Deze verwerking hoort bij les C2.32 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Laat een broodje zien en leg deze in het midden. Ga in gesprek over het volgende: Hoeveel broden had Jezus? Wat doet Hij daarmee? Hoeveel heeft Hij over? Wat betekent het dat er zoveel over is (er is overvloed bij de Heere)? Is dit wonder al vaker gebeurt? Wanneer eten we ook brood in de kerk (Avondmaal)? Wat heeft dat te maken met het wonder?