Deze vertelschets gaat over Numeri 16:36-50 en 17 en hoort bij les A1.25 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Numeri 16:36-50 en 17
Context
Het oordeel over de opstandige Korach, Dathan en Abiram is voltrokken, evenals over hun volgelingen. Je zou verwachten dat het nu toch duidelijk genoeg is: Mozes en Aäron zijn de leiders van het volk. Zij zijn door de HEERE aangewezen en geroepen. Toch is ondanks het zware en duidelijke oordeel het hart van het hardnekkige volk nog steeds niet gericht op de HEERE. Het weigert nog steeds Gods weg te gaan en wil het recht in eigen hand nemen.
Kerntekst
Numeri 17:5 En het zal geschieden, dat de staf des mans, welke Ik zal verkoren hebben, zal bloeien; en Ik zal stillen de murmureringen van de kinderen Israëls tegen Mij, welke zij tegen ulieden murmureerden.
Doelstellingen
- De kinderen weten dat God een God van orde is, Die Zelf mensen roept tot het ambt.
- Ze zien hoe belangrijk het is de grote Hogepriester te kennen, als Voorbidder bij de Vader, Die vanwege Zijn volkomen offer in de plaats wil staan voor een schuldig volk.
Zingen
- Psalm 65:2; 119:69; 133; 141:1,2
- ZB - Hier in Uw heiligdom / Heer’ Uw bloed / Om onze overtredingen / Vader vol van vrees en schaamte
Geloofsleer
- HC zondag 39 - Het vijfde gebod
- NGB art. 36 - Het ambt van de overheid
- DL 2, par. 6 - Ongeloof door schuld
Introductie
Stel je eens voor. Je bent ongehoorzaam geweest en je hebt iets gedaan wat heel erg is, je hebt bijvoorbeeld tegen je moeder verschrikkelijk lelijke woorden gebruikt en je hebt een grote mond gegeven. Je hebt er straf voor gekregen en misschien heb je wel gezegd: ‘Dat zal ik nooit meer doen!’ Maar de volgende dag gebeurt er iets en je doet het toch weer. Hoe zou je moeder, hoe zouden je ouders dat vinden? Wat vind je zelf? En hoe zou de Heere dat vinden?
Beginzin
‘Zien jullie dit? Al die 250 koperen wierookvaten, daar zijn ze te vinden!’ Mozes wijst naar het altaar, waaraan Eleazar de priester een koperen plaat heeft bevestigd. ‘En wanneer jullie die gedenkplaat zien, dan weten jullie waar het over gaat. Alleen iemand die uit de familie van Aäron is, mag een reukoffer brengen voor het aangezicht van de Heere. En doet iemand anders het toch, dan zal het hem vergaan als Korach!’
Onheilspellend klinken de woorden over de hoofden van de Israëlieten.
Vertelschets
- In opdracht van de Heere heeft Aärons zoon Eleazar van de koperen wierookvaten een gedenkplaat gemaakt aan het altaar. Iedereen kan nu weten dat alleen de daartoe geroepen mensen dienst mogen doen voor het aangezicht van de Heere.
- Je zou verwachten, dat heel het volk diep onder de indruk is. Het vreselijke einde van Korach, Dathan en Abiram en hun volgelingen. En nogmaals de nadrukkelijke aanwijzing van de Heere dat Hijzelf mensen roept om dienst te doen voor Hem
- Wat een ontgoocheling, de volgende dag. In plaats van dat het volk Israël tot inkeer is gekomen, wagen ze het de volgende dag weer opstandig te zijn! Wat kunnen mensen toch hardleers zijn en wat moet de Heere toch telkens weer geduld met ons hebben. Zijn wij beter? Of gaan we ook telkens tegen beter weten in? Weten we dan ook dat de Heere met Zijn oordeel komt?
- Daar komen ze aan, al mopperend en nog steeds opstandig. ‘Jullie hebben des Heeren volk gedood!’
- Mozes en Aäron, ze worden als het ware achteruit gedreven. Richting de tabernakel, de tent der samenkomst. Zou het dan verkeerd met hen aflopen? Maar de Heere is er ook nog! Hij ziet wat Zijn dienstknechten overkomt en ogenblikkelijk laat Hij zien en merken dat Hij met hen is. De wolkkolom, teken van Gods aanwezigheid, bedekt en vervult de tabernakel.
- ‘Zorg dat jullie uit de buurt van het volk komen, want Ik zal ze in één ogenblik vernietigen!’ Dreigend klinken de woorden van de Heere tegen Mozes en Aäron. De Heere is barmhartig, maar Hij is ook rechtvaardig. Wie onverzoend en schuldig voor Hem staat, moet Zijn oordeel vrezen. En wat doen Mozes en Aäron? Gaan ze verheugd aan de kant, blij dat het opstandige volk gestraft wordt? Zo reageren wij toch? ‘Ik zal je wel krijgen…’
- Het tegendeel gebeurt. Wat lijken beide leiders nu veel op de Heere Jezus. Ze nemen het op voor de Israëlieten. Aäron gaat met een reukwerk, als teken van voorbede, door het volk Israël. De Heere is inmiddels gekomen met Zijn straf, maar Aäron bidt voor de zondaren. Hij staat tussen de doden en de levenden en de plaag stopt! Een trieste afloop: 14.700 gestorven lichamen. Voor hen is het eeuwigheid geworden.
- Hoe staat het met ons? Ken jij de Heere Jezus al als je Verlosser? Dan pas ben je werkelijk veilig voor het oordeel van God!
- Het moet voor Israël nu dan ook maar helemaal duidelijk zijn wie de door de Heere aangestelde hogepriester is.
- Mozes voert een opdracht van de Heere uit. Alle twaalf stamhoofden van Israël moeten een staf, een soort van wandelstok bij Mozes inleveren. En in deze houten staf moet de naam van de desbetreffende stam gekerfd staan. Maar van de stam van Levi moet de naam Aäron in de staf gekerfd worden.
- Vervolgens moeten ze in de tabernakel, voor de ark gelegd worden. De Heere verkiest vervolgens de man die hogepriester is. Dit zal op wonderlijke wijze gebeuren, want de staf van deze man zal bloeien. En de Heere snoert hiermee de mond van de Israëlieten, zodat ze niet meer kunnen murmureren, mopperen over deze zaak.
- En zo gebeurt het. De volgende dag breekt aan. Weer zijn de Israëlieten te vinden voor de tabernakel. Spannend? Wie zal er uitverkoren, gekozen zijn? De mensen zijn benieuwd, maar Mozes die de staven moet ophalen weet het al. Want wanneer hij bij de ark komt, blijkt de staf van Aäron niet alleen te bloeien, maar zelfs vruchten, amandelen, te bevatten! Hij is de door God aangewezen Hogepriester!
- Is het resultaat teleurstellend voor de andere stammen? Zwijgend nemen de stamhoofden hun staf in ontvangst. Ze zijn nog net zo dor en doods als de dag tevoren. Maar de levende staf van Aäron mag niet mee. De HEERE zegt: ‘Breng deze staf terug naar de ark en bewaar deze staf in de ark. Dit zal een teken zijn voor de ongehoorzame, opstandige mensen van Israël. Ze mogen niet langer murmureren, mopperen, opdat ze niet sterven.’
- Zien wij ook op de levende Hogepriester Jezus? Wanneer we gelovig Hem volgen, dan hoeven wij niet te sterven, dan is er redding te vinden.
Slotzin
Het volk Israël spreekt nogmaals tegen Mozes. Maar dit keer is er geen spoor van opstand of boosheid. Nee, er klinkt ootmoed en angst in door. ‘Mozes, wij vergaan, wij allen vergaan! Wanneer we zo naar de tabernakel van de Heere gaan, zullen we sterven.’
Hoe nodig is het, dat er redding gevonden wordt door het volkomen offer van de grote Hogepriester, Jezus Christus.
Gespreksvragen
- De Heere is barmhartig, maar ook rechtvaardig. Weet je wat dit betekent?
- Wat kun je van deze geschiedenis leren?
- Mozes en Aäron worden een type van de Heere Jezus genoemd, ze lijken op Hem. Hoe kun je dat in deze geschiedenis zien?
Samenvatting
Van de wierookvaten worden platen gemaakt, tot een overtreksel over het altaar. Het is een teken voor het volk dat alleen de priesters mogen dienen in de tabernakel. De volgende dag komt echter het volk opnieuw in opstand, ze verwijten Mozes en Aäron dat zij de dood van Korach, Dathan en Abiram op hun geweten hebben. De Heere wil nu alsnog het gehele volk vernietigen. Mozes en Aäron gaan opnieuw in gebed en nadat Aäron een reukoffer ter verzoening voor de zonde van het volk heeft gebracht, stopt de plaag die de Heere onder het volk had gezonden. Elke stam moet één staf geven, die vervolgens in de tent der samenkomst gelegd wordt. De staf van Aäron gaat bloeien, ten teken dat de Heere hem uitgekozen heeft tot priester.
Vragen
- Wat wordt er gedaan met de wierookvaten? Tot welk teken worden ze gegeven?
- Hoe denkt het volk over Mozes en Aäron? Wat doen zij voor het volk?
- Kun je voorbeelden uit de Bijbel noemen waar het ook zo ging? Wat betekent dat voor ons?
- Wat liet de Heere zien met het bloeien van de staf?