Deze vertelschets gaat over Lukas 1:26-56 en hoort bij les C3.19 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Lukas 1:26-56
Context
Maria zal binnenkort gaan trouwen met Jozef. Beiden wonen in Nazareth en zijn afkomstig uit het geslacht van koning David. Elisabeth is zes maanden in verwachting; haar zoon zal de wegbereider van de Heere Jezus worden.
Kerntekst
Lukas 1:30,31 En de engel zeide tot haar: Vrees niet Maria, want gij hebt genade bij God gevonden. En zie gij zult bevrucht worden en een Zoon baren, en zult Zijn naam heten JEZUS.
Doelstellingen
- De kinderen beseffen het wonder van de komst van de Heere Jezus als Zaligmaker.
- Ze zien het geloof van Maria en Gods almacht: Want geen ding zal bij God onmogelijk zijn.
- Ze horen de lofzang van Maria op Gods goedheid.
Zingen
- Psalm 98:2; Lofzang van Maria:1,2,3
- UMK - Nu daagt het in het Oosten; Gabriël door God gezonden
- ZB - Alzo lief had God de wereld
Geloofsleer
- HC zondag 11 Van God de Zoon en onze verlossing
- HC zondag 14 Geboren uit de maagd Maria
- HC zondag 47 Uw naam worde geheiligd
- NGB art. 18 Van de menswording van Jezus Christus
Introductie
Stel je eens voor...Op een dag wordt er bij jullie thuis aangebeld. Je doet de deur open en er staat een deftige man op de stoep. Hij zegt: ‘Ik ben een bode van koningin Beatrix...De Majesteit heeft me hierheen gestuurd om jullie een belangrijke boodschap brengen...’ Je zou vast schrikken en misschien zenuwachtig worden. Iemand uit het paleis van de koningin bij jullie op de stoep...!
Beginzin
‘Wees gegroet, Maria. De Heere is met u, u bent een gezegende vrouw’. Maria schrikt op, wie zegt deze bijzondere woorden?
Vertelschets
- Het is de engel Gabriël, de boodschapper van God uit de hemel. Eerder was hij door God naar Zacharias gestuurd in de tempel. Nu mag hij een boodschap brengen bij Maria die in Nazareth woont.
- Maria zal over een poosje gaan trouwen met Jozef. Hij woont ook in Nazareth. Eigenlijk zijn ze familie van koning David. Je merkt daar niets meer van, Maria woont in een klein huisje, ze draagt geen deftige kleren en Jozef is gewoon timmerman. Ze zien er niet uit als prins en prinses!
- Toch komt de engel in dit kleine huisje en hij heeft Maria iets heel bijzonders te vertellen!
- Er staat in de Bijbel dat Maria 'ontroerd' is als ze de woorden van de engel hoort. Ze schrikt en weet eigenlijk niet goed wat ze moet doen. Wat bedoelt hij?
- De engel zegt: ‘Vrees niet Maria. Je hoeft niet te schrikken, want je hebt genade bij God gevonden. Ik kom je iets heel moois vertellen. Je zult een kindje krijgen, een Zoon. Als Hij geboren is moet je Hem 'Jezus' noemen. Het zal niet een gewoon Kind zijn, want Hij zal ook de Zoon van God genoemd worden. Hij zal een Koning zijn, net als David, maar dit Kind zal Koning zijn tot in eeuwigheid, aan Zijn Koninkrijk komt nooit een eind.’
- Wat een mooie boodschap van de engel! Nu zal de Heere Jezus geboren worden! Zijn naam betekent 'Zaligmaker', Hij zal de mensen verlossen van hun zonden. Al heel lang hebben ze op Zijn komst gewacht, de profeten hebben al over Hem verteld. Nu zal het eindelijk gaan gebeuren!
- Maria heeft stil geluisterd naar de woorden van Gabriël. Ze begrijpt het nog niet helemaal. ‘Ik ben nog niet getrouwd met Jozef’, zegt ze, ‘hoe kan ik dan toch al een kindje krijgen?’
- De engel legt uit dat dit kindje op een wonderlijke manier geboren zal worden, door de kracht van de Heilige Geest. Hij zal de Zoon van God zijn.
- ‘De Heere doet écht wonderen, Maria. Want Elisabeth, uw nicht, zal óók een zoon krijgen, terwijl ze al heel oud is. Bij God is immers niets onmogelijk!
- Maria vindt het goed wat God doet, al begrijpt ze nog niet alles. Laat het gebeuren zoals God het heeft gezegd.
- De engel gaat weg. Maria wil het blijde nieuws graag aan haar nicht Elisabeth vertellen. Ze wil met haar praten over dat wonderlijke. Haastig pakt ze wat spullen en gaat ze op weg.
- Als ze bij haar nicht komt, voelt Elisabeth haar eigen kindje trappelen in haar buik, alsof hij blij is over wat er gebeurt.
- Elisabeth weet al wat de engel tegen Maria gezegd heeft, de Heilige Geest heeft het haar verteld. ‘Je bent een gezegende vrouw Maria’, zegt ze, ‘wat heerlijk dat de moeder van de Heere bij mij komt.’
- Van vreugde gaat Maria een lofzang zingen. Ze zingt hoe wonderlijk het is dat Hij, de Heilige, haar heeft uitgekozen om de moeder van de Zaligmaker te worden, terwijl ze maar een heel eenvoudig meisje is.
- Ze dankt God dat Hij Israël genadig is, zoals Hij al beloofd had aan Abraham.
Slotzin
Maria blijft drie maanden bij Elisabeth. Wat zullen ze veel met elkaar gepraat hebben over de kinderen die ze verwachten en met verlangen uitzien naar hun geboorte!
Gesprek
Wat gebeurt er op een dag in Nazareth? Wat vertelt de engel aan Maria? Waarom is dat een groot wonder? Wat betekent het dat de Heere Jezus de Zaligmaker is? Waarom is het zo belangrijk dat Hij geboren is?
Wat kun je leren van Maria als ze zegt: ‘Mij geschiede naar uw woord’. Waarom gaat Maria naar Elisabeth?
Zing jij weleens voor de Heere? Wat zing je dan?
Samenvatting
De engel Gabriël komt bij Maria. Als ze schrikt, zegt hij dat ze niet bang hoeft te zijn, want de Heere is met haar, geeft haar genade. Hij vertelt dat zij een Zoon zal krijgen, de Messias. Hij is de Zoon van God. Ze moet Hem Jezus noemen. De Heilige Geest zal er voor zorgen dat dit gebeurt. Dat is een wonder. Maria zegt: 'Het is goed; laat het gebeuren zoals de Heere dat wil.' Gabriël vertelt dat Elisabeth ook een zoon krijgt. Dan vertrekt Maria naar haar nicht. Als ze aankomt, voelt Elisabeth hoe het kindje in haar buik beweegt. De Heilige Geest laat haar weten dat Maria de moeder van de Heere Jezus zal zijn. Ze hebben veel om over te praten en van blijdschap zingt Maria een lied.
Vragen
- Wat gebeurt er in Nazareth met Maria?
- Wat doet Maria als ze de boodschap van Gabriël heeft gehoord?
- Waarom was het een wonder dat Maria een kindje kreeg?
- Wat gebeurt er als Maria bij Elisabeth komt?