De website heeft recent een grote update gehad in de techniek, waarna nog niet alles weer perfect werkt. Kom je een foutje tegen, kopieer dan de link uit de adresbalk van je browser en deel hem via de chat of per mail, met een korte toelichting van de fout. Daarmee help je ons om de website weer goed in vorm te krijgen. Dankjewel!

Bijbeluitleg over Markus 9:14-29

Deze exegese gaat over Markus 9:14-29 en hoort bij les B2.24 van het zondagsschoolmateriaal van het LCJ.

Bijbelgedeelte: Markus 9:14-29

Intro
Deze geschiedenis volgt op de verheerlijking op de berg (Markus 9:2–13). Het gaat letterlijk vanuit de hoogte naar de diepte.

Vers 14 – 15
Terug van de berg waar Hij verheerlijkt werd, vindt Jezus Zijn discipelen verwikkeld in een twist met een paar Schriftgeleerden. Om hen heen staat een grote menigte uit het volk. De menigte is ‘verbaasd’ als ze Jezus zien. Het lijkt er op dat er met Jezus net zo iets aan de hand is als met Mozes toen hij van de berg kwam. Toen straalde zijn gezicht vanwege Gods heerlijkheid (Exodus 34:29–30).

Vers 16 – 18
Jezus laat zich door de menigte niet afleiden maar stelt de Schriftgeleerden meteen de vraag waarover ze twisten. Degene voor wie het probleem echt nood is, antwoordt: de vader van een maanziek kind, een jongen die al vanaf zijn jeugd epilepsie is bezeten door een stomme geest - dat wil zeggen; eentje die niet spreekt (in tegenstelling tot anderen; zie bijvoorbeeld Markus 5:9). De gevolgen voor de jongen zijn dramatisch. Hoewel in de symptomen elementen van wat wij epilepsie noemen, aanwezig zijn, is er duidelijk meer aan de hand. De duivel is er duidelijk op uit om de jongen kwaad te doen of om te brengen. Dat de Heere Jezus de geest uitdrijft, is zowel een overwinning op de satan als een ongedaan maken van de gevolgen van de zonde. De jongen vertoont trekken van razernij, verwondt zich en ‘verdort’ – dat wil zeggen; hij gaat er (bijna) aan onderdoor. De man heeft zijn zoon bij de discipelen gebracht in de hoop dat zij hem konden genezen. Maar dat gebeurde niet. Is dat vreemd? Ja, want de discipelen hadden van de Heere Jezus de mogelijkheid van genezen gekregen; zie daarvoor Markus 6: 12–13. Het was een bijzonder teken van hun Goddelijke opdracht. Maar nu missen de discipelen die kracht. Dat grijpen de Schriftgeleerden aan om de geloofwaardigheid van de discipelen –en op een dieper niveau ook van hun Meester- in twijfel te trekken.

Vers 19 – 20
Zo kort na een ontmoeting met Zijn vader en Mozes en Elia, wordt de Heere Jezus geconfronteerd met de machten/geesten van de hel. Jezus’ klacht over ‘dit ongelovig geslacht’ is gericht aan de mensen om hem heen, aan Zijn discipelen. Maar we kunnen er ook een klacht over de macht van de boze geesten in beluisteren. Hoe lang nog zullen ze hun macht uitoefenen in bezetenheid, maar ook in het zaaien van twijfel in de harten van de gelovigen? Hoe lang zal de Heere dit nog moeten verdragen? Jezus zucht en lijdt er onder maar het houdt Hem niet af van Zijn plan. Hij roept de man en zoon bij zich. Nu de confrontatie dichterbij komt, zet de onreine geest alles op alles om de jongen nog een keer te raken.

Vers 21 – 24
Op Jezus’ vraag blijkt dat de jongen al van kinds af bezeten is. De vader vertelt opnieuw over de manier waarop de geest zijn zoon probeert te pijnigen en zelfs te doden. Dan zegt hij: ‘Zo Gij iets kunt, wees met innerlijke ontferming over ons bewogen, en help ons.’ Je hoort een mengeling van geloof en ongeloof. Hij wil het geloven dat Jezus kan redden (want innerlijke ontferming verwijst in de Bijbel altijd naar God). Tegelijk kan hij het bijna niet geloven (als Gij het kunt…). Jezus’ reactie is kort en richt zich op de noodzaak van geloof. Geloof in Hem. Voor wie werkelijk in de Heere Jezus gelooft, zijn alle dingen mogelijk. Want dan weet je op Wie je je vertrouwen stelt. Op de God die alle macht heeft over leven en dood. De vader blijkt te beseffen hoe het er met hem voorstaat. Hij gelooft, maar bidt meteen om kracht om tegen zijn ongeloof te strijden. Concreet zie je hier: de gelovige heeft het meest last van zijn ongeloof!

Vers 25 – 27
Exorcisten (duivelbezweerders) uit Jezus’ tijd hadden vaak allerlei rituelen die zij en de bezetenen moesten doorlopen voordat de bevrijding kwam. De Heere Jezus toont hier Zijn autoriteit door Zijn machtswoord te spreken. Hij ziet dat de menigte samenstroomt, maar Hij is niet uit op de toejuichingen van de massa. Hij is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren is. Hij bestraft de onreine geest, stuurt hem weg en beveelt hem nooit meer terug te komen (zie hierbij ook Mattheüs 12:44). De boze geest geeft zich niet gemakkelijk gewonnen. Onder geschreeuw en hevige stuiptrekkingen gaat hij uit de jongen. De demon wil de indruk wekken dat hij de macht over het leven van de jongen heeft. De mensen die er om heen staan, hebben het misschien ook wel even gedacht. Maar als de jongen ‘als dood’ neervalt, blijkt juist dat Jezus overwinnaar is: Hij grijpt zijn hand en richt hem op.

Vers 28 – 29
In deze verzen ontmoet je de Heere Jezus en de discipelen weg van de massa in een huis. Daar vragen de discipelen wat er mis is gegaan. Waarom hadden zij niet de macht die ze eerder wel hadden? Het antwoord van de Heere Jezus is dat dit geslacht (de boze geesten) slechts verslagen kan worden door bidden en vasten. Met andere woorden: Jezus heeft Zijn kerk veel gegeven maar het is geen bezit dat om het zo te zeggen ‘in onze binnenzak zit’. Het vraagt gebed (gericht zijn op God) en vasten (afzien van dingen die je van God (kunnen) afhouden) om in Gods kracht leven. Dat vasten in onze traditie nauwelijks meer voorkomt, is misschien wel historisch verklaarbaar (uit verzet tegen vreemde vastenpraktijken in de Roomse kerk). Maar deze tekst zou ons wel moeten laten nadenken over hoe we het dan wel vorm zouden moeten geven



Nog beter in vorm raken?

Wij komen graag langs voor toerusting op maat! Bekijk de dienstenpagina voor ons aanbod of stel je vraag via lydia@goedinvorm.nu.

NEEM CONTACT OP

Heb je een tip?

Deel met ons je idee!

STUUR JE TIP IN

Les B2.24

Alles van

Geloof

10 november 2020
Geloof is een vast vertrouwen dat God al je zonden vergeven wil, omdat Jezus Christus de straf daarvoor gedragen heeft. Dat vertrouwen geeft God in …
+
Ontwikkeld door

Markus 9:23 met uitleg

6 oktober 2021
Deze bijbeltekst met daarbij een korte uitleg hoort bij les B2.24, B3.6 en C3.2 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Plaatmateriaal - De maanzieke jongen

1 oktober 2021 Door Free Bible Images
Dit plaatmateriaal hoort bij les B2.24 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door

Psalm 27:7 met uitleg

7 oktober 2021
Dit Psalmvers met daarbij een korte uitleg hoort bij les B2.23 en B2.24 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Vertelschets over de maanzieke jongen

5 oktober 2021
Deze vertelschets gaat over Markus 9:14-29 en hoort bij les B2.24 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Verwerking - De maanzieke jongen

1 oktober 2021
Deze verwerking hoort bij les B2.24 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Uitgelichte items

Avondmaal

30 oktober 2020
Het Avondmaal laat zien dat de Heere Jezus Zijn lichaam en bloed geofferd heeft tot vergeving van de zonden. Als je door het geloof het Avondmaal …
+
Ontwikkeld door

Belijdenis doen

5 januari 2021
Ik zou het als een grote zegen zien als jij door deze inleiding een verlangen krijgt naar het doen van openbare geloofsbelijdenis, omdat de Heere …
+
Ontwikkeld door
LCJ

Stel je eigen inspiratielijst samen

Voeg met behulp van het gele plusje items toe aan je inspiratielijst. Alles in één lijstje overzichtelijk bij elkaar voor jouw clubavond of activiteit!