Deze verwerking hoort bij les C2.1 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
- Ken jij een tweeling?
- Hoe kun je zien dat ze tweeling zijn?
- Lijken ze aan de buitenkant veel op elkaar? En hoe ze doen?
- Waarin zijn ze juist anders?
- Jakob en Ezau zijn ook tweeling. Maar toch zijn ze heel verschillend. Kun jij een verschil opnoemen?
Misschien weet je er na de vertelling nog wel meer op te noemen.
Tip: heb je een tweeling in de groep? Vraag hen waarin ze op elkaar lijken en waarin ze verschillen. Vraag na de vertelling terug waarin Jakob en Ezau van elkaar verschillen.