Deze verwerking hoort bij les A1.2 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Charles Spurgeon was een Engelse predikant die leefde in de 19e eeuw. Er zijn veel preken van hem bewaard en hij heeft veel boeken geschreven. Een van zijn boeken heet ‘Rondom de enge poort’ en daarin vertelt hij het volgende verhaal:
“Ik heb eens gehoord van een meester die aan de kinderen op de zondagsschool wilde uitleggen wat geloof is. Hij haalde zijn horloge tevoorschijn en zei tegen een van de jongens: “Ik wil je dit horloge geven. Wil je het hebben?” John dacht na over wat de bedoeling van de meester kon zijn en hij pakte de schat niet aan, maar gaf ook geen antwoord. Toen zei de meester tegen de jongen ernaast: “Henry, hier is het horloge. Het is voor jou, wil je het hebben?” Bescheiden zei Henry: “Nee, meneer, dank u wel.” De meester bood het verschillende jongens aan, maar niemand durfde het horloge aan te nemen. Tenslotte was er een jongen die niet heel diep nadacht, maar spontaan zei: “Alstublieft meneer!” Hij kreeg het horloge en stopte het in zijn zak. Toen ontdekten de andere jongens dat hun vriend een horloge had gekregen, dat zij ook hadden kunnen hebben. Een van hen vroeg aan de meester: “Mag hij het houden?” “Natuurlijk”, zei de meester. “Ik vertelde toch dat ik het wilde geven. Maar niemand van jullie wilde het hebben...” John zuchtte diep. “Als ik geweten had dat u het meende, dan had ík het horloge gehad!”
Spurgeon zegt over dit verhaal: “Ik wilde wel dat ik altijd op die ene jongen leek. Dan zou ik eenvoudig geloven wat God aan mij belooft.”
Bewerkt n.a.v. ‘Rondom de enge poort’ (pag. 31-33), geschreven door C.H. Spurgeon
- Wat lees je in het verhaal over een belofte?
- Wat leer je hiervan over de beloften van God?
- Begrijp je wat dominee Spurgeon over dit voorbeeld zegt? Probeer eens in je eigen woorden uit te leggen wat geloof en belofte met elkaar te maken hebben.