Bijbeluitleg over Mattheüs 26:17-35

Deze exegese gaat over Mattheüs 26:17-35 en hoort bij les C2.37 van het zondagsschoolmateriaal van het LCJ.

Bijbelgedeelte: Mattheüs 26:17-35
Intro
Er gebeurt veel in dit gedeelte. De Heere Jezus viert met Zijn discipelen voor de laatste keer het Pascha. Tijdens die maaltijd wordt Judas ontmaskerd, stelt Jezus het Heilig Avondmaal in en wordt Petrus gewaarschuwd. Let er op dat dit de laatste dingen zijn die Jezus doet voordat Hij gevangen genomen wordt.

Vers 17 – 20
Het Joodse Pascha begon op een avond met het eten van ongezuurd brood (Exodus 12:17). Ergens in de loop van deze dag vragen de discipelen aan Jezus waar Hij wil dat ze het Pascha zullen vieren. Jezus geeft een wonderlijke opdracht. Het lijkt er op dat ze een willekeurig persoon moeten aanschieten. In Markus 14:13 en Lukas 22:14 wordt er wel bij gezegd waar ze hem aan herkennen zullen. Hier niet. Mattheüs legt alle nadruk op wat ze tegen deze man moeten zeggen: ‘De Meester zegt: Mijn tijd is nabij.’ Als je in de Evangeliën nagaat wat ‘Mijn tijd’ betekent, zul je ontdekken dat dit altijd betrekking heeft op Jezus’ dood. Dus, Jezus laat het Pascha voorbereiden maar zegt er meteen bij dat het deze keer ‘Zijn tijd’ is. Of de discipelen dat nu begrijpen, is de vraag. Tot het laatst toe merk je bij hen dat ze niet inzien dat de Heere Jezus móest sterven. Heel veel van wat Jezus gezegd heeft, dringt pas later tot hen door.
Op deze avond viert Jezus het Pascha maar de Joden vierden het een dag later zoals vooral blijkt uit Johannes 18:28. De kanttekeningen vermelden hierbij dat het een oud Joods gebruik is in verband met de sabbat. Voor een vertelling gaat het wat ver om dat helemaal uit te werken. Wat wél belangrijk is, is dat hier duidelijk wordt dat Jezus wél precies op de door God ingestelde dag Zichzelf als een offer gegeven heeft en geofferd is.

Vers 21 – 25
Jezus woorden brengen een schok van schrik teweeg. Opvallend is dat alle discipelen vragen ‘ben ik het’ terwijl er maar één is die het van zichzelf zeker weet. De elf discipelen worden intens verdrietig van alleen al de gedachte dat één van hen zover zal komen. Zij vatten Jezus’ woorden ook als een waarschuwing op. Hun vraag is dan ook oprecht. De uitdrukking ‘die de hand met Mij in de schotel doopt’ duidt op vriendschap en gastvrijheid. Verraad van zo iemand was daarom een dubbele schending. Let hierbij ook op Psalm 41:10.
Judas is niet (meer) gevoelig voor de woorden van Jezus. Ook niet voor Zijn dreigende waarschuwing. Hij doet alsof hij nergens van weet. Let er overigens op dat in de waarschuwing van Jezus Gods raad en menselijke verantwoordelijkheid samengaan. Nooit mag het geloof in Gods voorzienigheid leiden tot de gedachte dat dit onze verantwoordelijkheid vermindert.

Vers 26 – 30
Het was gebruikelijk dat de gastheer brood nam en uitdeelde tijdens het Pascha. Het verschil is echter dat Jezus deze keer bij het brood niet terugwijst naar de bevrijding uit Egypte. Hij wijst vooruit naar Zijn lijden en sterven. Deze ‘vernieuwing’ was misschien toen nog niet helemaal duidelijk voor de discipelen. Het hoort bij een van de dingen die ze later wel gingen verstaan.
Na de maaltijd spreekt Jezus een gelofte uit voor de toekomst. Hij verwijst naar ‘die dag’. Daarbij moet je denken aan profetieën over Gods koninkrijk. De komst daarvan wordt bijvoorbeeld in Jesaja 25:6 omschreven als een feestmaal met daarbij horende wijn. Zie hierbij ook Openbaring 19.
De lofzang is een psalm uit het zogenaamde Hallel (Psalm 113–118) dat de Joden tijdens de Paasmaaltijd zongen.

Vers 31 – 35
Judas is er niet meer bij als Jezus met Zijn discipelen onderweg gaat naar de Olijfberg (zo’n 15 minuten lopen). De andere discipelen zijn echter ook niet volmaakt. Jezus waarschuwt nu hen ook speciaal. Ze zullen ‘geërgerd’ worden. Dat betekent: ze zullen aanstoot nemen aan Jezus. Zijn houding en gedrag zullen hen zo bevreemden dat ze Hem gaan verlaten. Het meest wonderlijke is nu echter dat Jezus dit vooruit weet en hen toch verzekert van Zijn blijvende liefde voor hen. Dat blijkt uit de toegevoegde belofte. Ze hoeven later niet te twijfelen of Jezus hen nog wil ontmoeten. Hij zegt het nu alvast: Hij gaat hen voor naar Galilea. In Mattheüs 28:10 hoor je door de mond van de engelen als het ware een echo van deze belofte.
Petrus denkt er het zijne van. Nu niet meer de vraag ‘ben ik het’ maar een stellige bewering van deze discipel. Met zijn opmerking plaatst hij zichzelf min of meer boven de andere discipelen. Als het er op aankomt, zal hij de beste zijn. Maar Petrus die inderdaad wel een belangrijke positie zal gaan innemen, zal deze nacht nog moeten leren dat hij die plek alleen krijgt door Gods genade. Jezus waarschuwt Petrus dat hij over zeer korte tijd zal weten dat zijn opmerking veel te veel eigendunk verraadt. Drie keer is in de Bijbel altijd ook een symbolisch getal. Na drie keer is de maat vol. Dan is het afgerond. Petrus wordt met andere woorden gewaarschuwd dat hij maar niet per ongeluk eens een keer Jezus zal verloochenen maar heel bewust en concreet.
Petrus toevoeging ‘al moest ik ook met U sterven’ is heel opvallend. Want wat Petrus juist deze nacht gaat ‘zien’ is dat niet hij voor Jezus maar Jezus voor hem gaat sterven. En dat sterven geeft hoop. Door dat sterven heeft Jezus het leven voor Petrus en voor al Zijn kinderen verdiend. Dat sterven heeft dan ook zin.
Let er overigens op dat er dan ook nog staat dat al de andere discipelen Petrus’ woorden overnemen. Ze zijn er net zo diep van overtuigd als Petrus. Petrus’ verloochening en het feit dat Jezus hem later ook weer aanneemt als discipel zal voor hen allemaal een duidelijk teken geweest zijn. Je hoeft niet altijd zelf in een bepaalde zonde te vallen om te weten dat je er gevoelig voor bent. Wie zichzelf leert kennen ‘voor Gods aangezicht’ beseft ook waar hij voor bewaard wordt.)



Nog beter in vorm raken?

Wij komen graag langs voor toerusting op maat! Bekijk de dienstenpagina voor ons aanbod of stel je vraag via lydia@goedinvorm.nu.

NEEM CONTACT OP

Heb je een tip?

Deel met ons je idee!

STUUR JE TIP IN

Les C2.37

Alles van

Avondmaal

30 oktober 2020
Het Avondmaal laat zien dat de Heere Jezus Zijn lichaam en bloed geofferd heeft tot vergeving van de zonden. Als je door het geloof het Avondmaal …
+
Ontwikkeld door

Opdracht - Bittere kruiden

16 mei 2022
Deze verwerking hoort bij les C2.37 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Het paasfeest

16 juni 2022
Deze verwerking hoort bij les 50 van deel 2 van de crèchemethode 'Kijk en luister'.
+
Ontwikkeld door

Plaatmateriaal - De paasmaaltijd

1 oktober 2021 Door Free Bible Images
Dit plaatmateriaal hoort bij les C2.37 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Vertelschets over de paasmaaltijd

5 oktober 2021
Deze vertelschets gaat over Mattheüs 26:17-35 en hoort bij les C2.37 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Stel je eigen inspiratielijst samen

Voeg met behulp van het gele plusje items toe aan je inspiratielijst. Alles in één lijstje overzichtelijk bij elkaar voor jouw clubavond of activiteit!