Bijbeluitleg over Handelingen 15:1-34

Deze exegese gaat over Handelingen 15:1-34 en hoort bij les A1.50 van het zondagsschoolmateriaal van het LCJ.

Bijbelgedeelte: Handelingen 15:1-34

Vers 1-2
Paulus en Barnabas verblijven na hun eerste zendingsreis een tijdlang in Antiochië, de gemeente die hen uitgezonden had tot het zendingswerk. Deze gemeente bestaat voor een deel uit Joden die uit eigen land gevlucht zijn. En nog steeds is deze gemeente een toevluchtsoord voor Joden. Onder andere voor Farizeeën die tot geloof zijn gekomen. Nu zijn de Farizeeën van mening dat gelovigen uit de heidenen zich moeten houden aan de Joodse gebruiken, onder andere de besnijdenis (vers 5). Paulus en Barnabas zijn het hier niet mee eens. Er komt zelfs ruzie van. Besloten wordt dat de apostelen en ouderlingen in Jeruzalem uitsluitsel moeten geven. Zij kunnen met gezag spreken omdat Jeruzalem de moedergemeente is en de apostelen de oor- en ooggetuigen van Jezus’ leven op aarde zijn.

Vers 3
Onderweg blijkt dat de verhalen over de bekering van de heidenen reden is tot grote blijdschap.

Vers 4-6
In Jeruzalem wordt een officiële vergadering belegd om het geschilpunt te bespreken.

Vers 7a
De vergadering begint erg onrustig. Iedereen wil zijn zegje doen.

Vers 7b-11
Het woord is aan Petrus. Al eerder heeft Petrus de broeders die naar de wet wilden blijven leven, weten gerust te stellen (Handelingen 11:18) en ook nu weer weet Petrus de gemoederen te sussen door erop te wijzen dat God geen onderscheid maakt tussen Jood en heiden. Uiterlijkheden vallen voor God weg. God is de ‘Kenner van de harten’ (vers 8) en Hij reinigt het hart door het geloof (vers 9). Het gaat dus om de ‘binnenkant’. Door het juk van de voorschriften te dragen (vers 10), wordt iemand niet zalig. Dit geeft niet meer dan een cultische of uiterlijke reiniging. Bovendien schenkt God aan allen dezelfde gave, namelijk Zijn Heilige Geest (vers 8). Dat zou God niet hebben gedaan als het Zijn wil was dat de heidenen eerst Joods moesten worden. Het is eerder andersom, zegt Petrus, wij als Joden worden op dezelfde wijze zalig als zij, dat is door het geloof (vers 11).

Vers 12-13a
Nu de rust is weergekeerd in de vergadering krijgen Paulus en Barnabas de gelegenheid om over Gods zegen op hun zendingswerk te vertellen. In tegenstelling tot de reacties onderweg (vers 3) reageren de mannen in Jeruzalem niet direct erg enthousiast, maar ze zijn in ieder geval al zover overtuigd dat ze niet meer verder willen discussiëren.

Vers 13b-19
Het woord is nu aan Jakobus, de broer van de Heere Jezus en een gezaghebbend persoon in de gemeente van Jeruzalem. Terwijl Petrus nog uit eigen ervaring sprak, gaat Jakobus als onafhankelijke getuige preken. Hij beroept zich op het getuigenis van de Heilige Schrift. Kerntekst is voor Jakobus Amos 9:11-12. Deze profetie gaat over het herstel van Israël. Dit herstel heeft God op geestelijke wijze voltrokken door Zijn Zoon te zenden. Door de komst van de Heere Jezus Christus zullen ook de heidenen in de God van Israël gaan geloven. Hij Zelf draagt daar zorg voor. En dit is precies wat we nu zien gebeuren, zegt Jacobus. De conclusie die Jakobus hieruit trekt, is dezelfde als die van Petrus, namelijk dat de heidenen zich niet tot het Jodendom moeten bekeren, maar tot God, door het geloof.

Vers 20
Desondanks zijn er wel algemeen geldende regels in het Oude Testament te vinden. Aan deze regels moesten ook de vreemdelingen in Israël zich houden. Het gaat om een viertal verboden: 1. Verbod op afgodendienst; 2. Verbod op (tempel)prostitutie; 3. Verbod om dieren te eten die door verstikking om het leven zijn gebracht; 4. Verbod om bloed als drank of in het vlees te nuttigen. Het zijn alle vier zaken die voor kwamen in het vroegere heidense leven van de christenen uit de heidenen. Door middel van deze dingen dacht men deel te krijgen aan goddelijke natuurkrachten. Maar in plaats van zelf bezig te zijn geestelijke gaven te verzamelen, moet men leren de geestelijke gaven van God te ontvangen. De bekering tot het christendom vraagt dus een radicale breuk met het heidense verleden. Want al die heidense praktijken leiden niet tot God, maar verwijderen van Hem. Daarom had God Zijn volk Israël al ver in het Oude Testament verboden om zich met dergelijke praktijken in te laten.

Vers 21
Aan het slot van zijn betoog stelt Jakobus de bezwaarden, die voor de wet meenden op te moeten komen gerust. De vier zaken die hij zojuist heeft genoemd doen geen afbreuk aan het gezag van de synagogen en zijn ook niet in tegenspraak met de wetten van Mozes. De christenen uit de joden en uit de heidenen kunnen op deze manier zonder gewetensbezwaar met elkaar om blijven gaan.

Vers 22
Het voorstel van Jakobus krijgt algehele bijval en men besluit een brief naar Antiochië te sturen.

Vers 23-29
De brief begint en eindigt met een in die tijd gebruikelijke wijze van begroeting en groet. De brief zelf is kort, maar twee broeders uit Jeruzalem reizen met Paulus en Barnabas mee, om het geschrevene nog eens mondeling te kunnen onderstrepen. Wat opvalt, is dat in de Heilige Geest wordt genoemd als Degene Die geholpen heeft om tot dit besluit te komen (vers 28). Dit is geen overmoed van de vergadering. Petrus had immers getuigd dat de Heilige Geest ook aan de heidenen gegeven was en Jakobus bevestigde dit standpunt vanuit de Schriften die ook door de leiding van de Heilige Geest zijn geschreven en overgeleverd.

Vers 30-32
De ontvangst van de brief is positief. Hij wordt gelezen als een pastorale handreiking vanuit de moedergemeente in Jeruzalem. De onenigheid die was ontstaan over het vraagstuk van het houden aan de Joodse wetten is opgelost. De inhoud van de verkondiging is door het Jeruzalemse besluit zeker gesteld.

Vers 34
Zo kunnen de gezanten uit Jeruzalem dan ook met vrede weer naar de moedergemeente terugkeren. Silas, één van de gezanten blijft, evenals Paulus en Barnabas, echter in Antiochië.



Nog beter in vorm raken?

Wij komen graag langs voor toerusting op maat! Bekijk de dienstenpagina voor ons aanbod of stel je vraag via lydia@goedinvorm.nu.

NEEM CONTACT OP

Heb je een tip?

Deel met ons je idee!

STUUR JE TIP IN

Les A1.50

Alles van

Handelingen 15:11 met uitleg

6 oktober 2021
Deze bijbeltekst met daarbij een korte uitleg hoort bij les A1.50 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Psalm 24:3 met uitleg

7 oktober 2021
Dit Psalmvers met daarbij een korte uitleg hoort bij les A1.50 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Vertelschets over de vergadering in Jeruzalem

5 oktober 2021
Deze vertelschets gaat over Handelingen 15:1-34 en hoort bij les A1.50 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Verwerking - De vergadering in Jeruzalem

1 oktober 2021
Deze verwerking hoort bij les A1.50 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Stel je eigen inspiratielijst samen

Voeg met behulp van het gele plusje items toe aan je inspiratielijst. Alles in één lijstje overzichtelijk bij elkaar voor jouw clubavond of activiteit!