De website heeft recent een grote update gehad in de techniek, waarna nog niet alles weer perfect werkt. Kom je een foutje tegen, kopieer dan de link uit de adresbalk van je browser en deel hem via de chat of per mail, met een korte toelichting van de fout. Daarmee help je ons om de website weer goed in vorm te krijgen. Dankjewel!

Ben je op zoek naar kerstprogramma's? Dan kun je deze ook in één keer downloaden via deze link: Download alle kerstprogramma's.

Bijbeluitleg over Lukas 17:11-19

Deze exegese gaat over Lukas 17:11-19 en hoort bij les T-A2 van het zondagsschoolmateriaal van het LCJ.

Bijbelgedeelte: Lukas 17:11-19

Vers 11
Met nadruk wordt vermeld, dat Jezus op weg is naar Jeruzalem. In deze stad zal Hij gaan lijden en sterven. Ook over de weg naar Jeruzalem valt al de schaduw van het lijden. In dat licht moeten we ook de nu volgende geschiedenis lezen. Als Jezus straks tien melaatse mannen geneest, is dat alleen te danken aan het feit dat Hij Zelf de ziekten op Zich neemt. Jesaja geeft dat al aan: ‘Hij heeft onze krankheden op Zich genomen’ (Jesaja 53:4). In Mattheus 8:16-17 wordt deze tekst heel duidelijk betrokken op de genezingen van bezetenheid en ziekten. Dat een genezing nooit ‘goedkoop’ is, maar de Heere Jezus wel degelijk iets kost, wordt duidelijk zichtbaar in de genezing van de bloedvloeiende vrouw: er gaat kracht van Hem uit (Markus 5:30).
‘Door het midden van Samaria en Galilea’: De kortste weg vanuit Galilea naar Jeruzalem liep via Samaria. De genezing van de melaatse mannen vindt waarschijnlijk plaats in het grensgebied van Samaria en Galilea.

Vers 12
‘Melaatsheid’ is een verzamelnaam voor verschillende huidziekten in de tijd van de Bijbel. Sommige waren ongeneeslijk, andere waren wel te genezen. Omdat bepaalde typen huidziekten besmettelijk en gevaarlijk waren, moest iedereen die melaats was, buiten de gemeenschap, in afzondering leven (zie Numeri 5:2). Vaak zochten melaatsen wel elkaars gezelschap op (zie bijvoorbeeld ook 2 Koningen 7:3). De melaatsen staan ‘van verre’, dat betekent: op grote afstand. De wet verbood hen dichterbij te komen.

Vers 13
Ook al kunnen de melaatsen niet dichtbij de Heere Jezus komen, ze kunnen de afstand die er tussen Hem en hen is, wel overbruggen door ‘hun stem te verheffen’, dat wil zeggen: ze roepen luid. Daar ligt een boodschap in voor ons. Als de HEERE onbereikbaar ver weg lijkt, mogen ook wij ‘onze stem verheffen’ en Hem aanroepen.
De melaatsen roepen drie dingen:

  • ‘Jezus’. Deze naam is bij uitstek de (aan)roepnaam van de Heere Jezus. Er klinkt in mee, dat Hij Zaligmaker van zondaren is (Mattheus 1:21).
  • ‘Meester’. Het Griekse woord betekent letterlijk: ‘degene die erboven staat’. Ze zien Jezus als Degene Die staat boven hun ziekte én boven de afstand die er is tussen Jezus en hen. Door Jezus zó aan te roepen eren ze Hem én pleiten ze tegelijk op Zijn almacht.
  • ‘Ontferm U onzer’: Je mag hier ook vertalen: geef ons een aalmoes. Ze vragen dus, evenals een bedelaar, om iets dat ze niet verdiend hebben. Met deze uitdrukking doen ze een beroep op de genade van de Heere Jezus. Concreet bedoelen ze hier natuurlijk, of Jezus hen wil genezen van hun melaatsheid.
  • Hun gebed bevat voor ons drie lessen. Als wij bidden, mogen we de Heere ook aanroepen als Zaligmaker van zondaren. In ons gebed mogen we pleiten op Zijn almacht: ‘U staat er toch boven’. En vooral mogen we een beroep doen op Zijn genade.

Vers 14
Jezus geneest de tien melaatsen op een bijzondere manier. Hij geeft hun, terwijl ze nog melaats zijn (!), de opdracht om naar de priesters te gaan. Deze hadden de taak om mensen die meenden dat ze van hun melaatsheid genezen waren, te zien en eventueel genezen te verklaren. Ook moest na de genezing van de melaatsheid een offer gebracht worden (zie Leviticus 14:1-32). Terwijl ze nog ziek zijn, stuurt Jezus hen op weg om zich genezen te laten verklaren. Dat is een beproeving voor deze mannen. Wat geloven ze? Hun ogen die hen vertellen dat ze nog melaats zijn? Of het woord van Jezus, dat ze genezen zullen worden? Als ze op weg gaan, worden ze genezen. De Heere is een Waarmaker van Zijn Woord!

Vers 15-16
Tien melaatsen hebben ‘biddag gehouden’; slechts één van de tien ‘houdt ook dankdag’. Daar ligt een waarschuwing in: Hebben we de Heere alleen nodig voor Zijn zegeningen en vergeten we Hem, als we die zegen gekregen hebben?
Hoe ziet de dankdag van die ene melaatse eruit? Ze ligt in het verlengde van zijn biddag: Eerst verhief hij zijn stem om aan Jezus te vragen, of Die hem wilde genezen (vers 13). Nu prijst hij God met luide stem. Hij geeft God dus de eer van zijn genezing.
Een ander kenmerk: hij valt voor de voeten van de Heere Jezus neer en bewijst Hem zo eerbied en vooral dankbaarheid.
Deze man blijkt een Samaritaan te zijn. De Samaritanen stamden af van Israëlieten die zich vermengd hadden met heidense volkeren die ten tijde van de ballingschap in Israël waren komen wonen (2 Koningen 17:24). Vanwege hun halfheidense afkomst werden ze door de Joden veracht. Hier gaat een Samaritaan de Joden echter voor in dankbaarheid, zoals in Lukas 10:30-35 een Samaritaan de Joden voorging in barmhartigheid.

Vers 17-18
Uit Jezus’ woorden blijkt Zijn alwetendheid: Hij weet dat er tien melaatsen genezen zijn. Maar vooral klinkt er verwijt in door: Waarom zijn de negen Joodse melaatsen niet teruggekomen, net als deze man, die nog wel een ‘vreemdeling’ is?
Zo bevat deze geschiedenis een duidelijke boodschap voor ons. We mogen ‘onze begeerten in alles door bidden en smeken bekend laten worden bij God’. Maar dat alles wel ‘met dankzegging’ (Filippenzen 4:6). Laten we niet vergeten om God te danken voor alles wat Hij ons heeft gegeven en gelaten. Heel bijzonder mogen we God wel danken voor wat Hij gaf als verhoring op ons gebed.

Vers 19
‘Uw geloof heeft u behouden’: Let op: het geloof is niet de grond van het behoud van deze man, maar wel het middel waardoor hij deel kreeg aan de ontferming van de Heere. Als de Heere Jezus heel nadrukkelijk zegt, dat het geloof van déze man die in dankbaarheid terugkeerde, hem behouden heeft, zegt Hij daarmee indirect ook iets over een onmisbare eigenschap van het zaligmakend geloof: dat geloof kent altijd iets van de dankbaarheid.



Nog beter in vorm raken?

Wij komen graag langs voor toerusting op maat! Bekijk de dienstenpagina voor ons aanbod of stel je vraag via lydia@goedinvorm.nu.

NEEM CONTACT OP

Heb je een tip?

Deel met ons je idee!

STUUR JE TIP IN

Les T-A2

Alles van

Dankbaarheid

12 januari 2021
Dankbaarheid is blij zijn met wat je van de Heere krijgt en om Wie de Heere Jezus is.
+
Ontwikkeld door

Dankbaarheidsspel

19 oktober 2021
Op een leuke manier met elkaar stil staan bij de zegeningen die we het afgelopen jaar ontvangen hebben, dat kan met dit dankbaarheidsspel.
+

Dankdag vlaggetjes

19 oktober 2021
Hoe ga je het gesprek aan met kinderen en jongeren op dankdag? Dit werkje kan daarbij helpen.
+
Ontwikkeld door

Geloofsleer - Bidden

10 oktober 2021
Deze uitleg van de geloofsleer gaat over bidden en hoort bij les T-A2 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Lukas 17:18 met uitleg

6 oktober 2021
Deze bijbeltekst met daarbij een korte uitleg hoort bij les B3.38 en T-A2 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Psalm 32:6 met uitleg

7 oktober 2021
Dit Psalmvers met daarbij een korte uitleg hoort bij les C2.1, C2.2 en T-A2 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Uitgelichte items

Avondmaal

30 oktober 2020
Het Avondmaal laat zien dat de Heere Jezus Zijn lichaam en bloed geofferd heeft tot vergeving van de zonden. Als je door het geloof het Avondmaal …
+
Ontwikkeld door

Belijdenis doen

5 januari 2021
Ik zou het als een grote zegen zien als jij door deze inleiding een verlangen krijgt naar het doen van openbare geloofsbelijdenis, omdat de Heere …
+
Ontwikkeld door
LCJ

Stel je eigen inspiratielijst samen

Voeg met behulp van het gele plusje items toe aan je inspiratielijst. Alles in één lijstje overzichtelijk bij elkaar voor jouw clubavond of activiteit!