Deze vertelschets gaat over Lukas 1:5-25 en hoort bij les C2.27 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Lukas 1:5-25
Context
Sinds 400 jaren is geen profetenstem meer gehoord. Wanneer zal de Messias komen? Een deel van de Joden verwacht Zijn komst, anderen zullen er niet bij leven. De Heere houdt Zijn belofte. De tijd van de vervulling is nabij.
Kerntekst
Vers 20
En zie, gij zult zwijgen, en niet kunnen spreken, tot op den dag, dat deze dingen geschied zullen zijn; om dies wil, dat gij mijn woorden niet geloofd hebt, welke vervuld zullen worden op hun tijd.
Doelstellingen
- De kinderen worden opgeroepen te geloven dat de Heere Zijn beloften altijd houdt
- Ze begrijpen dat Hij het gebed van Zacharias en Elisabeth verhoort
- Ze beseffen dat de geboorte van Johannes een wonder was
Zingen
Psalm 84:6; 116:1; 130:4; Lofzang van Maria 1,3
UMK - De priester Zacharias
Geloofsleer
HC vraag 21 en 22 - Het ware geloof
Introductie
Vertel de kinderen dat de priesters in de tempel, je zou kunnen zeggen: de kerk, werkten. Ze brachten offers: schapen, duiven. Vertel dat in de tempel ook een altaar stond, waarop twee keer per dag werd geofferd. De priester strooide korrels op de gloeiende kolen. Die verbrandden en dat rook heerlijk. Die heerlijke geur steeg op. De Heere zag dat en wist dat de priesters dan een gebed deden. De Heere hoort je altijd als je bidt. Misschien kun je een plaat van de tempel, de voorwerpen in de tempel laten zien.
Beginzin
Zacharias is zó blij! Al gauw mag hij naar Jeruzalem. Daar mag hij in de tempel gaan werken. ‘Luister eens Elisabeth! Ik mag naar Jeruzalem!’
Vertelschets
- Elisabeth kijkt naar hem. Zacharias is priester en hij heeft nog nooit in de tempel geofferd. Er zijn zoveel priesters, ze komen maar één keer in hun leven aan de beurt om dit te mogen doen. Dat willen ze allemaal heel graag.
- ‘Wat is dat fijn voor je, Zacharias’, zegt ze. Als Zacharias weggaat, blijft zij alleen thuis. Zij en Zacharias hebben geen kinderen. Heel veel jaren hebben ze elke dag de Heere gevraagd of ze een kindje mochten krijgen, maar dat is niet gebeurd. En nu zijn ze al zo oud, nu zal het niet meer gebeuren.
- Toch is ze niet helemaal alleen: Zacharias en Elisabeth hebben de Heere lief. Dat heeft de Heere Zelf in de Bijbel gezegd. Hij heeft hun zonden vergeven. Ze geloven in Hem. Hij is altijd bij hen.
- Het is een heel eind lopen naar Jeruzalem, maar Zacharias voelt bijna niet dat hij moe is. Wat heerlijk dat hij een hele week in de tempel mag werken! Iedereen die hem ziet lopen, weet dat die man een priester is. Dat zien ze aan zijn kleren. Hij heeft witte kleren, tot op de grond en op zijn hoofd een witte muts.
- Als hij al een paar dagen in de tempel is, mag hij het reukoffer brengen. Dat is eigenlijk wel het mooiste werk in de tempel. Dan mag hij in het heilige gaan, dat is een kamer met allemaal gouden spullen om de Heere te dienen. Dan ben je heel dicht bij God.
- In die kamer staat een altaar met reukwerk. Als hij straks de korrels op de gloeiende kolen strooit, gaat het heerlijk ruiken. De rook van het offer gaat omhoog.
- Buiten staan de mensen. Zij bidden. De gebeden gaan ook omhoog, naar de Heere, Die ze hoort. De Heere hoort je altijd als je bidt.
- De mensen weten wat er in het heilige gebeurt. In hun gedachten zien ze de priester die het werk doet. Straks zal hij naar buiten komen en hen zegenen.
- Als de rook van het offer omhoog stijgt, heft Zacharias zijn hoofd omhoog. Hij bidt tot de Heere. Plotseling schrikt hij: ineens staat er een man, een engel, naast het altaar. Hij heeft lichte kleren aan en kijkt naar Zacharias. Zacharias wordt angstig. Wat zal er gebeuren?
- ‘Zacharias, je hoeft niet bang te zijn. Ik vertel je iets heel moois: jij en Elisabeth krijgen een kindje, een zoon. De Heere heeft gehoord hoe jullie daar altijd om hebben gevraagd. Weet je hoe hij zal heten? Johannes!’
- De engel vertelt dat Johannes een knecht van God zal zijn. Hij zal de mensen vertellen dat de Heere Jezus komt. Veel mensen zullen in de Heere God geloven en Hem dienen.
- ‘Hoe kan dat nu?’ vraagt Zacharias. ‘We zijn al zo oud! Hoe kunnen Elisabeth en ik nog een kindje krijgen?’
- ‘Ik ben Gabriël. Ik woon bij God in de hemel. Wat ik nu tegen u zeg, is een boodschap van de Heere! Hij heeft mij naar u toe gestuurd om iets heel moois te vertellen voor uzelf, maar ook iets wat heel belangrijk is voor de mensen. Omdat u het niet gelooft, zult u niet meer kunnen praten, tot uw zoontje is geboren.
- Dan is de engel weg. Zacharias is alleen. Hij kan niet praten! Hoe moet hij nu de mensen zegenen?
- Die wachten tot hij naar buiten komt… Waarom blijft de priester zo lang weg! Zal er iets gebeurd zijn? Als de deur opengaat, wordt het heel stil. De mensen wachten tot hij hen zegent. Maar er gebeurt niets.
- Zacharias staat daar, met zijn handen omlaag, hij zegt niets. Dan zwaait hij met zijn handen; eigenlijk zegt hij zo tegen de mensen: ‘Gaan jullie maar naar huis!’ De mensen kijken verbaasd naar hem. Maar dan gaan ze weg. Ze weten het zeker: in de tempel is iets bijzonders gebeurd. Maar ze weten niet wat.
- Als de dagen Zacharias klaar is met zijn werk in de tempel, gaat hij terug naar Elisabeth. Ze wil alles vragen aan hem. ‘Hoe was het om in de tempel te werken?’ Maar hij kan niets zeggen. Hij kan niet vertellen van de engel en van die mooie boodschap. Maar dan schrijft hij het allemaal op en weet Elisabeth wat er zal gebeuren.
- Na een poosje merkt Elisabeth dat ze een kindje zal krijgen. Precies zoals de engel het had gezegd.
Slotzin
De Heere is machtig. Hij doet wat Hij belooft. Johannes zal geboren worden, en daarna de Heere Jezus. Wat een geweldige boodschap.
Gesprek
Wat ging Zacharias in de tempel doen? Hoe heette de engel? Wat vertelde de engel? Waarom geloofde hij de engel niet? Wat zei de engel toen? Hoe moest zijn zoon heten? Wie zou daarna worden geboren? Waarom kwam de Heere Jezus naar de aarde?
Samenvatting
Zacharias, de oude priester, en zijnn vrouw Elisabeth hebben geen kinderen. Zacharias mag een week in de tempel dienen. Hij reist naar Jeruzalem en zal daar met de andere priesters de offers op het brandofferaltaar brengen. Deze keer mag hij het wierookoffer brengen in het heilige. Dat mag een priester maar één keer in zijn leven doen. Daar, bij het gouden altaar, ontmoet Zacharias een engel, Gabriël, die hem vertelt dat hij een zoon zal krijgen. Hij moet hem Johannes noemen. Zacharias gelooft de woorden van de engel niet. Als straf kan hij niet meer praten. Hij kan het volk ook niet zegenen en wenkt dat ze naar huis moeten gaan. |
Vragen
- Wie zijn Zacharias en Elisabeth?
- Wat hebben ze vaak aan de Heere gevraagd?
- Wat gebeurt er in de tempel?
- Waarom gelooft Zacharias de engel niet?
- Wat zegt Gabriël dan tegen hem?