Deze uitleg van de geloofsleer gaat over de schepping en de engelen en hoort bij les A2.19 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Geloofsleer - De schepping en de engelen
In hoofdstuk 3/4 van de Dordtse Leerregels gaat het over de wedergeboorte. Je leest in artikel 12 deze andere woorden voor de wedergeboorte: vernieuwing, nieuwe schepping, opwekking uit de doden en levendmaking.
God werkt de wedergeboorte zonder ons in ons. De wedergeboorte is in kracht niet minder of geringer dan de schepping of opwekking uit de doden.
ARTIKEL 12 - De schepping en de engelen
Wij geloven dat de Vader de hemel, de aarde en alle schepsels uit het niets naar Zijn inzicht heeft geschapen, door te spreken door Zijn Woord (Zijn Zoon). Hij heeft elk schepsel een verschillend wezen, vorm en functies gegeven, om hun Schepper te dienen. We geloven ook dat God door Zijn voorzienigheid en kracht de schepping onderhoudt en regeert. Hij dient de mens, met als doel dat de mensen hun God dienen.
God heeft ook de engelen goed geschapen.
Deze dienaren worden door God uitgezonden om Zijn uitverkorenen te dienen.
Sommige engelen zijn van hun hoge positie en van God afgevallen in het eeuwige verderf.
De andere engelen hebben door Gods genade volhard en zijn staande gebleven in hun hoge positie. De duivels en demonen zijn zo door en door slecht, dat zij vijanden van God zijn en van alles wat goed is.
Als moordenaars liggen ze op de loer om alle leden van de kerk te vernietigen en ze doen hun best om elk lid te verwoesten door misleiding.
Vanwege hun eigen slechtheid zijn ze door God veroordeeld tot de eeuwige straf in de hel en ze weten dat ze deze straf krijgen.
Wij verwerpen de dwaling van de Sadduceën.
Zij ontkennen dat er geesten en engelen bestaan.
Ook verwerpen wij de dwaling van de aanhangers van Mani.
Zij beweren dat er twee goden zijn, een goede en een slechte god en dat de demonen God nooit zijn afgevallen, maar altijd al slecht waren.