Bijbeluitleg over Mattheus 15:21-28

Deze exegese gaat over Mattheus 15:21-28 en hoort bij les B1.28 van het zondagsschoolmateriaal van het LCJ.

Bijbelgedeelte: Mattheus 15:21-28

Intro

Na veel genezingen in Gennésareth en omstreken verricht te hebben (Mattheüs 14:30-36) komen Farizeeën tot Jezus om met Hem te discussiëren (Mattheüs 15:1-20). Jezus’ oordeel over deze mensen is scherp. Aan Zijn discipelen verklaart Jezus sommige dingen nader waarbij Hij benadrukt dat het kwaad niet allereerst van buiten ons komt, maar voortkomt uit ons hart (15:19). In de geschiedenis die nu volgt, wordt duidelijk dat de onderscheiding tussen reine en onreine mensen ook anders ligt dan velen in Jezus’ dagen dachten.

Vers 21
Jezus verlaat het Joodse land en trekt een heidens land binnen. Tyrus en Sidon lagen ten noorden van Galilea. Deze streek stond bekend als heidens, Sidon was de geboorteplaats van de goddeloze koningin Izebel (1 Koningen 16:31), maar in de tijd van Izebel was hier ook een weduwe die op een bijzondere manier onderhouden werd door de profeet Elia. Deze vrouw werd ook een gelovige (zie 2 Koningen 17:8-24). In deze streek woonden niet alleen heidenen maar ook Joden. Vandaar wellicht dat er onder heidenen hier ook de nodige kennis over de God van Israël was.

Vers 22
Een Kananese vrouw is een Kanaänietische vrouw. Deze mensen werden door de Joden in Jezus’ dagen gezien als verachtelijk en moreel verdorven. Wat mensen ook van haar denken, deze vrouw heeft maar één verlangen en dat is dat Jezus zich ontfermt over haar en haar dochter. Het woord dat vertaald wordt met ‘riep’ zou je eigenlijk moeten vertalen met ‘schreeuwen’. Deze vrouw heeft blijkbaar al veel over Jezus gehoord. Ze spreekt Hem, net als de discipelen aan met ‘Heere’ en noemt Jezus ook ‘Zoon van David’. Deze woorden verwijzen naar Jezus’ ambtelijke werk als door God gezonden Verlosser.

Vers 23-24
Jezus geeft eerst geen antwoord. De discipelen zijn de eersten die Jezus’ zwijgen proberen te doorbreken. Ze worden de vrouw met haar geroep zat en willen dat Jezus iets doet. Wat wil Hij daarmee duidelijk maken? Is Hij er echt alleen voor Israël? Nee, want de oude profetieën zeiden al dat de lijdende Knecht wél allereerst moest lijden voor Zijn eigen volk (Jesaja 40:11) maar Zijn doel is ten diepste dat alle volken zullen komen tot de God van Israël (Jesaja 42:6 en Jesaja 49:6-7). Vers 24 moet je daarom zo lezen dat de Heere Jezus hier zegt dat Hij wel allereerst gekomen is voor de verloren schapen van het huis van Israël. Dat daarna de volken ook in beeld komen, wordt later duidelijk. De kern waarbij het daar om draait, wordt in deze geschiedenis ook helder. Het gaat om geloof in God en Zijn Woord. Dat geloof wordt zichtbaar bij deze heidense vrouw. Andere verklaarders trekken nog een andere lijn: Jezus negeert haar eerst om de roeping van Zijn Vader te vervullen. Pas na Pinksteren zullen de heidenen delen in Israëls zegeningen en door het geloof zalig worden. Zijn rondwandeling markeert de grens van de oude en de nieuwe bedeling. Tot nu toe was alleen nog bij de hoofdman van Kapernaüm het geloof in Christus openbaar gekomen. Volgens deze verklaring bedoelen de discipelen met hun vraag een eind aan het geschreeuw van de vrouw te maken niet, dat de Heere Jezus haar te woord moet staan of zelfs moet helpen.

Vers 25-28
Mattheüs zegt niet dat de vrouw Jezus’ woorden gehoord heeft. Hij vertelt alleen dat de vrouw komt, Jezus aanbidt en Hem smeekt haar te verhoren. Met andere woorden; deze vrouw erkent Jezus als door God gezonden Messias. En let er op dat ze nu in tweede instantie niet specifiek om genezing van haar dochter vraagt maar ‘slechts’ zegt: ‘Help mij’. Daarmee brengt ze haar hele leven bij Hem. Ze heeft Hem met alles van haar leven nodig.
Jezus reactie naar de vrouw klinkt opnieuw afwijzend. Hij vergelijkt Gods heil met brood dat aan de kinderen gegeven wordt. De kinderen zijn hier het beeld van Israël als uitverkoren volk van God, terwijl Hij met ‘hondekens’ de heidenen bedoelt, een benaming die voor deze vrouw kwetsend moet overkomen. Omdat Jezus allereerst naar hen gezonden is, is het niet betamelijk (goed of eerlijk) om anderen te laten voorgaan. Het wonderlijke in de reactie van de vrouw is dat zij over deze volgorde van het heil niet in discussie gaat. Sterker nog: ze aanvaardt Jezus’ veroordelende woorden, zoals te horen is in haar antwoord: ‘Ja, Heere’. Tegelijk blijft ze toch hoopvol en pleit ze op grond van Zijn woorden. Ze vertrouwt er op dat de genade van God rijk en overvloedig genoeg is om naast Israël ook anderen er in te laten delen. Daarvoor sluit ze aan bij het beeld van jonge hondjes die rond de tafel lopen waaraan de kinderen eten. Het gaat er bij dit beeld niet om dat deze vrouw zich ten op- zichte van anderen mensen vernedert. Wat ze wél doet, is dat ze met dit beeld duidelijk maakt dat ze zich voor God heel nederig opstelt. Een nederigheid die samengaat met vertrouwen in Gods grote goedheid. Luther wijst er bij de uitleg van dit gedeelte op dat we hiervan moeten leren dat we bij God altijd aan moeten houden ook al lijkt het alsof God ons afwijst. Door alle dingen heen wil Jezus het geloof van deze vrouw beproeven opdat de echtheid er van aan het licht komt.
Jezus’ antwoord maakt duidelijk hoe Hij naar deze vrouw kijkt. Het geloof dat men van de ‘kinderen’ zou verwachten, blijkt bij een heiden in rijke mate aanwezig te zijn: Hij zegt dat ze een groot geloof heeft.
Dat heeft volgens sommigen te maken met haar volharding, volgens anderen met haar nederigheid, volgens weer anderen met haar vertrouwen in de grootheid van Gods genade. Al die dingen horen bij elkaar. Het was het werk van de Heilige Geest in haar. In één zin: een waar geloof denkt groot over God en verwacht grote dingen van God. Het is een overwinnend geloof omdat niets deze overtuiging weg kan nemen. Geen afwijzing van mensen, geen beproeving doordat het soms lang moet wachten voordat God duidelijkheid geeft: een waar geloof weet zeker: God is goed! En denkt tegelijkertijd klein van zichzelf: ‘Hij moet toenemen, ik minder worden.’



Nog beter in vorm raken?

Wij komen graag langs voor toerusting op maat! Bekijk de dienstenpagina voor ons aanbod of stel je vraag via lydia@goedinvorm.nu.

NEEM CONTACT OP

Heb je een tip?

Deel met ons je idee!

STUUR JE TIP IN

Les B1.28

Alles van

Uitleg over reinheid

16 mei 2022
Deze verwerking hoort bij les B1.28 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Mattheüs 15:25 met uitleg

6 oktober 2021
Deze bijbeltekst met daarbij een korte uitleg hoort bij les B1.28 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Plaatmateriaal - De Kananese vrouw

1 oktober 2021
Dit plaatmateriaal hoort bij les B1.28 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Psalm 146:5 met uitleg

7 oktober 2021
Dit Psalmvers met daarbij een korte uitleg hoort bij les B1.28 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Vertelschets over de Kananese vrouw

5 oktober 2021
Deze vertelschets gaat over Mattheus 15:21-28 en hoort bij les B1.28 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Verwerking - De Kananese vrouw

1 oktober 2021
Deze verwerking hoort bij les B1.28 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Uitgelichte items

Avondmaal

30 oktober 2020
Het Avondmaal laat zien dat de Heere Jezus Zijn lichaam en bloed geofferd heeft tot vergeving van de zonden. Als je door het geloof het Avondmaal …
+
Ontwikkeld door

Belijdenis doen

5 januari 2021
Ik zou het als een grote zegen zien als jij door deze inleiding een verlangen krijgt naar het doen van openbare geloofsbelijdenis, omdat de Heere …
+
Ontwikkeld door
LCJ

Stel je eigen inspiratielijst samen

Voeg met behulp van het gele plusje items toe aan je inspiratielijst. Alles in één lijstje overzichtelijk bij elkaar voor jouw clubavond of activiteit!