Deze leswijzer hoort bij thema 4 (Jezus de Christus) van de catechesemethode van Just Read It!
Zingen: Psalm 25:4
's HEEREN goedheid kent geen palen;
God is recht, dus zal Hij door
Onderwijzing hen, die dwalen,
Brengen in het rechte spoor.
Hij zal leiden 't zacht gemoed
In het effen recht des HEEREN.
Wie Hem need'rig valt te voet,
Zal van Hem zijn wegen leren.
Psalmen
45:4; 105:9.
Liederen
Gele Bundel: 103; 215.
Levensvragen
- Wat is de waarheid?
- Wie heeft het voor het zeggen?
- Waar moet ik naartoe met mijn problemen?
- Naar wie moet ik luisteren?
Doelstellingen
- Je weet wat het drievoudig ambt van Christus betekent en hoe Vader, Zoon en Geest hierbij aanwezig zijn.
- Je kunt uitleggen wat het profetisch ambt van Christus inhoudt.
- Je weet wat je moet doen met Jezus’ Woord.
Hoofdlijnen
Levensvraag
Naar wie moet je luisteren?
Wat is nu écht waar? Sinds president Trump is de term ‘fake-news’ wereldwijd bekend geworden. Er worden dingen gezegd en geloofd die niet waar zijn, maar hoe kom je er nu achter of iets waar is of niet? Er zijn veel verschillende kerken, maar er kan toch maar één de ware zijn? Dat geeft verwarring, misschien wel onzekerheid. Kan je niet zelf bepalen wat waar is? Als iets maar goed voelt, toch? Maar wie heeft de waarheid in pacht? Naar wie moet je luisteren?
Bijbel
Jezus zegt: “Luister naar Mij!”
De Heere Jezus preekt op een berg en spreekt, maar het is anders. Omdat het anders is, luisteren de mensen goed. Maar de mensen verbazen zich erover hóé Jezus spreekt: met gezag, als Iemand met macht! Hij geeft door een voorbeeld zoveel gezag aan Zijn eigen woorden: Als je Zijn woorden hoort en niet doet, zul je verloren gaan… Wat Hij zegt is de waarheid, Hij ís de waarheid. Na Zijn woorden volgen de mensen Hem. Wat doe jij als je Zijn woorden hoort?
Geloofsleer
Als Profeet spreek Ik de woorden van de Vader: Evangelie!
De Heere Jezus spreekt niet Zijn eigen woorden, maar de woorden van de Vader, Die Hem gezonden heeft. Hij is gezalfd [aangesteld en kracht gegeven] om Zijn taak hier op aarde te doen: een boodschap brengen die voor ons verborgen was, het Evangelie, redding voor zondaren. Zolang je de beloften van het Evangelie niet met geloof aanneemt, rust de toorn van God op je. Het is ernst.
Verbinden
Gespreksvragen
- Wat is waarheid?
- Wie heeft in jouw leven een belangrijke rol?
- Wie herkent de ‘wat is nu waar-vraag’?
- Naar wie ga jij toe als je het niet meer weet?
- Wanneer vertrouw je iemand?
- Wie heeft het in jouw leven voor het zeggen?
- Wie geloof jij altijd als diegene iets zegt?
Stellingen
- Als je je onzeker voelt, helpt (harde) muziek.
- De mening van de groep volgen is een veilige weg.
- Vriend(inn)en geven beter advies dan ouders.
- Als ik niet weet wat ik moet doen, kijk ik op internet.
- Woorden zijn mooi, maar het blijven maar woorden.
- Als woorden uit de Bijbel je aanspreken, komt dat door je gevoel, niet door de Heilige
Geest. - Ik ervaar in mijn leven dat God spreekt met gezag.
Hij wil je helpen!
Elk mens heeft wel een mate van onzekerheid. De één kan er beter mee omgaan dan de ander. Als je jong bent en merkt dat er allerlei veranderingen in je lichaam plaatsvinden, maar ook in je omgeving, kun je je soms behoorlijk onzeker voelen. Dit laten we niet altijd merken aan anderen. Toch komen er al gauw vragen als: Hoe doet een ander dat? Wat als ik dit of dat doe? Wat zullen anderen ervan denken? Dan kan het fijn zijn als er iemand in je leven is die je vertrouwt. Iemand die je ook kan zeggen wat je moet doen, of met wie je je kunt vergelijken.
Elze-Marie zit in de kerk. Ze is ergens heel onzeker over, maar durft dit met niemand te delen. In de preek zegt de dominee dat God alle dingen weet, je onzekerheid kent en je alles wil geven en leren wat nodig is. Hij zegt daar wel bij dat God misschien niet altijd geeft wat wij zouden willen, maar wel wat het beste voor ons is, al zie je dat vaak pas achteraf. De Heere Jezus heeft immers gezegd dat we hier op aarde moeten lijden voor Hem, maar dat Hij wel altijd bij je wil zijn. Als je in de Heere Jezus gelooft ben je Zijn eigendom en zegt Hij: ‘Ik ben met u, al de dagen, tot aan het einde van de wereld’.
Gespreksvragen
- Stel je voor dat je Elze-Marie bent. Hoe komt wat de dominee zegt op jou over?
- Wat zou je nog aan de dominee willen vragen?
- Wat mag Jezus jou leren?
- Waarom is wat jij wil en God geeft niet altijd hetzelfde?
- Wat voor troost geeft het dat Jezus altijd ben je wil zijn?
- Welke woorden uit de preek hebben jou voor het laatst bemoedigd?
- Welke woorden die in de Bijbel staan vind je lastig?
‘Was ik maar zo…’
“Mam, ik heb geen zin om morgen naar school te gaan.” Moeder kijkt hem verbaasd aan en zegt: “Waarom niet? In de zomervakantie zei je nog dat je zo’n zin had om weer naar school te mogen.” Pim knikt, want dat had hij inderdaad gezegd. Maar er is nu veel veranderd. In groep 8 zat hij in de hoogste groep van de basisschool, maar nu moet hij voor zijn gevoel weer helemaal opnieuw beginnen. Hij zit in de eerste en er zitten nog vijf klassen boven hem. Morgen heeft hij weer Nederlands, maar hij krijgt altijd de kriebels van die docent. Ze stelt vaak lastige vragen en dan is hij bang dat hij het antwoord niet weet en rood wordt. Het voelt alsof hij de enige is die daar last van heeft en dat zorgt ervoor dat hij telkens tegen school opziet als hij dat vak heeft. In groep 8 kon hij juist heel goed met zijn meester opschieten, maar nu heeft hij allemaal nieuwe vakken, nieuwe docenten en een nieuwe school. Pim kan nu al opzien tegen zijn boekbespreking die hij over twee maanden moet houden.
Pim sjokt naar zijn kamer en gaat op bed zitten. Hij pakt zijn mobiel en opent Instagram. ‘Was ik maar zo’, denkt hij bij zichzelf. Al die jongens van zijn leeftijd lijken geen zorgen te hebben en het beter voor elkaar te hebben dan hij. Zitten zij dan niet met de vragen die hij ook heeft? Hij zet een liedje op en zingt zachtjes mee. Zijn moeder was pas namelijk boos op hem geworden dat hij meer schold en gekke woorden gebruikte. Dat tegenwoordig iedereen die woorden gebruikt, snapt zijn moeder niet. Maar hij neemt het haar niet kwalijk. Als ze zou weten wie hij allemaal volgt op YouTube, dan zou ze het wel wat beter snappen.
Pim kijkt zoekend de kamer rond. Wat zal hij eens gaan doen? Hij moet eigenlijk wat voor Nederlands voorbereiden, maar op school vroegen ze ook aan hem of hij vanmiddag FIFA kwam doen. Pim twijfelt. Wat zal hij doen? Het is slimmer om Nederlands te maken, want dan is hij tenminste goed voorbereid. Maar als hij de hele avond niet online is, zullen ze op school dan denken dat hij alleen maar hoge cijfers wil halen? Straks nodigen ze hem niet meer uit om samen FIFA te doen. Uiteindelijk kiest hij ervoor om toch maar FIFA te gaan doen. Nederlands komt dan vanavond wel. Hij doet zijn koptelefoon op, want ze kunnen soms nogal schelden en vloeken als het mis gaat.
De tijd tikt door. Het is 11 uur als zijn moeder boven komt. Ze is boos dat hij nog steeds zit te spelen. “Pim! Ik zeg het nu voor de derde keer: afsluiten, lezen en bidden, en dan slapen!” “Ja, ja, rustig maar hoor!” zegt Pim. Pim stapt in bed. In lezen en bidden heeft hij geen zin en hij moet eigenlijk ook nog Nederlands maken. Maar ja, denkt Pim, dat is mijn eigen schuld.
Gespreksvragen
- Welke veranderingen zie je bij Pim en wat doet dit met hem?
- Welke veranderingen zien jullie bij jezelf en bij elkaar sinds je van de basisschool af bent?
- Hoe gebruik jij Instagram en/of YouTube? Wat doet dit met je?
- Wat vind je van Pims onzekerheid bij het bekijken van foto’s op Instagram?
- Stel je voor dat jij Pim was. Wat zou je ervan vinden als je moeder duidelijk zegt wat en hoe je iets moet doen?
- Hoe kijk je naar ‘geloven en kerk’ nu je op de middelbare school zit? Is dat anders dan op de basisschool?
Voor de complete les- en leerwijzer verwijzen we u naar de producten.