Leswijzer 10.4 - Geloofsleven

Zingen: Psalm 25:2

HEER, ai, maak mij Uwe wegen,
Door Uw woord en Geest bekend;
Leer mij, hoe die zijn gelegen,
En waarheen G' Uw treden wendt,
Leid mij in Uw waarheid, leer
IJv'rig mij Uw wet betrachten;
Want Gij zijt mijn heil, o HEER,
'k Blijf U al den dag verwachten.

Psalmen
18:7; 19:4; 26:1; 119:49

Liederen
Gele bundel: 70; 74; 123; 175; 195

Levensvragen

• Waar is er zoveel verschil tussen gelovigen?
• Waarom is het leven als christen zo beklemmend?
• Het gaat om de Heere Jezus, de rest maakt toch niet zoveel uit?

Doelstellingen

1. Je weet wat leven in geloof is.
2. Je snapt waarom het leven in geloof niet op eigen kracht is.
3. Je weet wat je moet doen als je je zwak voelt.

Hoofdlijnen

Levensvraag
Hoe leef ik in geloof?
Als je kijkt naar hoe alle christenen in Nederland of in de wereld leven, dan valt er in ieder geval één ding op: er zijn verschillen. De een mag dit wel, de ander niet, en andersom. Maakt het dan niet uit hoe je leeft in geloof? Mag iedereen het voor zichzelf bepalen? Maar er is toch maar één God, één christelijk geloof?

Bijbelgedeelte
Wat is ‘leven’ in het geloof?
De gelovigen mogen zo leven, zoals Christus hen heeft voorgedaan. Uit dankbaarheid om wat Hij voor hen heeft gedaan, willen ze dat ook. De liefde is daarin het belangrijkste. De gelovigen mogen in vrede leven, omdat ze één geestelijk lichaam zijn. Heel hun leven moet in het teken staan van Christus.

Geloofsleer
Leven in geloof is leven in dankbaarheid om wat Christus heeft gedaan.
Een christen verlangt ernaar om zo goed mogelijk te leven voor Christus, tot eer van God. Uit dankbaarheid voor wat Christus voor Hem heeft gedaan. Hij mag daarin de goede werken doen die God voor hem heeft voorbereid. Ondanks dat zijn geweten hem aanklaagt, mag hij de toevlucht nemen tot Christus en Zijn volbrachte werk.

Verbinden

Algemene vragen

1. Hoe moet je leven als gelovige?
2. Welke verschillen in het leven van gelovigen kun jij opnoemen?
3. Waarom zijn er (zoveel) verschillen in de levens van gelovigen?
4. Wat is leven ín geloof?
5. Wat houdt voor jou het leven als christen in?
6. Is leven in geloof, ‘geloven als een kind’? Waarom wel of niet?
7. Wie uit jouw omgeving is voor jou een voorbeeld van wat leven in geloof inhoudt?
8. Als je ziet hoe je als christen mag leven, in wie uit de Bijbel herken je je dan het meest?

Stellingen

1. Leven in het geloof, is ‘geloven als een kind’.
2. Als gelovige gaat het er niet om wat je doet, maar om wat je gelooft.
3. Als gelovige gaat het er niet om wát je doet, maar wáárom je het doet.
4. Er kan geen verschil zijn in hoe je leeft als gelovige!
5. Als je de Heere Jezus maar liefhebt, maakt het niet veel meer uit hoe je nu precies leeft als gelovige.

Dit moet je doen als gelovige!
Deel twee kleuren post-its uit. Maak twee kolommen. Zet boven de ene kolom: ‘Wat moet je wél doen als gelovige?’, en zet boven de andere kolom: ‘Wat moet je níet doen als gelovige?’. Je hoeft maar iets om je heen te kijken en je zult zien dat er onder christenen verschillende meningen zijn over wat nu wel en niet hoort bij het leven als gelovige. Maar wat vinden jullie wat wel en niet hoort bij het leven van een christen? Schrijf op de ene kleur wat er volgens jou wel bij hoort en op de andere wat er niet bij hoort. Inventariseer de antwoorden (met behulp van de gespreksvragen).

Gespreksvragen

1. Wie heeft … opgeschreven en waarom?
2. In welk antwoord kun jij je niet (echt) vinden?
3. Hoe komt het dat er zoveel verschillende dingen opgeschreven zijn?
4. Waarom doen we deze dingen eigenlijk wel of niet?
   Antwoord: Uiteindelijk gaat het om het leven uit liefde voor God.
5. Stel je voor dat je alle dingen uit kolom 1 doet, ben je dan automatisch een gelovige?
6. Gaat het om al deze ‘regeltjes’, of is er iets diepers waarmee we al deze antwoorden samen kunnen vatten?
   Antwoord: Ja, al de ‘regeltjes’ komen als het goed is voort uit een hart dat op Christus gericht is en voor Hem wil leven. De regels helpen daarbij, maar zijn absoluut niet het doel. Zo zijn er regels die helpen om God te eren en regels die helpen om God geen verdriet te doen. Het gaat dus niet om de regels, maar om het hart!

Wat een verschillen!
In hoe mensen leven als gelovige, zit veel verschil. Wat voor de één wel mag (bijvoorbeeld je mobiel gebruiken op zondag of gamen), mag bij de ander niet.
Overleg eens met je buurman of -vrouw en noem twee overeenkomsten en twee verschillen tussen wat bij jullie wel en niet mag.

Gespreksvragen

1. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen bij jullie?
2. Hoe kan het dat er verschillen zijn?

Aan de hand van een voorbeeldje gaan we proberen om erachter te komen waar het nu om draait bij de regels over wat wel en niet mag, en waar het ten diepste bij een leven in geloof om gaat.

Richard wil heel graag een Netflixabonnement. Hij heeft de gratis maand al lang gebruikt, op verschillende e-mailadressen zelfs. Een paar vrienden uit de klas hebben een betaald abonnement, maar van zijn ouders mag hij dat niet. Zijn ouders vinden dat je als christen geen abonnement op een videostream kunt hebben waarin zoveel films staan, die tegen alles wat God geboden en verboden heeft ingaan. Richard snapt het niet. Die ouders van zijn vrienden gaan naar dezelfde kerk, dus hoe kan het dat zij het wel mogen en hij niet? Omdat hij geen Netflixaccount mag van zijn ouders, besluit hij maar om de films en series die hij wil zien, te downloaden.

Gespreksvragen
3. Wie herkent zich in Richard? Hoe zou jij reageren als je Richard was?
4. Wat vind je van het standpunt van de ouders van Richard?
5. Wat voor reden kun je bedenken waarom het van de ouders van zijn vrienden wel mag, maar van Richards ouders niet?
6. Waar gaat het nu om bij al de regels die we als christenen kunnen hebben?
Antwoord: Ten diepste gaat het niet om de regels, maar om waarom je de dingen doet. Het gaat om het hart. God wil geen christenen die blind ‘regels’ navolgen, maar Hij wil dat ze uit liefde tot Hem voor Hem leven, en regels kunnen daarbij helpen.

Relatieregels
Een relatie hebben met God door de Heere Jezus kunnen we vaak vergelijken met een aardse relatie. We gaan wat ‘regels’ langs die kunnen gelden voor een verkering. Als je het ermee eens bent, steek je je hand op. Waarschijnlijk hebben velen van jullie nu geen verkering, maar dan mag je bedenken wat jij vindt van wat in een goede relatie hoort of niet hoort. Geef per regel iemand of meerderen het woord en laat toelichten waarom hij of zij het ermee eens of oneens is.

In een goede relatie...

1. App je niet met andere jongens/meisjes.
2. Heb je elke dag contact met elkaar.
3. Laat je elke dag merken dat je van elkaar houdt.
4. Wil je graag tijd met elkaar doorbrengen.
5. Wil je zoveel mogelijk over de ander te weten komen.

Bedenk nu aan de hand van die vijf regels, hoe je dit in een ‘relatie met God’ kunt doen.

Mogelijke antwoorden:
• Je dient God alleen en hebt geen contact met ‘afgoden’.
• Je hebt elke dag contact met God door te lezen in de Bijbel en door te bidden.
• In je gedrag laat je zien dat je God liefhebt.
• Je gaat naar plekken waar God centraal staat.
• Je leest in de Bijbel, bidt, gaat naar de kerk, luistert lezingen (en podcast) om God beter te leren kennen.

Inventariseer per regel enkele antwoorden. Veel van deze dingen kun je ook doen, zonder dat je hart erbij is. Stel je voor dat je elke avond precies hetzelfde heel lieve berichtje naar je vriend(in) stuurt; dan is het snel klaar! Het gaat namelijk niet om de ‘regel’ dat je contact met elkaar hebt, maar dat de ander voelt dat het vanuit je hart komt! Zo is het ook met God. Het gaat Hem er niet om dat we allemaal regels volgen, maar dat we uit liefde voor Hem voor Hem willen leven!

Brugzin
In het Bijbelgedeelte van vandaag zien we dat Paulus aangeeft wat leven in geloof is. Hij heeft niet allemaal dingen opgeschreven die we zomaar moeten doen, maar hij legt er de nadruk op hoe het hárt moet zijn. En dááruit komen de dingen voort die we mogen doen.

Voor de complete les- en leerwijzer verwijzen we u naar de producten.