Deze uitleg van de geloofsleer gaat over het derde gebod en hoort bij les A1.9 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Geloofsleer - Het derde gebod
In vraag 99 van de catechismus wordt precies uitgelegd wat het derde gebod betekent. Gods naam is heilig. Daarom mogen we Zijn naam alleen met ontzag en eerbied gebruiken. We spreken met en over de Heere op de manier zoals Hij dat wil. We vertellen andere mensen iets goeds over de Heere. We laten met onze woorden en daden zien dat we Gods naam prijzen. Wat we niet doen is vloeken, onnodig zweren of een valse verklaring afleggen. Want dan misbruiken we Gods naam.
HC zondag 36 – vraag 99
Wat gebiedt God in het derde gebod?
Wij mogen Gods Naam niet lasteren of misbruiken door te vloeken,
onder ede een valse verklaring af te leggen,
of door onnodig te zweren.
Als wij deze verschrikkelijke zonden horen,
dan moeten we er iets van zeggen,
anders zijn we er mede schuldig aan.
Samengevat: de Naam van God is heilig
en wij mogen Zijn Naam alleen met ontzag en eerbied gebruiken.
Wij moeten Hem op de juiste manier aanroepen
en belijden voor de mensen,
en Zijn Naam moet door al onze woorden en daden geprezen worden.