Deze vertelschets gaat over 1 Samuël 5 en hoort bij les B3.15 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: 1 Samuël 5
Context
Nadat Samuël het oordeel van God heeft doorgegeven aan het volk, doen de Filistijnen een inval in Israël. De Israëlieten verliezen 4000 man in de strijd. Dan halen de oudsten de ark uit de tabernakel. De Filistijnen schrikken als ze dit horen; maar Israël verliest opnieuw en nu sterven er zelfs 30.000 man. Hofni en Pinehas sneuvelen, de ark wordt door de Filistijnen meegenomen. Als een bode het slechte nieuws in Silo komt vertellen, breekt Eli zijn nek. De vrouw van Pinehas baart haar kind als ze de boodschap hoort. Voor ze sterft, noemt ze haar zoon Ikabod, ‘de eer is weg’. De ark nemen de Filistijnen mee naar Asdod.
Kerntekst
1 Samuël 5:7 Dat de ark Gods van Israël niet bij ons blijve; want Zijn hand is hard over ons en over Dagon, onze god.
Doelstellingen
- De kinderen horen over de vernedering van Dagon, de god van de Filistijnen.
- Ze weten Gods straf betekent dat er met Hem niet valt te spotten.
- Ze leren dat de ark het teken is van Gods tegenwoordigheid. Als God in ons midden is, betekent dat heil óf onheil.
Zingen
Psalm 2:4,6; 78:31; 115:1-4; 135:3,9,10
UAM - Als God, mijn God, maar voor mij is
UMK - Gelukkig is het land / Heere, kere van ons af
Geloofsleer
HC zondag 35 - Het tweede gebod
NGB art.2 - Hoe God door ons gekend wordt
Introductie
Neem een plaat mee van de afgod Dagon, de ‘visgod’ van de Filistijnen. Laat die aan de kinderen zien en vertel dat de Filistijnen dachten dat Dagon ervoor zorgde dat de Filistijnen genoeg vis konden vangen.
Vraag wat de kinderen daarvan vinden. Kan zo’n god echt zorgen en helpen?
Beginzin
Dagon is een afgod. De Heere zegt in Zijn Woord dat er maar één echte God is: de Heere Zelf. En dat laat de Heere ook zien.
Vertelschets
- Juichend komen de Filistijnen binnen in Asdod. Ze hebben gewonnen! Gewonnen van de Israëlieten. De mensen kijken aan de kant van de weg hoe het leger met alle Filistijnse soldaten de stad binnenkomt. Kijk eens! Ze hebben zelfs de ark meegenomen van de Israëlieten! Zie je wel dat hun god, Dagon veel machtiger is dan de Heere, de God van Israël?
- Erg, hè, dat de Filistijnen dat nu denken? Op deze manier wordt de eer van de Heere nog meer kapot gemaakt.
- De stoet met soldaten en met de ark gaan naar de tempel van hun god, Dagon. In die tempel wordt de ark voor het beeld van Dagon neergezet. De priesters in de tempel kijken blij! Wat is hun god, Dagon, machtig! Met een gerust hart sluiten ze die avond de deuren van de tempel.
- Maar, wat denk je, laat de Heere dit allemaal toe? Zal Hij er niet Zelf voor gaan zorgen dat Zijn eer weer wordt hersteld? Is Hij niet veel machtiger dan Dagon?
- De volgende morgen openen de priesters van Dagon weer de deuren van de tempel. Ze stappen de tempel binnen en kijken naar hun god en naar de ark. Maar wat is dat? Verbaasd slaan ze hun handen voor hun mond. Dagon ligt plat op de grond voor de ark. Het lijkt wel of hij knielt voor de ark, voor de God van Israël. Zo snel als ze kunnen, zetten ze Dagon weer overeind.
- Maar de volgende morgen schrikken ze nog veel meer! Dagon ligt weer voor de ark op de grond. Maar nu zijn zijn handen en zijn hoofd afgehakt, ze liggen op de drempel van de tempel. Zo kan Dagon helemaal niets meer… Hoe kan dit? Zou de God van de ark, de God van Israël dan toch machtiger zijn dan hun Dagon? Ze zetten het beeld weer overeind en maken zijn hoofd en armen weer vast.
- Wat denk je, Wie zou ervoor gezorgd hebben dat het beeld van Dagon gevallen en kapot gegaan is? Zou het niet de Heere zijn, Die toch veel machtiger is dan Dagon?!
- De volgende dagen gebeurt er nog iets wat veel erger is. De mensen in en om Asdod, krijgen allemaal zweren. Grote builen op heel hun lichaam. Er sterven zelfs mensen aan die builen. Ook komen er allemaal muizen die ervoor zorgen dat het eten op het land opgevreten wordt. Wat een vreselijke plagen en wat een verdriet.
- ‘Laat die ark toch weggaan uit de stad!’ huilen de mensen uit Asdod. ‘Want Gods hand is hard over ons en over onze god Dagon.’ De mensen zien eindelijk dat dit allemaal gebeurt vanwege de ark. Het is de God van Israël Die voor deze plagen zorgt. Niet Dagon is god, maar de Heere is God!
- In een vergadering komen de vijf koningen van de Filistijnen bij elkaar. ‘Wat moeten we toch doen met de ark?’ ‘We kunnen het zo toch niet door laten gaan! Moet je kijken wat een pijn de mensen in Asdod hebben en wat die muizenplaag met de stad doet…’
- ‘Misschien kunnen we de ark beter naar een andere plaats van ons land brengen’, zegt een koning. ‘Als we de ark nu eens naar Gath brengen?’ De andere koningen knikken. Dat lijkt hun wel een goed plan.
- Plechtig wordt de ark uit de tempel van Asdod gedragen en naar Gath gebracht. Ze gaan met de ark om de muren van de stad Gath heen. Maar, zodra de ark in de stad Gath is, breken daar de muizenplaag en de zwerenplaag ook los. Ook hier zitten de mensen al snel onder de zweren en bulten. ‘Laten we de ark zo snel mogelijk weg doen’, huilen de mensen uit Gath. En snel laten ze de ark weghalen en sturen ze de ark naar de stad Ekron, ook een stad van de Filistijnen.
- De mensen uit Ekron zien de ark al aankomen. Ze zijn bang. Wat zal er nu gaan gebeuren? Zullen zij ook zweren krijgen en de plaag met de muizen? De koning van de stad Ekron ziet de ark ook aankomen en roept: ‘Ze hebben de ark van de God van Israël gebracht om mij en mijn volk te doden!’
- En het gebeurt. Er zijn opeens mensen met bulten en zweren op hun lichaam. En ook de muizen rennen rond om alles kapot te maken. ‘Help’, schreeuwen de mensen, ‘stuur de ark toch naar Israël, anders sterven we allemaal nog!’
- De vijf koningen komen weer bij elkaar. Ze weten het: zó kan het niet langer blijven. Het is heel erg in de stad Ekron. Mensen sterven en hebben vreselijke pijn en verdriet. Wat moeten ze nu?
Slotzin
De Filistijnen hadden wel van het volk Israël gewonnen, maar niet van de God van Israël. Voor Hem moeten ze voor buigen. Want de Heere in de hemel is de enige God en de Machtigste God.
Gespreksvragen
Hoe kun je zien dat de Heere de Machtigste God is? Wat betekent dat voor jou en mij?
De Filistijnen moesten toegeven dat de Heere de Machtige is. Hoe kunnen wij voor Hem buigen?
Dagon was een afgod. Kunnen wij vandaag ook afgoden hebben? Hoe dan? Wat zegt de Heere over afgoden?
De ark liet zien dat God aanwezig was. Wat betekende dat voor de Filistijnen? Als de Heere er is, moet er een keuze gemaakt worden: voor Hem of tegen Hem. Wat betekent dat voor jou?
Samenvatting
De Filistijnen voeren de ark mee naar hun land. Hij krijgt een plaats in de tempel van hun god Dagon in Asdod. De volgende morgen vinden ze het beeld van Dagon op de grond. Het beeld wordt weer op zijn plaats gezet, maar de dag erna is het beeld weer gevallen. Nu is het ook kapot. De Heere slaat de mensen in Asdod met spenen, zwerende builen. Ze besluiten dat de ark weg moet. Hij gaat naar Gath en daar overkomt de mensen hetzelfde. De ark wordt doorgestuurd naar Ekron. Ook daar worden de inwoners getroffen. Velen sterven en de anderen krijgen zweren. Dan besluiten de vorsten dat de ark terug naar Israël moet.
Vragen
- Wat gebeurt er als de ark in de tempel van Dagon komt?
- Wat zegt dat over de Heere?
- Wat gebeurt er met de mensen in Asdod?
- Wat willen ze met de ark doen?