De website heeft recent een grote update gehad in de techniek, waarna nog niet alles weer perfect werkt. Kom je een foutje tegen, kopieer dan de link uit de adresbalk van je browser en deel hem via de chat of per mail, met een korte toelichting van de fout. Daarmee help je ons om de website weer goed in vorm te krijgen. Dankjewel!

Bijbeluitleg over Genesis 4

Deze exegese gaat over Genesis 4 en hoort bij les B1.3 van het zondagsschoolmateriaal van het LCJ.

Bijbelgedeelte: Genesis 4

Vers 1-2
Naast Kaïn en Abel hebben Adam en Eva nog meer kinderen gekregen, in ieder geval dochters met wie hun zonen konden huwen. Hun oudste zoon Kaïn wordt een landbouwer die het land bewerkt. Hun tweede zoon Abel wordt een veehouder die kleinvee hoedt.

Vers 3
Kaïn offert een deel van de opbrengst van het land, bijvoorbeeld graan, groente of fruit. Abel offert enkele dieren van zijn kudde. Hij zoekt vetgemeste schapen uit, die bovendien de eerstgeborenen van een moederdier zijn. Hij geeft het beste aan de Heere.

Vers 4-5
De Heere ziet Abel en zijn offer aan; Hij is hem genadig gezind. Neemt hem aan als Zijn kind. Abel offert vol geloof en met een oprecht hart; hij heeft de eer van God op het oog. Daarom neemt God zijn offer aan. In Hebreeën 11:4 kunnen we lezen, dat het offer van Abel meer was dan het offer van Kaïn. Dat kan duiden op de betekenis ervan voor God, alsook op de kwaliteit ervan.
Hij ziet Kaïn en diens offer niet aan. Kaïn dient God niet met een gelovig en oprecht hart. Hij offert omdat het moet, zonder geloof en berouw in zijn hart. Hij hoopt dat hij in ruil voor het offer Gods zegen krijgt.
Hoe Kaïn en Abel dit te weten komen, weten wij niet. Wij weten wel dát het voor hen beiden duidelijk wordt.
Waarom aanvaardt de Heere Abels offer wel, en Kaïns offer niet? Het antwoord op deze vraag ligt niet zozeer in de grootte van het offer. Het is opvallend dat er niet staat dat de Heere het offer wel of niet aanziet, maar dat hij Abel of Kaïn met hun offer wel of niet aanziet. Blijkbaar maakt het nogal uit hoe de offeraar offert.
Kaïn wordt woedend en stelt zich vijandig op, in de eerste plaats tegenover God, Die hem niet wil aanzien

Vers 6
De Heere zoekt Kaïn op, zoals de vader de oudste zoon in de gelijkenis (Lukas 15) opzocht. Er is toch geen reden om boos te zijn? De schuld ligt bij Kaïn. God wil Kaïn overtuigen van zijn ongelijk en van zijn zonden. Hij biedt Kaïn als het ware de mogelijkheid om tot inkeer te komen en berouw te tonen over wat hij doet.

Vers 7
God schetst Kaïn twee uitersten. ‘Is er niet, indien gij wel doet, verhoging? Als u het kwade nalaat en het goede doet en in Mij gelooft zal Ik u als Mijn kind aannemen.’ De ene zonde lokt de andere zonde uit. Abel ziet u als de oudste broer. Hij heeft respect voor u en onderwerpt zich aan u.

Vers 8-9
Als Kaïn later met zijn broer in het veld is, doodt hij hem.
De eerste mens die sterft, is een kind van God. Brutaal loochent Kaïn alle schuld en doet alsof er niets aan de hand is als God hem vraagt waar zijn broer is. Hij tart God. Hij voelt zich voor niemand verantwoordelijk.

Vers 10
Wat hebt u gedaan? God stelt hem met deze woorden zijn gruwelijke zonden voor ogen. Het vergoten bloed van Abel roept tot de Heere in de hemel om vergelding.

Vers 11-12
Gij zijt vervloekt van de aardbodem: Kaïns arbeid zal geen resultaat hebben; bebouwing en bewerking van de aarde zal hem vanaf nu niets meer opleveren voor zijn dagelijks onderhoud. Bovendien zal hij nergens meer rust vinden; hij heeft niet langer een vaste woonplaats.

Vers 13
Kaïn kan niet geloven dat er nog vergeving bij God mogelijk is voor wat hij gedaan heeft. Hij is wanhopig. Het lijkt er op dat Kaïn zijn zonde beseft, maar uit het vervolg blijkt daar niets van.

Vers 14-15
Kaïn vreest voor zijn leven! Hij lijkt de gevolgen van zijn daad voor zichzelf (zwervend bestaan, angst voor medemensen) veel belangrijker te vinden dan het feit, dat God over hem oordeelt.
Zevenvoudig gewroken: veelvuldig vergolden. God heeft zoveel genade, dat Hij zelfs de moordenaar van Zijn kind in bescherming neemt.

Vers 16
Hij gaat écht weg bij de Heere om nooit meer tot Hem terug te keren. Dat zien we bevestigd in de geslachtslijn van Kaïn (vers 17-24, vooral de goddeloze houding van Lamech). Waar dat op uit loopt, zien we in de dagen van Noach (Genesis 6-8). Kaïn gaat wonen in het land Nod, wat betekent: zwervend, omzwerving, verbanning.

Vers 17
Hij trouwt, krijgt een zoon en bouwt een stad met diens naam (Henoch): Kaïn tart het vonnis van God, dat hij een zwervend bestaan zou moeten leiden.

Vers 18-24
Lamech is een van de nakomelingen van Kaïn. Zijn zonen waren handwerkslieden: Jabal ontdekte hoe hij tenten kon maken en daardoor rondtrekken met zijn vee; Jubal maakte muziekinstrumenten; Tubal-Kaïn bewerkte koper en ijzer. Dat het geslacht van Kaïn niet godvrezend was, bleek ook uit de uitroep van Lamech die aangaf dat hij om niets iemand zou doden; hij zou nog veel meer dan Kaïn moeten worden gewroken.

Vers 25
Ondertussen geeft de Heere een nieuwe geslachtslijn uit Adam en Eva. Zij krijgen een zoon die Seth wordt genoemd. Zijn naam betekent ‘vervanging’. In deze geslachtslijn vinden we in tegenstelling tot de goddeloosheid in Kaïns geslacht de vreze des Heeren. Denk bijvoorbeeld aan de godvrezende Henoch en Noach (zie Genesis 5). Later wordt uit hem de Messias geboren.
Als er in vers 26 staat dat men dan begint de Naam des HEEREN aan te roepen, wijst dat op het openlijk bidden tot en dienen van de Heere, waarschijnlijk in een bepaalde vorm van godsdienstige samenkomsten.



Nog beter in vorm raken?

Wij komen graag langs voor toerusting op maat! Bekijk de dienstenpagina voor ons aanbod of stel je vraag via lydia@goedinvorm.nu.

NEEM CONTACT OP

Heb je een tip?

Deel met ons je idee!

STUUR JE TIP IN

Les B1.3

Alles van

1 Johannes 3:15 met uitleg

6 oktober 2021
Deze bijbeltekst met daarbij een korte uitleg hoort bij les B1.3 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Gesprekje over jaloersheid

16 mei 2022
Deze verwerking hoort bij les B1.3 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Niet doodslaan

10 november 2020
De Heere wil niet dat mensen elkaar kwaad doen. Elkaar doden mag al helemaal niet. Want het leven is een geschenk van God.
+
Ontwikkeld door

Plaatmateriaal - Kaïn en Abel

1 oktober 2021
Dit plaatmateriaal hoort bij les B1.3 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Psalm 50:8 met uitleg

7 oktober 2021
Dit Psalmvers met daarbij een korte uitleg hoort bij les B1.3 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Vertelschets over Kaïn en Abel

5 oktober 2021
Deze vertelschets gaat over Genesis 4 en hoort bij les B1.3 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Uitgelichte items

Avondmaal

30 oktober 2020
Het Avondmaal laat zien dat de Heere Jezus Zijn lichaam en bloed geofferd heeft tot vergeving van de zonden. Als je door het geloof het Avondmaal …
+
Ontwikkeld door

Belijdenis doen

5 januari 2021
Ik zou het als een grote zegen zien als jij door deze inleiding een verlangen krijgt naar het doen van openbare geloofsbelijdenis, omdat de Heere …
+
Ontwikkeld door
LCJ

Stel je eigen inspiratielijst samen

Voeg met behulp van het gele plusje items toe aan je inspiratielijst. Alles in één lijstje overzichtelijk bij elkaar voor jouw clubavond of activiteit!