Deze verwerking hoort bij les A1.8 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
De keizer van Rome zegt op een dag tegen een Joodse rabbi: “Nu wil ik jullie God zien.”
“Onmogelijk”, zegt de rabbi.
“En toch wil ik Hem zien.”
De rabbi neemt de keizer mee naar buiten en zet hem met zijn gezicht helemaal in de zon.
”Kijkt u maar eens recht in de zon.”
“Dat kan helemaal niet”, zegt de keizer, “dat is oogverblindend”
“Precies”, zegt de rabbi, “de zon is maar één van de vele dienaren van God in de wereld. U kunt er niet eens in kijken. Hoe zou u dan de oogverblindende majesteit van God kunnen aanschouwen?
Wat leer je uit dit verhaal over het beeld van God? Waarom mogen en kunnen wij geen beeld van God maken?