Een overdenking over de bekende geschiedenis uit Marcus 4: de Heere Jezus en Zijn discipelen tijdens de storm op het meer van Galilea.
We gaan de bekende geschiedenis lezen van de Heere Jezus en de discipelen tijdens de storm op het meer van Galilea.
Vers 33
Door vele gelijkenissen sprak Hij het Woord. De Heere Jezus luistert naar het volk en past zo het onderwijs toe op hun situatie. De Heere Jezus had ontzettend drukke dagen. Hij begon met onderwijs geven in de vroege ochtend tot de late avond. Dat moet dus erg intensief zijn geweest! Niet gek dus dat Hij s ’nachts als een blok in slaap viel en niks meer van Zijn omgeving mee kreeg.
In een eenvoudige visserskotter varen de discipelen met de Heere Jezus naar de overkant van het meer van Galilea. Een reis van 10 kilometer naar de overkant van het meer. Het meer is 20 kilometer lang, 10 kilometer breed en 50 meter diep. Rondom het meer liggen allemaal heuvels van wel 300 meter hoog. Voor de discipelen aan boord is het een hele bekende omgeving. Zij weten ook hoe het soms kan spoken op het meer.
Vers 38
Jezus valt in een diepe slaap. Terwijl de Heere Jezus slaapt, ontstaat er vanuit de diepte een grote zeebeving: een seismos. Dit staat ook in Mattheüs 8. Tegelijkertijd met deze zeebeving komt er ook nog een grote storm bij. De dicipelen waren ervaren vissers en hebben er vast alles aan gedaan om heelhuids door de storm te komen. Maar met tevergeefse pogingen. De dicipelen kijken de dood in ogen.
Wat maakte de discipelen zo bang? De dicipelen waren niet alleen bang voor de storm, maar realiseerden zich ook vanuit de Schriften welke dreigende machten en krachten zich in de zee zelf bevonden. Deze donkere, demonische kant van de zee komen we ook in Genesis al tegen. Denk maar aan de ontstaansgeschiedenis van de aarde: alles was bedekt met donkere, diepe wateren. Daarom was de aarde woest en ledig. Letterlijk staat er in de grondtekst: ongeordend. Die grote kolkende zee staat ook symbool voor onze zonde en onze ongehoorzaamheid richting God.
De vissers moeten deze dreiging ook gevoeld hebben, de dood kwam op hen af. Zij moeten geweten hebben dat hun ondergang nabij was. Misschien herken je dit gevoel wel. Als de stormen van het leven razen en je geen uitweg meer ziet. Als je geconfronteerd wordt met een erge ziekte, als er mensen in je nabije omgeving overlijden, als je verdelende ruzies in je familie meemaakt of als je ontslagen wordt. Ook een christen krijgen te maken met de krachten en machten van de ondergang. Misschien heb je dan ook wel de vraag 'God waar bent U? Waarom slaapt U?' Misschien is de nood in ons leven wel een manier van de Heere om ons te laten roepen tot een slapende Jezus. Hij gebruikt stormen in het leven om je naar Jezus te laten vluchten.
De discipelen maken Jezus wakker. Zij zenden een noodsignaal uit naar de Heere Jezus. Zij zeggen: ‘wij vergaan!’ De dicipelen denken echt dat zij met Jezus aan boord kunnen vergaan. Hierin zien we een klein geloof bij de discipelen. En de Heere Jezus reageert hierop. Hij bestraft de storm en zeebeving. Misschien vind je het wel vreemd dat de Bijbel de demonen en donkere krachten zo verbindt aan de zee. Ondanks dat het geschapen is door God, laten de bestraffende woorden van Jezus zien dat achter die donkere golven ook duistere machten en krachten zijn. De zee en de wind moeten op Jezus’ woord zwijgen. Direct veranderen die metershoge golven in een rustig kabbelende zee. Per direct is er een einde gekomen aan die stormwind en zeebeving. Dan begint Jezus weer te onderwijzen. Hij verwijt de discipelen dat zij zonder geloof zijn geweest. Jezus zegt: 'waarom was je zo bang? Ik ben toch aan boord?' Hij zegt ook tegen ons: 'In de stormen van het leven ben Ik er bij!'
'Hij zegt ook tegen ons: 'In de stormen van het leven ben Ik er bij!'
Wat heeft deze geschiedenis ons te zeggen? De Heere Jezus is er bij als het stormt in jouw leven. Als we op de omstandigheden, de hoge golven of de zware wind letten, kunnen we vergaan. Als we op Hem vertrouwen niet. Klein geloof laat zich zo snel leiden door omstandigheden, twijfelt zo snel aan Jezus liefde en macht. We hebben dan weinig vertrouwen en veel angst. Veel vrees in plaats van vreugde. De engelse puritein Ryle zegt: 'Houd het geloof gereed zodat zodra de stormen komen, je kunt vertrouwen op Hem. Houd het geloof dan gereed!'
De engelse puritein Ryle zegt: 'Houd het geloof gereed zodat zodra de stormen komen, je kunt vertrouwen op Hem. Houd het geloof dan gereed!'
Jezus moet wel heel eerlijk het gebrek aan geloof aanwijzen. Maar in Zijn genade en liefde neemt Hij geen afscheid van Zijn discipelen. Hij ziet dat Zijn volgelingen angstig en kleingelovig zijn. Als Jezus al zoveel geduld heeft met zijn discipelen, mogen wij ook wel geduldig zijn richting elkaar. Die discipelen waren geen engelen, maar mensen die nog midden in de wereld staan, zwakke en zondige mensen zoals wij allemaal. Jezus gebruikt stormen in het leven om meer van Hem te leren kennen. Als de stormen komen, gaan we ook de vragen stellen aan Hem. Juist dan zegt Hij: 'Stel de vragen maar, zoek het maar bij Mij. Ook dan zijn de zeeën en winden aan Mij onderworpen.' Zijn wij in onze storm tot de Heere Jezus gevlucht?
Markus laat het constant terugkomen in zijn boek: wie is toch die Jezus? Die vraag is het belangrijkste: wie is de Heere Jezus voor ons? Die vraag stelt Hij ook aan ons in de stormen van het leven. Is het al onze belijdenis: Gij zijt de Christus?