Deze verwerking hoort bij les A1.38 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Nodig: twee houten balkjes, hamer, spijkers, witte briefjes en pennen
Werkwijze
- Maak van de twee houten balkjes een kruis.
- Geef aan de kinderen een pen en witte briefjes. Schrijf op deze briefjes zonden waar de Heere Jezus de straf voor moest dragen aan het kruis.
- Laat de kinderen deze briefjes (indien mogelijk) zelf met een hamer en een spijker aan het kruis slaan.
Vragen/gesprek
Praat na afloop met elkaar over de volgende vragen:
- Wat dacht je toen je de briefjes aan het kruis spijkerde?
- Lees 1 Petrus 2:24. Wat betekenden onze zonden voor de Heere Jezus? Denk jij daar weleens aan?
- Hoe kun je een hekel krijgen aan de zonde?