Deze vertelschets gaat over Openbaring 3:14-22 en hoort bij les A2.28 van het zondagsschoolmateriaal van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Openbaring 3:14-22
Context
Deze laatste van de zeven brieven schrijft Johannes in het bijzonder aan de gemeente van Laodicéa, een plaats in het zuidwesten van het huidige Turkije.
Kerntekst
Openbaring 3:20 Zie, Ik sta aan de deur, en Ik klop; indien iemand Mijn stem zal horen en de deur opendoen, Ik zal tot hem inkomen en Ik zal met Hem avondmaal houden, en hij met Mij.
Doelstellingen
- De kinderen kennen en begrijpen de inhoud van deze brief
- Ze weten dat deze brief ook voor hen een bedoeling en betekenis heeft
- Ze leren geloven dat de Heere hun hele leven vraagt en ook hun álles wil geven wat ze nodig hebben
Zingen
- Psalm 25:6; 51:2; 56:5; 57:2; 62:7; 72:10; 73:12,14
- ZB ‘k Ben reizend naar die stad
Neem mijn leven
Welzalig de man die niet wandelt
Zoals ik ben, kom ‘k onbereid
Zoek eerst het Koninkrijk van God
Geloofsleer
- HC vraag 21 - Wat is een waar geloof
- HC zondag 12 - De ambten van Christus en van de christen
- NGB art. 24 - Van de heiligmaking en de goede werken
- NGB art. 32 - Van de tucht
- DL 5 - De volharding
Introductie
Het zal je niet elke dag gebeuren, dat je een heel bijzondere brief krijgt. Een brief die speciaal aan jou gericht is en die jou heel veel te zeggen heeft. Ruim 1900 jaar geleden overkwam dit de gemeente van Laodicéa. Ze ontvingen een heel bijzondere brief, een brief van God, kunnen we wel zeggen. Maar weet je wat nou zo bijzonder is? Die brief was niet alleen toen van betekenis voor de mensen in de kerk van Laodicéa, maar die brief is ook belangrijk voor jou en mij. De brief staat in de Bijbel en vandaag is hij ook aan jou gericht! Zullen we eens lezen wat er in staat?
Beginzin
We lezen en onderzoeken met elkaar de brief die Johannes namens God aan de gemeente van Laodicéa schreef, uit Openbaring 3:14-22.
Bijbelleesles
We willen dit gedeelte behandelen met een Bijbelleesles. Aan het eind zijn dan geen gespreksvragen opgenomen. Kopieer van tevoren dit Bijbelgedeelte (bijvoorbeeld via www.statenvertaling.info) en eventueel de in de exegese genoemde teksten. Voor het leesgemak van de kinderen is het aan te bevelen de tekst uit te vergroten op een A-4.
Zo nodig wordt een korte uitleg van het vers gegeven.
Vers 14
- Aan wie is de brief gericht? Zoek met elkaar op een kaartje op waar deze gemeente ligt.
- Engel betekent ‘opziener’. Wie zou de opziener van een gemeente kunnen zijn?
- Welke drie namen draagt de Heere Jezus hier?
- Wat betekent het dat God de ‘Waarachtige Getuige’ is?
- Wat betekent het dat God het begin van de schepping, dus de oorsprong van de schepping, is?
Vers 15
Vlakbij Laodicéa lagen twee andere grote steden. De ene stad was beroemd om zijn heetwaterbronnen, terwijl de andere stad heel koel en fris drinkwater had. Laodicéa kreeg echter alleen maar lauw water, het was niet lekker koel, maar ook niet heet en nuttig.
- God weet alles wat we doen. Wat betekende dat voor de gemeente van Laodicéa? En wat betekent het voor jou en mij?
- Loadicéa was niet koud, maar ook niet heet. Wat zou daarmee bedoeld worden? Hun hart was lauw. Wat betekent dat?
- Wat is een hart dat warm en vurig is voor de Heere? Heb jij zo’n hart? Hoe kun je dat weten? Wil je dat graag?
Vers 16
Lauw water is niet lekker om te drinken; als je het in je mond hebt, wil je het het liefst uitspugen.
- Wat zegt God hier over de gemeente van Laodicéa?
- De Heere waarschuwt de gemeente nog. Hoe waarschuwt de Heere jou? Wat zegt het over God dat Hij niet zomaar straft, maar eerst en steeds weer waarschuwt?
Vers 17
De stad Laodicéa was rijk. In de stad werd veel kleding gemaakt, vaak in een gitzwarte kleur. Ook stond de stad bekend om de ogenzalf.
- Volgens de Heere gaat het helemaal niet goed. Hoe ziet de Heere Laodicéa?
- De gemeente weet niet eens dat ze er zo slecht aan toe is. Hoe komt het dat wij vaak ook niet door hebben hoe het er met ons voor staat?
Vers 18
- Wat een wonder, de Heere Jezus biedt de oplossing voor de nood van de gemeente van Laodicéa. Welke drie dingen wil de Heere geven aan de gemeente?
- Wat betekent het om echt rijk te worden met de schatten van God? Wat voor schatten zouden dat zijn?
- Ondanks de kledingindustrie is de gemeente voor God naakt. God ziet eigenlijk maar één ding in de gemeente: zonde. Wat zou het witte kleed dat de Heere Jezus wil geven dan betekenen? Weet je ook hoe de Heere Jezus deze kleren voor ons ‘verdiend’ heeft? Denk eens aan Luk.23:34.
- Met de ogenzalf van God gaat de gemeente weer zien. Wat ga je zien als je in God gelooft?
Vers 19
- De gemeente krijgt in het eerste stuk van deze brief te horen over de straf van God. Maar waarom straft God?
- Probeer de straf die jij weleens krijgt te vergelijken met de manier waarop God straft. Straf krijgen, is niet leuk, maar soms wel verdiend en nodig… Is dat ook zo bij de kinderen van God? Met welk doel wil de Heere straffen? Straft Hij uit woede of uit liefde?
Vers 20
- Waartoe nodigt de Heere God de gemeente van Laodicéa uit?
- Hoe kun jij Gods stem en het kloppen op de deur van jouw hart horen? Hoe gaat de deur open en hoe komt God binnen?
- Wat belooft de Heere Jezus dan? Wat betekent het dat Jezus de Gastheer wil zijn, dat Hij met jou een maaltijd wil houden?
- Waaraan moet je denken? Wat betekent deze viering? Hoe vind jij het om bij zulke diensten in de kerk te zijn? Begrijp je een beetje wat er dan gebeurt?
Vers 21
Een troon was vroeger erg groot. Makkelijk konden er meer mensen op die troon zitten, naast de koning.
- Wie overwint zal een prijs, een beloning ontvangen. Winnen, dat wijst op een strijd. Welke strijd moet de gemeente van Laodicéa strijden? Lees ook 1 Timotheüs 1:18-19. Hoe kunnen wij deze strijd strijden?
- Wat zul je ontvangen als je die goede strijd zult winnen? Wat betekent het om met Jezus op de troon te zitten?
- Wie heeft al voor ons deze strijd overwonnen? En wat heeft Hij ontvangen? Lees het laatste stuk van vers 21. Waarom is dat een troost en een bemoediging voor alle mensen die nog strijden?
Vers 22
- Blijkbaar is deze brief ook voor de andere gemeenten bestemd. De Heilige Geest wil alle gemeenten, ook vandaag en nu, iets leren met deze brief. Wat heb jij geleerd uit deze brief? Wat wil de Heere hierdoor heel speciaal vandaag tot jou zeggen?