Deze verwerking hoort bij les C3.30 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Gesprek over 'verraden'
Vertel het volgende verhaal aan de kinderen:
“Hoi, ik ben Lucas. Vandaag vond ik helemaal niet zo’n leuke dag. Het was mooi weer en ik was met mijn vriendjes aan het buiten spelen. We hadden zin om verstoppertje te spelen. Finn was de zoeker, de rest van ons verstoptte zich achter bomen en struiken. Ik had echt een super goede verstopplek gevonden achter een grote struik. Ik kon de opwinding in mijn buik voelen terwijl Finn begon te tellen. Eén... twee... drie... Ik hield mijn adem in en hoopte dat hij me niet zou vinden. Maar toen... vijf... zes... zeven... zag ik plotseling Sophie glimlachen naar me vanaf haar verstopplek. Oh nee, ze had me gezien! Ik gaf haar een stiekeme knipoog en hoopte dat ze mijn geheim zou bewaren. Even later hoorde ik Finn dichterbij komen. Mijn hart bonkte in mijn keel terwijl hij steeds dichterbij kwam. Plotseling stopte hij bij de struik waar ik me achter verstopt had. Ik hield mijn adem in en sloot mijn ogen, hopend dat hij me niet zou vinden. Maar toen hoorde ik hem roepen: "Ik heb je, Lucas!" Ik opende mijn ogen en daar stond Finn met een grote glimlach op zijn gezicht. Hij had me gevonden! Ik voelde me een beetje teleurgesteld dat ik zo snel was ontdekt.
Toen zei Finn: ‘Je verstopplek was wel goed hoor! Maar Sophie heeft verteld waar je verstopt was, toen ik haar had gevonden.’ Sophie had me verraden!”
Hieronder zijn een aantal gespreksvragen te vinden om met de kinderen te kunnen doorspreken over dit thema.
- Wat vind je van dit verhaal?
- Hoe denk je dat Lucas zich voelt?
- Sophie had Lucas verraden. Wat betekent verraden?
- Kun je daar andere woorden voor bedenken?
- Wat heeft dit verhaal met het Bijbelverhaal te maken?
- Hoe was dat voor de Heere Jezus?
- Ben jij ook weleens verraden?
- Wanneer was dat?
- Hoe voelde je je toen?
- Heb jij weleens iemand verraden?
- Wat gebeurde er toen? Hoe voelde je je daarbij?
- Is verraden altijd slecht?
- Wat zou je anders kunnen doen?