tegen hem over' is. Eva is dus aan de ene kant net als Adam een volwaardig mens, en aan de andere kant is ze toch anders. In dat 'anders zijn' vult Eva Adam aan. Dit vers zegt dat Eva Adam 'ter hulpe' is geschapen. Daarmee hebben man en vrouw van God hun eigen plaats in de schepping gekregen. Het huwelijksformulier haalt de woorden uit dit vers aan, als het tegen de bruid zegt: 'Gij zult geen heerschappij gebruiken over uw man, maar stil zijn.' De man is het hoofd van de vrouw.
Vers 19
Nu de HEERE deze beslissing heeft genomen, gaat hij Adam er bewust van maken dat er in de schepping iets mist. Daarvoor laat de HEERE alle dieren naar Adam toekomen. Zoals Adam ze noemt, zo zullen de dieren heten. Een wonderlijk opdracht, als we ons voorstellen hoe Adam daar dier na dier hun eigen namen geeft.
Vers 20
Bij het zien van al dieren wordt Adam zich bewust van het feit dat hijzelf alleen is. Er zijn weliswaar heel veel dieren in de hof, maar met geen van die dieren kan hij als mens communiceren. Er is geen enkel levend wezen dat op hetzelfde niveau staat als hij. De HEERE staat veel hoger en de dieren staan veel lager dan hijzelf. Adam staat alleen.
Daarmee heeft de HEERE Zijn doel bereikt. Adam mist een wederhelft!
Vers 21-22
God gaat dat gemis meteen opvullen. Hij laat Adam in een diepe slaap vallen. De Heere maakt Eva niet rechtstreeks uit stof, zoals Adam, maar uit een rib van Adam. Eva komt uit Adam voort. Zo zijn Adam en Eva diep met elkaar verbonden. Eva wordt door de HEERE naar Adam toegebracht. Adam krijgt zijn vrouw letterlijk uit de handen van de HEERE.
Vers 23
Nu heeft Adam wél iemand die op hetzelfde niveau staat als hij. Eva is letterlijk uit het vlees en de botten van Adam gemaakt. Een diepere verbondenheid is niet denkbaar. Adam geeft ook haar een naam: Manninne. In het Hebreeuws wordt daarvoor het woord 'man' gebruikt, met een vrouwelijke uitgang. Vergelijkbaar met 'boer' en 'boerin'. De naam 'Eva' wordt nog niet gebruikt.
Vers 24
Met deze scheppingsdaad heeft de HEERE de basis voor het huwelijk gelegd. Zoals Adam en Eva door de HEERE met elkaar verbonden zijn, zo zijn elke man en vrouw die door het huwelijk met elkaar worden verbonden, geroepen om hun ouders te verlaten en samen één 'vlees' te worden. Een huwelijk betekent de stichting van een nieuw gezin waarin man en vrouw helemaal op elkaar zijn afgestemd.
Vers 25
Dit vers richt nogmaals de aandacht op de volmaakte toestand in het paradijs. Adam en Eva hoefden zich niet te schamen voor hun naaktheid. Door de zonde wordt die schaamte later wel nodig, maar in de volmaaktheid van het paradijs is dat nog onnodig.