Knutselwerkje - Surprisebox

Uitleg
Petrus schreef brieven ter bemoediging. Ook jij kan mensen bemoedigen. Je kent vast wel iemand die je wilt bedanken, bemoedigen of laten zien dat je aan hem/haar denkt. Een goede vriendin, een eenzame buurvrouw, een zieke kennis. Dit doosje kan je aan diegene geven.

Materiaal

• Werkblad 16a, b, c
• Gekleurd papier (gebruik een andere kleur dan het doosje en de figuren voor een leuk effect)
• Lijm
• Stiften
• Washitape en andere versieringen
• Liniaal

Voorbereiding

• Print de werkbladen uit op stevig papier. A en b kunnen op wit papier, c is leuk in een (andere) kleur.

Werkwijze

• Knip het doosje op werkblad a uit, vouw op de lijnen en vorm zo het doosje zelf.
• Knip de deksel op werkblad b uit en vouw op de lijnen. Plak de plakrandjes op de aangrenzende zijden en plak vervolgens de uiterste rechthoeken er overheen. Dit is de deksel.
• Versier het doosje en de deksel van buiten. Schrijf op de deksel voor wie het doosje is en schrijf in het doosje je eigen naam.
• Knip de figuren van werkblad c uit en vouw de aanwezige lijnen.

1. Hartjes: Knip een vierkant van vijf bij vijf centimeter uit, plak deze op het vierkant en schrijf er wat op. Vouw de hartjes in elkaar. Plak hem op een zijde in het doosje.
2. Halve cirkels: Knip een vierkant van vijf bij vijf centimeter uit, plak deze op het vierkant en schrijf er wat op (bijv. ‘Dankjewel voor …’). Vouw de zijden zo naar binnen dat de halve cirkels allemaal half op elkaar liggen (net zoals je een doos dichtvouwt). Plak hem dan op één zijde in het doosje.
3. Envelop: Vouw de lijnen. Knip een klein figuurtje uit en plak deze op drie uiteinden, zodat je een envelopje vormt. Plak het envelopje op één van de zijden. Knip een
   rechthoek van vijf bij drie centimeter en schrijf er wat op (bijv. ‘I <3 you’). Stop deze in het envelopje.
4. Ruit: Vouw de lijnen. De schuine lijnen vouw je naar binnen, de rechte lijnen naar buiten. Knip een rechthoek van tien bij vijf centimeter. Vouw aan beide zijden een lijn
   tweeënhalf centimeter van de rand. Zo krijg je drie strookjes van resp. tweeënhalf, vijf en tweeënhalf centimeter breed (zie figuur 1). Plak de ruit in het brede vlak. Aan beide
   zijden steekt nu een klein strookje uit, deze vouw je om de onderste strook heen en plak je vast aan de achterzijde. Plak hem op één zijde in het doosje en schrijf iets op de ruit (bv ‘Jij bent zó leuk’).

• Geef het doosje aan iemand die je wilt bemoedigen.