Deze leswijzer hoort bij thema 22 (Belijdenissen) van de catechesemethode van Just Read It.
Zingen: Psalm 33:6
Maar d' altoos wijze raad des HEEREN
Houdt eeuwig stand, heeft altoos kracht;
Niets kan Zijn hoog besluit ooit keren;
't Blijft van geslachte tot geslacht.
Zalig moet men noemen,
Die hun Maker roemen
Als hun HEER en God;
't Volk, door Hem tevoren
Gunstig uitverkoren
Tot Zijn erv' en lot.
Psalmen
43:5; 62:4
Liederen
Gele bundel: 3; 214
Levensvragen
- Als alles al vaststaat, heeft het dan nog zin wat ik doe?
- Als God wil dat ik tot geloof kom, dan gebeurt dat…
- Ben ik nu zelf verantwoordelijk? Of kan ik er niks aan veranderen?
Doelstellingen
- Je weet wat de Dordtse Leerregels zijn.
- Je weet wat de inhoud ervan is.
- Je weet wat de troost van de uitverkiezing is.
Hoofdlijnen
Levensvraag
Staat alles al vast?
Heel soms vraag ik me af: als God alles al weet wat er gaat gebeuren, dan staat alles dus al vast. Dus wat kan ik dan nog veranderen aan mijn leven? Als God wil dat ik tot geloof kom, dan gebeurt dat, toch? Aan de andere kant denk en weet ik ook wel dat je zelf verantwoordelijk bent, maar ik krijg ze moeilijk bij elkaar.
Bijbelgedeelte
Wat zegt Petrus over onze roeping?
Petrus roept zijn lezers op om aan het geloof goede dingen toe te voegen. Het zal niet doelloos en onvruchtbaar zijn voor wat de kennis van Christus betreft. We moeten ons beijveren om onze roeping en verkiezing vast te maken.
Geloofsleer
De Dordtse Leerregels zijn vijf artikelen tegen de remonstranten.
De Dordtse Leerregels hebben hun naam te danken aan de Dordtse Synode van 1618/1619. Het verweer in vijf punten van de gereformeerde protestanten tegen de remonstranten wordt de contraremonstrantie genoemd: de Dordtse Leerregels. Daarin staat dat de gelovige zeker kan zijn van de verkiezing tot de zaligheid.
Verbinden
Gespreksvragen
- Geloof jij dat alles al vaststaat?
- Als alles al vaststaat, hoe kun je dan zelf nog verantwoordelijk zijn voor wat je doet?
- Wie heeft er wel eens geworsteld met deze levensvraag?
- Als alles al vaststaat, wat betekent dat dan voor jouw leven?
- Wie kent er Bijbelteksten die voor of tegen onze levensvraag zijn?
- Als alles al vaststaat, hoe kan God in de Bijbel dan emotie tonen?
- Wat voor gevoel geeft het jou als alles al vaststaat?
- Als alles al vaststaat, heeft bidden dan nog wel zin?
Stellingen
- Heel je leven staat vast.
- Als alles al vaststaat, dan kan ik ook niet echt verantwoordelijk zijn.
- Als God niet wil dat ik tot geloof kom, kom ik niet tot geloof.
- Als God wil dat ik behouden word, zorgt Hij daarvoor, dus daar kan ik op wachten.
- Als alles al vaststaat, kan Gods emotie in de Bijbel ook niet echt zijn.
Staat dit ook al vast...?
Pak een pen en houdt hem boven de tafel en laat hem vallen. Stond dit al vast dat ik dit wilde gaan doen? En als ik hem nu iets naar links schuif? En dan weer naar rechts? En als ik hem nu weer oppak? Stond dit allemaal al vast? En als het allemaal al vaststond, heb ik het dan wel of niet zelf bedacht? Of doe ik nu gewoon dingen precies volgens het ‘script’? Dat is waar het deze les over gaat, want deze vragen hebben namelijk alles te maken met de Dordtse Leerregels.
Gespreksvragen
- Welke vragen hebben jullie bij deze levensvraag?
- Hoe kun je echt verantwoordelijk zijn voor wat je doet als alles al vaststaat?
- Wie weet waar het in de Dordtse Leerregels om gaat?
Hoe remonstrants ben je?
De Dordtse Leerregels worden ook wel de vijf artikelen tegen de Remonstranten genoemd. Voordat we daar verder op ingaan, gaan we eerst een testje doen hoe remonstrants jullie zijn. Op elke stelling hoef je alleen ‘goed’ of ‘fout’ te antwoorden.
Stellingen
- De mensen waarvan God wist dat ze zouden gaan geloven, heeft Hij uitverkoren.
- Als je uitverkoren bent, kun je alsnog verloren gaan.
- Je kunt niet weten of je uitverkoren bent.
- Als je geboren wordt, rust de toorn van God niet op je.
- Uiteindelijk heeft de mens de wil om wel of niet te gaan geloven.
- De erfzonde is niet genoeg om verloren te gaan.
- Mensen die niet wedergeboren zijn, kunnen er toch naar verlangen om tot geloof te komen.
- God geeft de mens de macht om tot geloof te komen en geloven doet de mens dan zelf.
- De wedergeboorte die God werkt, kun je als mens weerstaan.
- God en mens werken samen in de bekering.
- Mensen die tot geloof zijn gekomen, kunnen ook weer ongelovig worden.
- Gelovigen kunnen zondigen tegen de Heilige Geest.
- Als je zeker weet dat je uitverkoren bent, kan dat tot gemakzuchtigheid leiden.
Tel op hoeveel keer je ‘fout’ hebt en kijk dan ‘wie je bent’.
1-3: je bent een echte remonstrant!
4-6: kijk uit dat je geen remonstrant wordt!
7-9: je vertoont wat remonstrantse trekjes!
10-13: je bent een echte contraremonstrant!
Gespreksvragen
- Wie kan er op basis van deze vragen al wat zeggen over de inhoud van de Dordtse Leerregels?
- Wanneer ben je een remonstrant? En wanneer een contraremonstrant?
- Als alles al vaststaat, wat voor vragen roept dat dan bij je op?
Dordtse Leerregels
Deze les gaan we het over de Dordtse Leerregels hebben. Pak ze er maar weer bij en blader er maar doorheen. Stel ondertussen de vragen.
Vragen
- Waar komt de naam vandaan?
- Hoe zijn de Dordtse Leerregels opgebouwd?
- Wat valt je op in vergelijking met de catechismus en de Nederlandse Geloofsbelijdenis?
- Welke onderwerpen worden er besproken?
- Wat valt je op aan het einde van elk hoofdstuk?
- En wat valt op aan de hoofdstuknotering?
- Hoe is dit geschrift ontstaan?
- Welke paragraaf is bij jullie bekend?
- Wat weten jullie nog allemaal over de Dordtse Leerregels?
Waar wacht je nog op? (bron: www.inspirerendeverhalen.nl)
Deze les gaat het over de Dordtse Leerregels. De Dordtse Leerregels zijn het resultaat van een leergeschil tussen de remonstranten en de contraremonstranten. Om wat beter te begrijpen waar dat geschil over gaat, gaan we eerst een verhaaltje lezen. Lees het verhaal voor.
Een man zat op het dak van zijn huis omdat een overstroming zijn dorp onder water had gezet. Het water was tot aan het dak gestegen, toen er een reddingsploeg in een roeiboot aankwam. Ze probeerden met veel moeite bij hem te komen en toen dat tenslotte lukte riepen ze: "Kom op, spring in de boot!"
En hij zei: "Nee, nee! Ik heb gebeden en God zal me redden." Het water steeg hoger en de man klom steeds hoger het dak op. Het water stroomde woest om het huis heen en een grote sloep van de brandweer slaagde er uiteindelijk nog in om bij het huis van de man te komen. Weer smeekten ze hem om in de boot te springen en zichzelf te redden.
Weer zei hij: "Nee, nee, nee. God zal me redden! Ik bid dat God me redt!" Op het laatst was het water hem letterlijk tot de lippen gestegen en alleen zijn hoofd stak nog boven de golven uit.
Toen kwam er een helikopter. Die ging vlak boven hem hangen en ze riepen: "Kom op, dit is je laatste kans! Kom erin!" Maar toch zei hij: "Nee, nee, nee... God zal me redden!"
Tenslotte verdween zijn hoofd onder water en hij verdronk. Toen hij God ontmoette, klaagde hij tegen God: "Waarom heeft U niet geprobeerd mij te redden?" God zei tegen hem: "Ik heb een roeiboot gestuurd, een sloep en een helikopter. Maar je hebt er niets mee gedaan…"
Gespreksvragen
- Wat vind je van de houding van deze man?
- Wat is de les van dit verhaal?
- Op welke manier kunnen wij toch ook op deze man lijken als het gaat om geloof?
- Hoe zit het met geloven? Is dat iets wat je zelf doet, of wat God in je werkt en waar je verder zelf geen invloed op hebt?
Brugzin
In de verbinding hebben we nagedacht over de vraag of alles vaststaat: doet God het, of de mens? En hoe zit dat dan precies? In het Bijbelgedeelte gaat Petrus op deze vraag in. Wat zegt hij erover?
Voor de complete les- en leerwijzer verwijzen we u naar de producten.