Deze verwerking hoort bij les A2.14 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Verhaal - een hoge prijs
Soendar Sing was een tot het christelijke geloof bekeerde boeddhist. Hij trok als evangelist door de wereld. Hij vertelt ergens dat er in India in een dorpje twee jonge mannen zaten te dobbelen. Dat was daar ten strengste verboden. Ze werden betrapt en gevangen gezet. De ene jongen was binnen een paar dagen vrij.
Zijn ouders waren schatrijk en kochten hem voor een grote som geld vrij.
De andere jongen was niet zo eenvoudig vrij te kopen, omdat het geld er niet was. Hij was de zoon van een straatarme weduwe. Ze kon zelf maar nauwelijks rondkomen, laat staan dat ze het hoge losgeld kon betalen. En wat deed ze? In de avonduren nam ze er een baantje bij. Ze deed heel zwaar werk. Ze sjouwde stenen uit de droge bedding van een rivier. Met haar blote handen. Die handen raakten gewond en bebloed. Voorgoed stonden daar de littekens in. Het waren de littekens van haar diepe moederliefde. Maandenlang werkte en sjouwde ze, totdat ze het vereiste bedrag bij elkaar had. Toen kocht ze haar jongen vrij. Wat een dag!
Toen die jongen weer door het dorp liep, zag hij zijn oude kameraad.
Die vroeg, alsof er niets gebeurd was: “doe je mee een potje dobbelen?” “Dat kan ik niet”, reageerde de jongen. Z’n oude maat begon wat spottend te lachen:
“Jij niet kunnen? Je weet wel beter!”
“Nee”, zei de jongen, “ik kan niet meer dobbelen, want mijn vrijheid heeft het bloed van mijn moeder gekost. Ik kan het echt niet meer doen."
Praat met elkaar over de volgende vragen:
- Waarom wilde de jongen zijn oude leven niet meer oppakken?
- Wat vertelt dit verhaal over ‘bekering’?
- Waarom kan een christen niet zonder bekering in zijn leven?