Een ideale sfeermaker voor op een bonte avond, alleen geschikt voor een grote groep
Doel
Met elkaar lachen en een grappige voorstelling geven
Benodigdheden
Tafel, kartonnen rollen o.i.d., sleutelbos
Voorbereiding
Bereid evt. al wat JV leden voor, zodat die zich meteen aanmelden om te helpen
Uitvoering
We hebben jullie hulp nodig om een prachtige voorstelling te geven. We zullen precies uitleggen wie wat moet doen. Als eerste heb ik zes mensen nodig voor de gordijnen. Jullie moeten allemaal aan één kant van het podium gaan staan. Als ik zeg gordijnen sluiten doen jullie één stap opzij en ga je met jullie benen en armen wijd staan. Voer nu opdracht 1 uit (zie volgende blz.).
Dan heb ik ook nog vier bomen nodig. Jullie moeten met je ruggen tegen elkaar gaan staan. Jullie moeten jullie armen omhoog doen en heen en weer gaan wanneer de wind opsteekt net zoals een echte boom. Daarbij moeten jullie het kreunen van de takken laten horen.
Nu heb ik iemand nodig die de wind naspeelt. Je gaat op een stoel staan. Als ik zeg dat het gaat waaien moet jij daar voor zorgen. Het kan noodweer worden, daarvoor hebben wie iemand nodig die onweer na kan doen. Als ik zeg dat het onweert, horen we van jou een enorme donderslag. Nu heb ik een berg en een maan nodig. De berg vormt met zijn handen een berg boven zijn hoofd. Als ik vertel dat de maan vanachter de berg opkomt moet de maan omhoog komen. Voer nu opdracht 1 en 2 uit, de gordijnen laten sluiten aan het eind van het stukje.
In het midden moet een kasteel komen (bij de tafel). Twee personen moeten met hun handen tegen elkaar gaan staan. Jullie vormen zo het kasteel. Dan hebben we nog een prinses nodig die op de tafel gaat zitten, een bewaker met een sleutelbos die ervoor zit. En een paard en een prins die in de hoek van de zaal klaarstaan. Opdracht 1,2 en 3 zijn nu aan de beurt, daarna gordijnen sluiten en iedereen weer terug naar zijn/haar post.
De wenteltrap is onzichtbaar, maar het houdt in dat je 3 keer om de tafel/het kasteel heen moet lopen. Geef de bewaker en de prins wat kartonnen rollen o.i.d. en dan gaan we verder.
Opdracht 1,2,3 en 4 zijn nu aan de beurt, gordijnen sluiten. En tot slot: opdracht 1,2,3,4,5
Bouw de voorstelling op, eerst alleen 1, daarna 1 en 2, daarna 1-3, daarna 1-4 en tot slot 1-5.
Hieronder de uitwerking van het verhaal en de opdrachten.
- Gordijnen open. Gordijnen sluiten.
- Voor u ziet u een prachtig landschap met op de achtergrond een bos. Er steekt een sterke wind op. Een felle bliksemflitsverlicht de lucht en je hoort het geluid van een enorme donderslag. Achter de bergen komt lief lachend de maan op.
- Een beeld schone prinses zit gevangen boven in de torenkamer van het kasteel.
Een sterke bewaker zit voor haar deur. Opeens komt er een dappere ridder te paard uit het bos. Voor het kasteel gekomen springt hij van zijn paard en rent de wenteltrap op naar boven, hij komt bij de torenkamer aan. - Er ontstaat een gevecht tussen de bewaker en de prins. Maar de prins is sterker! Met een grote klap valt de bewaker bewusteloos neer op de grond. De prins bevrijdt zijn prinses en draagt haar naar beneden de wenteltrap af. Beneden gekomen omhelst hij haar innig.
Ondertussen komt de bewaker weer bij en sluipt de wenteltrap af… De prins fluistert iets in het oor van de prinses en springt op zijn paard. Hij neemt de prinses op zijn schoot en wil er vandoor gaan - Maar het paard kan nog geen drie stappen zetten of… Met een enorm gebrul komt de bewaker naar buiten stuiven en grijpt het paard bij zijn staart. Het paard steigert en de prins en de prinses rollen over de grond. De prins kreunt van pijn en blijft versuft liggen. De bewaker grijpt de prinses en sleurt haar de wenteltrap op en met een forse duw gooit hij haar weer in haar kamertje. Met een grijns op zijn gezicht draait hij de sleutel om.
En dan kun je evt. weer beginnen bij het begin… Maar het kan ook in 1 keer afgesloten worden
Tip(s)
• Je kunt het stukje een paar keer oefenen totdat het ‘eindstuk’ is ontstaan, ondertussen verandert de tekst een beetje, benoem de details. Voorbeeld van het begin: Buiten is het koud en stormachtig. De takken van de bomen kreunen heen en weer. In de verte klinkt het zachte gerommel van de donder. Dan is het een moment doodstil… De maan komt nieuwsgierig boven de berg uit en schijnt met haar licht over de bossen. Vanuit de torenkamer van het kasteel klinkt een zacht gesnik en gesnotter. De sterke bewaker is met zijn handen in de zij voor de deur gaan staan. Het onweer komt razendsnel dichterbij. Het hele bos kreunt en de wind loeit harder dan ooit. Er klinkt een donderslag zoals men nog nooit heeft gehoord. Daar wordt de prins van wakker en staat onmiddellijk op. Nu of nooit sist hij. Met vastberaden stappen rent hij de wenteltrap op.
• Wanneer de voorstelling een paar keer is gespeeld kun je zo eindigen: De prinses in de torenkamer zucht… Ze pakt haar boek en leest voor:
‘Snappen jullie nu nog niet dat dit zo eindeloos door kan gaan? We hebben nu wel genoeg voor gek gestaan…’