Deze verwerking hoort bij les B1.31 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
In de week voorafgaande aan het uitvoeren van dit programma geef je de kinderen van je groep een dichte envelop. In die envelop zit een kleurplaat. Voor een aantal is deze kleurplaat op A4 geprint, voor een aantal op A5 en voor een aantal op A6 formaat. De kinderen ontvangen dus allemaal dezelfde kleurplaat, maar dat er verschillende formaten zijn uitgedeeld weten ze niet. Geef aan dat de kleurplaat de volgende bijeenkomst kan worden ingeleverd en dat er iets leuks/lekkers mee verdiend kan worden. (Let op: het is geen kleurwedstrijd. Er is geen prijs, er is een beloning voor het werk.)
Misschien dat een aantal kinderen al enthousiast hun kleurplaat inleveren bij binnenkomst. Als iedereen er is en een plek gevonden heeft, vraag dan voor de zekerheid of er nog meer kinderen zijn die een kleurplaat bij zich hebben.
Leg alle kleurplaten op een goed zichtbare plek neer of laat ze om de beurt zien. Zo ontdekken de kinderen dat de ene veel werk heeft gehad van zijn/haar grote kleurplaat en een ander een ‘makkie’ had met zijn/haar kleine uitvoering.
Beloon vervolgens alle kinderen die een kleurplaat hebben ingeleverd als eerste met de traktatie. Geef daarna de kinderen die geen kleurplaat hebben ingeleverd ook de traktatie. Nu hebben alle deelnemers dus een beloning gekregen.
Wat vinden ze hiervan? De niet-kleurders zullen het een prima regeling vinden, maar wat vinden de kinderen ervan die de grootste kleurplaat hebben gekleurd? Vinden zijn het ook eerlijk? Waarom wel/niet?