Dit Psalmvers met daarbij een korte uitleg hoort bij les A1.54 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Thema
Otniël, Ehud en Samgar
Psalmtekst
Zo Gij in 't recht wilt treden,
O HEER, en gadeslaan
Onz' ongerechtigheden,
Ach, wie zal dan bestaan?
Maar neen, daar is vergeving
Altijd bij U geweest;
Dies wordt Gij, HEER, met beving,
Recht kinderlijk gevreesd.
Uitleg
Als de Heere een zondig mens tot geloof en bekering brengt, dan leert hij drie dingen: hoe erg zijn zonden zijn, dat de Heere zijn zonden vergeeft. En dan ook dat hij of zij de Heere dank betoont voor Zijn vergevende genade. Zo heeft ook de dichter van Psalm 130 het beleefd. Vanwege zijn ongerechtigheden=zonden kan hij niet voor God staande blijven. Maar de hij weet: bij Hem is altijd voor wie hun zonden belijden vergeving. En dankzij Zijn vergeving wil je Hem dienen met eerbied en vrees=kinderlijk respect en vertrouwen.