Deze vertelschets gaat over Genesis 13 en hoort bij les B1.8 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Genesis 13
Context
Er breekt hongersnood uit in Kanaän. Daarom vlucht Abram naar Egypte. Dat was niet Gods bedoeling. Op deze manier vlucht Abram weg van de plaats die God hem aangewezen had. De Heere leidt Abram terug naar de plaats van het altaar dat hij vroeger in Kanaän gebouwd heeft. Nu wacht hem een nieuwe beproeving: de herders van Abram en Lot krijgen ruzie en God haalt daarom Abram en Lot uit elkaar.
Kerntekst
Genesis 13:17 Maak u op, wandel door dit land, in zijn lengte en in zijn breedte; want Ik zal het u geven.
Doelstellingen
- De kinderen zien dat de zegen van de Heere rijk maakt.
- Ze leren dat het goed is op Hem te vertrouwen.
- Ze beseffen dat Lot de verkeerde keuze maakte.
Zingen
- Psalm 16:3; 31:15; 37:1,2; 106:3; 133:3
- ZB - Wat de toekomst brengen moge
- UAM - Neem Heer’ mijn beide handen
- UMK - Abram reist en Lot gaat mee.
Geloofsleer
- HC zondag 42 - Zorg en respect voor de naaste
- HC vraag 114 - Een klein beginsel van de gehoorzaamheid die God vraagt.
Introductie
Tim en Rob willen allebei graag naast de chauffeur zitten in de zwembus. Bij het instappen is Tim de eerste, zodat hij het eerst op dat plekje naast de chauffeur belandt. Rob wil ook graag op dat plekje zitten. Maar hij is te laat! ‘Laat mij daar nou zitten!’ zegt hij. ‘Je hebt het de vorige keer aan mij beloofd!’ Uiteindelijk staat Tim op en zegt: ‘Goed dan! Ik ga wel een keer naast Bart!’ Wie wil er de minste zijn?
Beginzin
Wat is Abram rijk geworden! Hij is goed gekleed en heeft veel goud en zilver, vee en andere bezittingen.
Vertelschets
- Op deze plaats is hij eerder geweest. Het altaar dat hij toen bouwde, staat er nog. Weer offert Abram op dat altaar. De mensen mogen zien dat hij de Heere nodig heeft.
- De Kanaänieten kijken toe waar deze vreemdelingen zich vestigen. Zelf hebben ze ook flinke kudden! De herders van Abram en Lot moeten moeite doen om voor hun vee genoeg gras te vinden.
- Ze krijgen ruzie met elkaar. De ene keer hebben de herders van Lot een goed plekje gevonden, de andere keer die van Abram. ’Wegwezen wij waren hier het eerst. Vooruit opschieten!’ klinkt het. Steeds vaker vliegen ze elkaar in de haren.
- ‘Luister Lot, zo gaat het niet langer. Onze wegen moeten uit elkaar gaan.’ Abram neemt Lot mee op een hoge berg. Aan de ene kant zijn de bergen. Woest en ruw, moeilijk begaanbaar. Aan de andere kant het vlakke land van de Jordaan. De prachtige rivier, het groene gras, de gemakkelijke wegen en de grote steden, daar zijn mensen zodat het niet zo onveilig en eenzaam zou zijn…
- Abram weet het: het beste is om uit elkaar te gaan. Hij wil geen ruzie met zijn neef. ‘Lot’, zegt Abram, ‘jij mag het eerst kiezen: als jij de linkerkant kiest dan ga ik naar de rechterkant en als jij de rechterkant kiest dan ga ik links. Waar wil je wonen Lot?’
- Lot kijkt goed rond. Hij weet al heel snel welk stuk land hij wil kiezen. Zijn oog wordt getrokken naar de vlakte van de Jordaan. Het is mooi en vruchtbaar gebied. Dat wil hij hebben, daar kan hij prima wonen. Lot denkt alleen aan zichzelf. Hij wil nog rijker worden daar op die vruchtbare vlakte.
- Lot denkt er niet over om zijn oom eerst te laten kiezen. Lot is onbeleefd en hoogmoedig en heeft geen respect voor zijn oudere oom. Hij denkt er niet over na wat de Heere van zijn keuze zal vinden.
- Lot slaat zijn tenten op, vlakbij de muren van Sodom en Gomorra. De mensen die er wonen zijn goddeloos. Ze kennen de Heere niet en willen Hem niet kennen. Eigenlijk is het een gevaarlijke plaats voor Lot. Later gaat hij zelfs ín de stad wonen. Daar zijn zoveel verleidingen van mooie, makkelijke dingen en van zondige dingen.
- Abram trekt de bergen in. Het is geen vruchtbaar land. Hij moet zoeken naar goede weidegronden; het is hard werken. Maar Abrams ogen zijn niet op het land gericht, maar op de Heere en Zijn beloften.
- En de Heere vergeet Abram niet! De Heere weet alles van hem. Hij weet dat het moeilijk voor Abram is om alleen verder te gaan, Hij weet dat Abram niet eerst aan zichzelf heeft gedacht, en dat hij Hem oprecht wil gehoorzamen. De Heere vertroost en bemoedigt Abram: Hij geeft hem een prachtige belofte. ‘Abram, kijk eens om je heen. Al het land dat je nu ziet, zal Ik u en uw familie geven tot in eeuwigheid. Uw familie zal ontzettend groot worden.’
- Heb je wel eens geprobeerd zandkorrels te tellen? Je weet wel dat je dan telkens de tel kwijtraakt. Het is onmogelijk om stofjes of zandkorreltjes te tellen. ‘Abram, het stof van de aarde, al die zandkorrels zijn niet te tellen. Zo groot wordt jouw nageslacht. Dit land geef ik aan u’, belooft God hem.
- Al heeft Abram nu nog geen kind, hij mag er vast op vertrouwen dat de Heere Zijn belofte nakomt!
- Abram zoekt een plaats waar hij de tenten op kan zetten. Hij gaat wonen bij de eikenbossen van Mamre in de buurt van Hebron.
Slotzin
Dan bouwt Abram opnieuw een altaar en dankt Gods grote Naam. Hij beseft dat de zegen van God hem rijk maakt.
Gespreksvragen
- Waarom was het een goed plan van Abram om uit elkaar te gaan?
- Wat vind je van de houding van Lot? Wie zou er uiteindelijk gelukkiger zijn: Abram of Lot? Waarom?
- Heb je wel eens ruzie gehad? Hoe heb je het opgelost? Wat betekent ‘de minste zijn’ (Denk aan Tim en Rob)?
- Wat doe jij als je iets moeilijks moet doen of een moeilijke keuze moet maken? Wie vind je het belangrijkste: jezelf of een ander?
Samenvatting
Abram is zeer rijk. Hij trekt naar Beth-El, waar hij eerder gelegerd heeft, tussen Beth-El en Ai. Lot trekt met hem mee, maar hij heeft ook veel vee. Samen hebben ze teveel dieren voor het gebied waar ze nu wonen. De herders van Abram en Lot twisten met elkaar. Abram stelt voor dat ze uit elkaar gaan. Lot mag van Abram als eerste kiezen en doet dat ook. Hij gaat naar de vlakte van de Jordaan. Tot aan Sodom, een zondige stad, toe. De Heere verschijnt opnieuw aan Abram en belooft hem het land Kanaän. Zijn volk zal zo groot worden als het stof van de aarde. Abram trekt naar de eikenbossen van Mamre, bij Hebron, en bouwt daar voor de Heere een altaar.
Vragen
- Wat gebeurt er tussen de herders van Abram en Lot?
- Welke oplossing bedenkt Abram?
- Wie mag als eerste kiezen? Was dat gewoon?
- Wat is de beste keuze?
- Wat belooft de Heere aan Abram? Is dat ook gebeurd?