Na vier dagen lopen komen Paulus, Silas en Timotheüs uit Filippi in Thessalonica aan. Zoals Paulus dat gewend is, verkent hij de stad.
LEZEN
Handelingen 17:1- 10a
ZINGEN
Psalm 71:9 en 10
OVERDENKING
Na vier dagen lopen komen Paulus, Silas en Timotheüs uit Filippi in Thessalonica aan. Zoals Paulus dat gewend is, verkent hij de stad. Hij treft een synagoge aan en bezoekt deze drie sabbatten na elkaar. Vrijmoedig spreekt hij over Jezus Christus, over Zijn lijden en opstanding uit de dood. De Heere zegent deze gesprekken, vooral onder de Grieken die de God van de Joden vereerden. Dat waren er niet weinig. Als de Joden dat zien, worden ze jaloers. Op een andere plaats (Rom. 11:11 en 14) schrijft Paulus dat hij zijn volksgenoten maar wat graag tot jaloersheid wil brengen. Maar daar bedoelt hij een ander soort jaloersheid. Het geoorloofde verlangen naar het goede dat heidenen ontvangen door het geloof in Jezus Christus. Helaas ontstaat er in Thessalonica een ander soort jaloersheid. Ze kunnen het niet uitstaan dat Paulus zo snel het vertrouwen wint van veel oorspronkelijke Griekse aanhangers van het Jodendom. Op de achtergrond speelt de overweging mee dat door de overgang van zoveel Griekse aanhangers de maatschappelijke positie van de Joden verzwakt wordt. Het Joodse geloof werd namelijk wel getolereerd – had zelfs wettelijke bescherming –, maar daarmee waren de Joden over het algemeen nog niet erg geliefd! En nu verdwijnt opeens de steun en bescherming van veel Grieken, met daaronder ook invloedrijke vrouwen. De Joden voelen zich in meerdere opzichten in hun hemd gezet. En dat zet kwaad bloed. Zozeer zelfs dat de Joden er niet voor terugschrikken om boeven in de arm te nemen. Paulus en Silas komen er deze keer zonder kleerscheuren af. Jason en nog een paar andere broeders helaas niet. Hun gastvrijheid kost hen heel wat, maar gelukkig nog niet hun vrijheid, of – erger – hun leven. Toch staan de verhoudingen tussen christenen (uit Joden en heidenen) en hun medeburgers in Thessalonica vanaf nu op scherp (1 Thess. 2:14). Wat jaloersheid wel niet aan leed kan veroorzaken!
VERWERKING
- Op wie ben jij afgelopen week jaloers geweest en waarom?
- Waarom zouden andere mensen wel of niet positief jaloers kunnen worden op jouw levensstijl?
GESPREKSVRAAG
Op wie ben jij jaloers, in de goede zin van het woord?’