Deze verwerking hoort bij les C2.31 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
In dit verhaal zitten verschillende emoties. Het begint heel rustig, daarna gaat het stormen, er is schrik, en later wordt het weer rustig. Laat kinderen met de ogen dicht naar het muziekstuk luisteren.
Na het beluisteren kun je vragen wat de kinderen voelden bij de wilde, ruige, muziek; Voelden ze bijvoorbeeld paniek of werden ze er onrustig of zelfs een beetje bang van? Wat voelden ze bij de rustige muziek? Werden ze er zelf rustig van, of misschien voelden ze wel vertrouwen of zekerheid?