Deze exegese gaat over Genesis 41 en hoort bij les C2.9 van het zondagsschoolmateriaal van het LCJ.
Bijbelgedeelte: Genesis 41
Vers 1 – 13
Farao staat in zijn droom aan de oever van de Nijl. Deze rivier is de basis van Egyptes welvaart en kracht. Koeien zoeken in warme landen vaak verlichting tegen de vliegen en warmte in het water. In Egypte waren koeien staatssymbolen en stonden ze symbool voor de godin Isis. Zeven is een heilig getal voor de Egyptenaren. De oostelijke woestijnwind kan groene aren in hele korte tijd verschroeien (zie ook Ezechiël 19:12 en Jona 4:8). Egypte werd wel de ‘graanschuur van het Oosten’ genoemd. De tweede droom is nog meer bizar dan de eerste. Farao is na zijn ontwaken erg verontrust. Niemand van de geleerden kan de dromen uitleggen. In deze geschiedenis wordt soms gesproken van een ‘droom’, soms van ‘dromen’. De twee dromen hebben namelijk één betekenis. De schenker vertelt wat hij twee jaar terug heeft meegemaakt in de gevangenis. Met ‘mijn zonden’ verwijst hij naar zijn misdaad tegen de koning of naar het vergeten van zijn belofte aan Jozef. De woorden ‘Hebreeuws jongeling’ zijn kleinerend bedoeld. De schenker gebruikt deze woorden wellicht om zijn vergeetachtigheid te vergoelijken.
Vers 14 – 24
Jozef wordt uit de gevangenis gehaald. Zijn baard en haar worden geknipt en hij krijgt nieuwe bovenkleren. Als hij er wat toonbaar uitziet, wordt de verblufte Jozef bij Farao gebracht. Alles gebeurt met grote haast. Farao valt meteen met de deur in huis door te beginnen over zijn droom. Hij heeft gehoord dat horen en uitleggen voor Jozef bijna één is. Ook bij Farao, die gezien werd als zoon van de zonnegod Ra, komt de onbeduidende slaaf Jozef op voor Zijn God (In het Hebreeuws staat er de God). Hierin ligt een les voor ons. We worden geroepen om van de Heere te getuigen en hoeven daarbij voor niemand bang te zijn. God is de enige Bron voor droomuitleg en kan als enige Farao bekendmaken wat goed voor hem is. Farao vertelt de dromen anders dan ze in het begin van dit hoofdstuk beschreven staan. Hij benadrukt het afschuwelijk lelijke van de koeien, de dorheid van de aren en hij vertelt dat de magere koeien niet veranderen na het verorberen van de dikke. Het wijst erop hoe bedreigend Farao de dromen vindt.
Vers 25 – 36
Jozef legt de droom uit en laat er een duidelijk advies op volgen. Het is God die Zijn plannen aan Farao wil bekend maken (vers 25, 28 en 32). Hij is het die op de troon van de wereldgeschiedenis zit. Jozef spreekt veel uitvoeriger over de magere koeien en de schrale aren. Hij besteedt slechts één zin aan de overvloed, maar wel vijf aan de hongersnood. Op dat laatste wil hij vooral de aandacht van Farao vestigen. Vanaf vers 30 krijgt de uitleg de vorm van profetische verkondiging. De hongerjaren worden voorgesteld als slechte heersers die hun onderdanen uitmergelen. Jozef raadt Farao aan een wijs en verstandig man, een goede leider, aan te stellen (Deuteronomium 1:13 en 1 Koningen 3:12). Deze moet de maatregelen ten aanzien van de voedselvoorziening coördineren. Verder moeten er opzichters komen in de diverse districten van Egypte. Die moeten de inzameling in de goede jaren in goede banen leiden.
Vers 37 – 45
Voor Farao is het duidelijk en hij stelt zijn ambtenaren een retorische vraag (vers 38). Hij is onder de indruk van Jozefs uitleg, maar vooral ook van zijn kundige adviezen. Als Farao spreekt over God, dan bedoelt hij een god in het algemeen. Het lidwoord ontbreekt. Jozef krijgt een zeer hoge positie. Hij krijgt de leiding over het paleis en heel het volk zal hem gehoorzamen. Farao houdt de titel van het koningschap, maar Jozef zal het eigenlijke gezag uitvoeren (Genesis 39:6, 23). Het geven van de zegelring staat symbool voor het overdragen van het gezag (Esther 3:12, 8:8). Jozef wordt gekleed als een Egyptisch topambtenaar. Via het rondrijden door Egypte maakt het volk kennis met hem. De betekenis van Jozefs nieuwe naam is niet duidelijk. Met zijn huwelijk met een vrouw uit één van de rijkste priesterfamilies van Egypte wordt Jozefs promotie bezegeld. Door naamgeving en huwelijk treedt Farao hier op als was hij Jozefs vader. In Genesis 45:8 zal Jozef het tegenovergestelde betuigen. Jozef is 30 jaar als hij bij Farao in dienst komt. De dromen die hij als zeventienjarige jongen droomde, staan op het punt om vervuld te worden.
Vers 46 – 52
Jozef trekt heel Egypte door om toezicht te houden op het inzamelen van de oogst. ‘Bij handvollen’ wijst op een overweldigende overvloed (zie ook vers 49). De opbrengst van de oogst wordt opgeslagen in voorraadschuren in nabijgelegen steden. Tijdens de jaren van overvloed krijgt Jozef twee zonen. Hij geeft ze Hebreeuwse namen. Manasse betekent ‘vergeten’, Efraïm betekent ‘vruchtbaar’. Met de twee namen drukt Jozef zijn dankbaarheid aan God uit. Met de eerste dankt hij de God die bewaart, met de tweede dankt hij de God die zegent. Beide namen bevestigen de belofte ‘Ik ben met U’ (Genesis 39). Ondanks zijn hoge positie aan het hof van Farao en ondanks het feit dat hij daar alleen stond als Hebreeër, diende Jozef de HEERE. Hij was in de wereld, maar niet van de wereld (Johannes 17). In Deuteronomium 28:4 worden een vruchtbare oogst en de geboorte van kinderen samen genoemd als tekenen van Gods zegen.
Vers 53 – 57
Terwijl de overvloed alleen Egypte geldt, treft de hongersnood ook alle omliggende landen. Een zevenjarige hongersnood kwam vaker voor in die omgeving (Genesis 12:1; 26:1; Deuteronomium 11:10-12). Vers 54 zegt dat de Egyptenaren nog niet weten dat Jozef graan distribueert, want ze benaderen Farao. Jozef opent alle graanschuren. Blijkbaar gaat het gerucht dat er in Egypte koren is snel rond in de omliggende landen. Jozef is in deze geschiedenis prototype van de ideale koning die verstandig en wijs is en wiens goede regering het land welvaart brengt (Psalm 72:16 en Jesaja 9:2). Ook is hij type van Christus, de grootste Koning, die op 30-jarige leeftijd Zijn openbare rondwandeling begon. Hij onderging ook vernedering voordat Hij verhoogd werd. Zoals allen bogen voor Jozef (vers 43), zo zal eens in de naam van Jezus elke knie zich buigen (Filippenzen 2:10).