Leswijzer 14.2 - Doop

Zingen: Psalm 105:5

God zal Zijn waarheid nimmer krenken,
Maar eeuwig Zijn verbond gedenken.
Zijn woord wordt altoos trouw volbracht,
Tot in het duizendste geslacht.
't Verbond met Abraham, Zijn vrind,
Bevestigt Hij van kind tot kind.

Psalmen
22:16; 72:9; 102:16; 103:9; 111: 7; 135:8

Liederen
Gele bundel: 40; 63; 93; 107

Levensvragen

• Wat heb ik aan mijn doop?
• Wie denkt er ooit aan zijn doop?
• Wat gebeurt er bij de doop?

Doelstellingen

1. Je weet wat de Heilige Doop aanwijst.
2. Je begrijpt wat (het water van) de doop doet.
3. Je snapt wat je aan je doop hebt.

Opmerking: Eventueel kunt u (een gedeelte van) deze les bij het doopvont (in de kerk) houden.

Hoofdlijnen

Levensvraag
Ik ben gedoopt. Ja, en?!
Ik zie om mij heen heel veel mensen die gedoopt en christelijk opgevoed zijn, maar ondertussen helemaal zijn afgedwaald. Ze hebben een ‘gedoopt voorhoofd’, zoals ze dat wel eens zeggen. Maar ja, wat heb je eraan? Als ik terugdenk, heeft de doop eigenlijk helemaal geen betekenis. Ik ben gedoopt. Ja, en?!

Bijbelgedeelte
Wat hebben de eerste bekeerden aan hun doop?
Na de pinksterpreek van Petrus worden veel van zijn hoorders door het werk van de Heilige Geest in hun hart geraakt. Als ze Petrus vragen wat ze moeten doen, zegt Petrus dat ze zich moeten bekeren en laten dopen. De doop is namelijk een teken en zegel van de vergeving van zonden door het geloof in Christus.

Geloofsleer
In de doop belooft God dat Hij jouw God wil zijn.
Het water van de doop laat zien dat we gewassen moeten worden. We zijn onrein (vies) door de zonde. Het water vergeeft zelf niet, maar verwijst naar het bloed van Christus, dat reinigt van alle zonden. In de doop verbindt God Zijn Naam aan de dopeling en onderstreept Hij persoonlijk de belofte. Dat maakt de doop tot een pleitgrond.

Verbinden

Gespreksvragen

1. Welke rol speelt de doop in jouw (geloofs)leven?
2. Welke waarde heeft de doop voor jou?
3. Wanneer ben je gedoopt?
4. Wie herkent zich in de levensvraag?
5. Waarom ben je gedoopt?
6. Wat zou je missen als je niet gedoopt was?

Stellingen

1. De doop is mooi, maar niet per se nodig: de belofte die bij de doop gegeven wordt staat ook in de Bijbel.
2. De doop moet in het leven van een christen een grote rol spelen.
3. In een doopdienst heeft alleen het gedoopte kind er later wat aan, de gemeente niet echt.

Zilveren zakhorloge (verhaal)
Het was op een gure zondagmiddag in Londen dat een groepje haveloze kinderen geboeid luisterde naar de eerbiedwaardige man die voor hen stond. Het is dominee Spurgeon, die deze verstoten kinderen onderwijs geeft uit de Bijbel. “Wie van jullie wil dit horloge hebben?” Vol verbazing luisteren de kinderen naar de vraag van deze dominee. Hun ogen worden groot als zij zien wat hij tevoorschijn haalt: Het prachtige zilveren zakhorloge! Direct schiet het door hun hoofd: Dit kan niet waar zijn, hij maakt een grapje. Zoiets moois geeft hij nooit weg! Geen van de kinderen reageert. Nog een keer vraagt hij: “Wie wil dit horloge hebben?” Achterin een hoekje, weggedoken en onopvallend, zit een mager jochie. Hij is het die aarzelend zijn vinger opsteekt en zegt: “Ik wil dat wel!”. Daarop loopt de dominee naar het jochie toe, en drukt hem dat prachtige horloge in zijn vuile handen. Dankbaar en gelukkig kijkt dit jongetje hem aan. Meteen roepen de anderen: “Ja, dat willen wij ook wel! Als we wisten dat u het echt zou doen, zouden we het wel gevraagd hebben!”

Beantwoord voor jezelf de vragen en denk goed aan het voorbeeld van de waardebon.

1. Wat heeft dit voorbeeld met de doop te maken?
2. Wat wordt er bij de doop aan je aangeboden?
3. Hoe kun je dat ‘krijgen’?
4. Hoe zeker is het dat je dat krijgt?
5. Wat heb jij persoonlijk met je doop?

Gesprekvragen

1. Wie kan aan de hand van dit verhaal de doop uitleggen?
2. Wat heb jij met je doop?

Hoeveel herken jij je erin?
Deze les denken we na over wat de doop is en wat we eraan hebben. Om erachter te komen wat jullie met de doop hebben, gaan we een aantal uitspraken bekijken. Jullie mogen van elke uitspraak aangeven of je je erin herkent. 1 is zeer oneens, 2 is oneens, 3 is geen mening, 4 is eens en 5 is zeer eens.

1. Ik weet wanneer ik gedoopt ben.
2. De doop geeft me houvast.
3. Ik denk vaak aan mijn doop.
4. Ik weet wat de doop inhoudt.
5. Ik vind het fijn om doopdiensten bij te wonen.

Tel je punten op. Ga vervolgens in de hoek van het lokaal staan dat overeenkomt met jouw punten. Verdeel het lokaal in hoeken met de volgende punten: 5-10, 11-15, 16-20 en 21-15 (of laat de slide zien). Ga zelf ook in een hoek staan. Wat zouden jullie graag van iemand uit een andere hoek willen weten? Bedenk allemaal een vraag die je aan iemand uit een andere hoek wil stellen. Geef een paar catechisanten het woord om een vraag te stellen.

Voorbeeldvragen

1. Welke rol speelt de doop in jouw leven?
2. Hoe kan het dat je zo weinig/veel met jouw doop hebt?
3. Wat betekent de doop voor jou?

Gesprekvragen

1. Hoeveel punten heb jij en wat heb jij met je doop?
2. Hoeveel punten heb jij ingevuld bij vraag n en waarom?

Placemat
Ik ben gedoopt. Ja, en?! Herken je jezelf in die uitspraak? Waarschijnlijk ben je als baby gedoopt. Toen kreeg je er niets van mee, maar toch is de doop ook vandaag nog van heel veel betekenis. Vandaag staat de vraag centraal wat de doop is en wat we daaraan hebben. We gaan daar eerst samen over nadenken. Vorm groepjes van maximaal vier catechisanten. Jullie mogen allemaal eerst voor jezelf op de placemat een antwoord schrijven op de vraag: Wat heb jij aan je doop? Bespreek daarna samen jullie antwoorden. Wat zijn de verschillen en overeenkomsten?

Gespreksvragen

1. Wat heb jij als antwoord opgeschreven?
2. Welke antwoorden kwamen er uit jullie groep?
3. Wat waren in jullie groep de meest opvallende overeenkomsten en verschillen?

Brugzin
In de verbindingen hebben we nagedacht over wat we aan de doop hebben. In het Bijbelgedeelte zien we ook dat er mensen gedoopt worden. Waarom worden ze gedoopt en wat hebben zij eraan?

Voor de complete les- en leerwijzer verwijzen we u naar de producten.