In de Bijbel wordt wel gesproken over kijken en zien. Aan de hand van Mattheüs 8 denken we hier verder over na.
Kijken
Veel in ons leven begint met kijken. Door te kijken neem je waar, verken je de wereld om je heen. Kijken is één van de eerste dingen die je leert: ‘Kijk goed uit als je de weg oversteekt!’ Alle contacten tussen mensen beginnen vaak met kijken. Daarbij letten we op wat we zien aan de buitenkant. “Naar de kapper geweest?” “Een nieuwe bril?” “Wat een mooie jurk, pas gekocht?” Iemand heeft eens gezegd dat we misschien wel voor 80% van onze tijd 'kijkers' zijn. Kijken is belangrijk in ons leven. Maar kijken kan soms ook vervelend zijn. Als iemand alsmaar naar je staat te kijken, kun je zenuwachtig worden. Hoe vaak horen we mensen niet zeggen: “Kijk toch niet zo naar me, heb ik iets van je aan?” Als je wat aan het doen bent en iemand kijkt je aldoor op de vingers, kun je daar onzeker van worden. Er zijn nogal wat uitdrukkingen in onze taal die duidelijk maken dat kijken beklemmend kan zijn: ‘Te kijk zetten.' ‘Je bekijkt het maar.' “Kijk naar jezelf!’ Als je er wat langer over nadenkt, dan heeft kijken altijd te maken met de buitenkant. Bij kijken gaat het snel over iets oppervlakkigs. Kijken heeft iets vluchtigs. Eventjes en dan ga je weer verder. Beroemd zijn Nederlanders in het buitenland. “kijken, kijken, niet kopen.” Museumbezoek toont aan dat gemiddeld maar 9 seconden wordt gekeken naar een schilderij. En bij sollicitatiegesprekken is de eerste, bepalende indruk in de eerste minuut al gemaakt. We kijken en hebben ons beeld klaar..
Zien
Heel wat relaties tussen mensen gaan stuk als mensen 'kijkend' met elkaar omgaan. Als je alleen de buitenkant bekijkt en daar niet door heen ziet. ‘Zien’ verschilt hemelsbreed van kijken. In onze omgangstaal gebruiken we beide werkwoorden vaak door elkaar. Toch wordt in onze taal het verschil wel duidelijk. Als iemand alsmaar naar je staat te kijken dan voel je je bekeken. Niet leuk. Maar als iemand je ziet staan, dan is dat fijn. Dat vergroot je gevoel van eigenwaarde. Dat versterkt je zelfvertrouwen. Als iemand je ziet staan, dan bloei je op. ‘Kijken’ gebeurt met twee uitwendige ogen. ‘Zien’ doe je met je innerlijke oog. Zien doe je met je hart. Zien komt tot uitdrukking in het beschikbaar zijn voor de ander. Wie de ander echt ziet, dus niet alleen vluchtig kijkt, weerspiegelt de Heere Jezus. Daartoe zijn mensen geroepen om als beeld en gelijkenis van God te zijn. In het Evangelie wordt in allerlei toonaarden aangegeven dat Jezus in alle opzichten beeld van God is. Hij was er voor mensen. En het is niet toevallig dat een aantal keren te lezen is: “Wie mij ziet, ziet de Vader”. Wie niet alleen naar Jezus kijkt, maar Jezus echt ziet, zal ook God de Vader zien.
Wie de ander echt ziet, dus niet alleen vluchtig kijkt, weerspiegelt de Heere Jezus.
Maar dat is niet zo vanzelfsprekend als het klinkt. De toonaangevende leiders in de tijd van Jezus zagen niets in Jezus. Voor hun kijkend oog was Jezus een dwarsligger, die eerder God verduisterde dan aan het licht bracht. Daarom wilden ze Hem zo snel mogelijk uit de weg ruimen. Zien is niet vanzelfsprekend. Voor echt zien, zullen je ogen geopend moeten worden. Precies wat in het Bijbelgedeelte staat. Deze blinde man zag ook niet. Om echt ziende te worden, moest de Heere Jezus zijn ogen openen.
Het verschil
Toen Jezus stierf aan het kruis, kon iedereen dat bekijken. Het opwekken van de Heere Jezus door Zijn Vader hebben mensen niet met hun blote ogen waargenomen. Dat kan alleen maar werkelijk met de verlichte ogen van het hart gezien en gelooft worden. Het is zo vaak dat we in het geloofsleven vooral kijken, maar niet zien. Het is genade als we van kijkers zieners worden!
Het is genade als we van kijkers zieners worden!
Genezing van de blinde
Het verschil tussen kijken en zien wordt ook duidelijk in verschillende Bijbel verhalen. Denk aan het verhaal van de genezing van een blinde. Je kunt dit verhaal horen en aan de buitenkant ernaar blijven kijken. Denk je in, je zult maar blind zijn! Alles donker. Je ziet geen hand voor ogen. En dan lopen. Lawaai horen. Drinken aan een bar bestellen en niet kunnen zien of je het drinken krijgt dat je hebt besteld etc. Je raakt afgesloten van een groot deel van het leven. Je kunt niet lezen, naar je laptop kijken. Voor veel dingen moet je hulp vragen. Je kunt niet zien waar je bent, wie er aan komt. Je bent in je eigen wereld. In de tijd van de Bijbel waren er nog geen hulpmiddelen zoals brillen. In Israël en de omringende volken waren er veel blinde mensen. Zij vervielen meestal in de bedelstand. Ze konden niet werken. Ze konden nergens aan mee doen. We kennen verschillende verhalen hoe deze mensen aan de kant van de weg zitten en bedelen om aalmoes en medelijden. Elke dag zaten zij op dezelfde plek. Je kunt je voorstellen dat door de jaren heen als blinde alle geluiden en reuken je vertrouwd raken. Je hoort aan de stampende laarzen dat er soldaten voorbijkomen, springende voeten zijn de spelende kinderen en aan het rinkelen van het geld hoor je de koopman. Maar je moet leven van de aalmoes. Geen hoop op verandering. Uitzichtloos is je leven. Vol zorgen de toekomst.
Dan horen we dat Jezus een blinde man geneest. Jezus spuwt speeksel op de ogen, legt de handen op. Maar de man geneest niet in één keer. Hij ziet de eerste keer alles nog een beetje wazig. De blinde man denkt bomen te zien, terwijl het mensen zijn. Het is net als bij een staaroperatie: de eerste tijd is het niet helemaal goed. Dat komt gaandeweg. Zo ook bij deze genezing. Na een tweede handoplegging is de genezing volledig. Gelukkig, het is de Heere Jezus toch gelukt, kun je denken. Een wonder en oh, wat fijn voor de man die blind was! Maar wat zou dat dit verhaal ons te zeggen hebben? Dat we de Heere Jezus moeten vereren als een soort wonderdokter? Dat zou de conclusie kunnen zijn als je alleen 'oppervlakkig het verhaal leest en 'bekijkt'. Christus draagt de man op om niemand over de genezing te vertellen. De Heere Jezus wil niet alleen vereerd worden, op basis van wat zichtbaar is aan de ‘buitenkant’.
In dit korte gedeelte wordt ons duidelijk gemaakt waar het Jezus wél om te doen was. Hij wil ons van ‘kijken’ tot ‘zien’ brengen. Dat lukt ons niet zo gemakkelijk.
Hij wil ons van ‘kijken’ tot ‘zien’ brengen.
Ook in dit verhaal wordt ons voorgehouden dat het soms een moeizaam proces is. De blinde komt tot zien. De blinde kan niet alleen opeens de werkelijkheid om hem heen bekijken, maar ziet ook Zijn Genezer, de Messias! Híj ziet het.
Toepassing
Lees dit verhaal als beeld voor ons leven en geloofsleven. Zonder geloof in deze Messias zijn we blind en in het duister. Er zijn soms periodes in ons leven dat het helemaal niet zien zitten en de Heere heel ver weg lijkt. Maar soms zijn er momenten van inzicht, van ‘zien, soms even’. Dan zien we de grootheid en liefde en trouw van God. Dan zien we waar het God om te doen is met ons en met deze wereld. Op deze momenten zien we hoe God liefdevol nabij is en niet loslaat het werk van Zijn handen. Vaak zijn er vragen voor ons in het leven. We kijken naar ons leven en begrijpen niet wat er gebeurt. En toch kan het: zien met ons hart. Zien, soms even. Laten we elkaar daarover vertellen. Om elkaar te bemoedigen. Om elkaar te sterken. Om Gods grootheid voor ogen te houden. Laten we daartoe van tijd tot tijd de stilte zoeken, elkaar aanspreken en om hulp vragen bij deze getrouwe God. Wie alleen kijkt, is blind. Die ziet, is werkelijk genezen. Ben jij een ziener?