Deze vertelschets gaat over Mattheüs 6:5-15 en hoort bij les A1.21 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Mattheüs 6:5-15
Context
Dit gedeelte uit de Bijbel is een onderdeel van de Bergrede. De Heere Jezus heeft net gesproken over het geven van aalmoezen. Hij wijst daarin de fouten van de geveinsden, de huichelaars, aan. Hier worden de Farizeeërs en Schriftgeleerden mee bedoeld. Nu gaat Hij daar verder op door en spreekt over de fouten die zij maken tijdens het bidden.
Kerntekst
Mattheüs 6:14 Want indien gij de mensen hun misdaden vergeeft, zo zal uw hemelse Vader ook u vergeven.
Doelstellingen
- De kinderen leren dat bidden niet zomaar een formaliteit is en weten wat écht bidden inhoudt.
- Ze beseffen wat God van ons vraagt voordat wij vergeving van zonden mogen verwachten en weten dat God hierin rechtvaardig is.
Zingen
- Psalm 66:10; 71:1; 123:1; Het gebed des Heeren
- ZB - O Heil’ge Geest Die levend maakt / Onze Vader die in de hemelen zijt / Onze Vader
- UAM - Vater unser im Himmelreich
Geloofsleer
- HC zondag 45-52 - Over het gebed en het ‘Onze Vader’
- NGB art. 26 - De voorbidding door Christus
- DL 1, 16 - Het gebruik van de genademiddelen
Introductie
Schrijf het woord ‘bidden’ op het bord. Waar denken de kinderen aan als ze dit lezen? Schrijf dat erbij. Vraag hen wat bidden eigenlijk is. Hoe en waarom bidden zij? In de tijd van de Heere Jezus baden de mensen ook vaak. Toch waren er niet veel mensen die wisten hoe ze nu precies moesten bidden. De Heere Zelf moest hen leren hoe ze konden bidden.
Beginzin
Met verbazing kijken de discipelen om zich heen. Waar ze ook kijken, overal zien ze mensen op de berghelling zitten. Het zijn er honderden! En toch is het zo stil! Je hoort de wind zachtjes ruisen en wat verderop hoor je het geklater van een beekje. Soms verstoort een fluitende vogel de stilte. Maar verder… alleen stilte. En in die stilte hoor je plotseling een rustige stem spreken…
Vertelschets
- Ademloos luisteren de mensen naar de woorden van Jezus. Hij tekent een beeld wat ze allemaal kennen. Het is een verhaal over de leiders van het volk Israël, de Farizeeën en de Schriftgeleerden. Luister!
- Door de straten loopt een deftige man. De mensen van de stad kennen hem allemaal. Het is een vrome Farizeeër. Elke dag gaat hij naar de synagoge om daar te bidden.
- Terwijl hij door de straten loopt, kijkt hij trots om zich heen. Moet je de mensen eens naar hem zien kijken! Ha, niemand van hen is zo goed als hij! Als hij op de hoek van de straat komt, staat hij opeens stil. Langzaam heft hij zijn handen op naar boven. Hij kijkt naar de hemel en spreekt een gebed uit. Hardop, zodat iedereen hem kan horen. Hij gebruikt moeilijke woorden en lange zinnen.
- De mensen die langs hem lopen, kijken vol eerbied naar hem op. Wat een belangrijke man is dit! Na een lange tijd loopt de Farizeeër weer door. ‘God zal wel erg blij zijn met zo’n dienaar en hem rijk belonen!’ denken de mensen. Dat denkt de Farizeeër zelf ook.
- Dan opeens verandert de stem van de Heere Jezus. Boos klinkt het: ‘Geveinsden! Huichelaars zijn het! Ze bidden niet omdat ze God willen eren, maar omdat ze zelf geëerd willen worden door de mensen! Daarom zal de eer van mensen ook hun enige loon zijn.’
- ‘Als jullie bidden’, zegt Jezus, ‘bid dan niet zoals zij. Zoek een stille plek, waar je alleen bent. De Vader hoort je, ook al ben je op een eenzame, verborgen plaats. Bid met een hart dat God liefheeft. Dan zal God je ook belonen. Niet in het verborgene, maar in het openbaar. Iedereen zal het weten! En wanneer je spreekt met God, gebruik dan geen moeilijke woorden of lange zinnen. Je hoeft ook niet lang te bidden, want God weet al wat je Hem wilt vragen voordat je begint te bidden.’
- Als jij bidt, spreek jij dan met een eerbiedig hart tot God?
- De mensen weten dat het waar is wat Jezus zegt over de Farizeeën en Schriftgeleerden. Maar als hun bidden niet goed is, hoe moet het dan wel? ‘Ik zal jullie een gebed leren’, zegt de Heere Jezus.
- Dan spreekt de Heere voor het eerst het ‘Onze Vader’ uit. (Eventueel kun je hier het hele gebed ook uitspreken). De mensen luisteren vol eerbied. Veel zinnen uit het gebed kennen ze al. Die spreken ze zelf ook vaak uit in de synagoge. Toch horen ze er ook iets nieuws in: ‘Gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren’. Wat zou de Heere hier nu toch mee bedoelen?
- Als Jezus het gebed heeft uitgesproken vragen ze het aan Hem. De Heere zegt: ‘Jullie kennen vast mensen die wel eens iets heel naars tegen je hebben gedaan. Het is dan makkelijk om boos te blijven op die mensen, ook al hebben ze hun misdaad al lang geleden gedaan. Maar dat is niet goed. Als u de mensen hun misdaden vergeeft, dan zal uw hemelse Vader u ook uw misdaden vergeven. Maar… als u de mensen hun misdaden niet vergeeft, dan zal uw hemelse Vader u ook niet vergeven!’
Slotzin
Wat een ernstige boodschap is dat! Alle mensen hebben de woorden van de Heere Jezus gehoord. Ze begrijpen wat Hij bedoelt. Ze hebben nu gehoord hoe ze moeten bidden. En ook dat ze hun vijanden moeten vergeven. Wat is dat moeilijk. Maar weet je wat nu het mooie is? De Heere Jezus die vertelt hoe wij moeten bidden is ook Degene Die ons dat wil leren. Vraag Hem daar om.
Gesprek
- Hoe bid jij? Bedenk eens voor jezelf of jij ‘mooi’ probeert te bidden of dat je echt verlangt om met God te spreken. Bid je wel eens hardop voor jezelf?
- Heb jij een stille plek voor jezelf waar je alleen kunt zijn met God?
- Bespreek met de kinderen het Onze Vader en wat de betekenis van elke bede is. Eventueel kun je het gebed uitprinten en uitdelen of het op laten zoeken in de Bijbel.
- Ter afsluiting kun je het Onze Vader bidden.
Samenvatting
De Heere Jezus geeft Zijn discipelen en volgelingen onderwijs over het gebed. Als je bidt, moet je dat niet doen om door de mensen gezien te worden. Je moet juist een stille plek, een binnenkamer, opzoeken. God de Vader ziet het toch en Hij zal je juist dan belonen. Je hoeft ook geen grote verhalen te gebruiken of veel woorden, net als de heidenen. God de Vader weet wel wat je nodig hebt, zelfs voordat je Hem bidt. De Heere Jezus leert hen dan het volmaakte gebed, het Onze Vader. Belangrijk is het om je naaste te vergeven, want als je dat niet doet, zal God ook jouw zonden niet vergeven.
Vragen
- Wat zegt de Heere Jezus over wat je niet moet doen als je bidt?
- Wat is een binnenkamer? Heb jij zo'n plekje?
- Waarom noemen we het Onze Vader het volmaakte gebed?
- Waarom is vergeven en vergeving krijgen zo belangrijk?