Een mooi verhaal van een jongetje dat zich enorm verwonderd over de grootheid van zijn God.
Een kleine jongen zat op een bankje in het park. Op zijn schoot lag een geopende Bijbel. Hij las in het boek over de machtige werken van God.
Even later schreeuwde hij door het park: ‘Hallelujah, God is groot!’, hij bekommerde zich er niet om dat mensen hem raar aankeken, en bleef doorgaan met het prijzen van God.
Na een tijdje liep er een man langs het jongetje, een man die net zijn studie had afgerond. De man voelde zich slim, en dacht alles te weten. Toen hij het jongetje zag zitten met een open Bijbel, wilde hij de ogen openen van de jongen. Hij wist wel dat God niet bestond, en dat alles maar verzinsels waren.
Hij ging naast de jongen op de bank zitten, de jongen keek hem aan met een lach en zei: ‘Hoi, weet jij wel hoe groot God is? Ik las net dat God het volk Israël door de Rode Zee leidde. Hij had gewoon de golven stop gezet!’.
De man, verheugd omdat hij de jongen wat kon vertellen, zei tegen de knul: ‘Dat was ook niet moeilijk, wetenschappelijke feiten wijzen uit dat de Rode Zee toen maar 30 centimer diep was.’
De jongen keek verrast. Zijn ogen dwaalden van de man af naar de geopende Bijbel. De man was blij dat hij de ogen van de jongeman geopend had, en wilde vertrekken.
Nauwelijks had hij twee stappen gezet, of de jongen begon God te loven, harder dat ooit. ‘Halleluja Halleluja God is zó groot!’. De man draaide zich om en vroeg aan de jongen waarom hij zo verheugd was.
‘Wow’, antwoorde de jongen blij, ‘God is nog groter dan ik dacht! Hij heeft niet alleen het volk van Israël door de Rode Zee geleid, Hij heeft ook nog eens het hele Egyptische leger doen laten verdrinken in 30 cm water!’