Deze vertelschets gaat over Genesis 6 en hoort bij les B1.4 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Genesis 6
Context
De wereldbevolking groeit. Via Seth is er een godvrezende geslachtslijn, de nakomelingen van Kaïn leven goddeloos. Uit Seth wordt na veel geslachten Noach geboren. Hij zal troost geven (Genesis 5:29).
Kerntekst
Genesis 6:17 en 18 ‘Want Ik, zie, Ik breng een watervloed over de aarde, om alle vlees waarin een geest des levens is, van onder den hemel te verderven, al wat op de aarde is zal den geest geven. Maar met u zal Ik mijn verbond oprichten, en gij zult in de ark gaan gij, en uw zonen, en uw huisvrouw, en de vrouwen uwer zonen met u.’
Doelstellingen
- De kinderen weten dat de Heere de zonden straft.
- Ze verwonderen zich erover dat Hij genadig is en aan Zijn beloften denkt.
Zingen
- Psalm 1:1,4; 6:1; 14:1-3; 15:1-5; 116:1
Geloofsleer
- HC vraag 11 - God is barmhartig en rechtvaardig
- HC vraag 29 - Jezus, Zaligmaker
- DL 2, art. 2 - Jezus is Borg.
- DL 3,4, art. 15 - Genade
Introductie
Voer een gesprekje over familie. Wie horen er allemaal bij je familie? Hoe groot is die? Hadden Adam en Eva ook familie? Wie? Toen die groot werden kregen zij ook weer kinderen. Zo kwamen er steeds meer mensen op de aarde.
Beginzin
Adam leeft niet meer. Zijn zonen Kaïn en Seth zijn ook gestorven. Maar ze hebben wel kinderen gekregen. Toen die groot waren kregen ze ook kinderen. Ze zijn allemaal familie van Kaïn en Seth.
Vertelschets
- De familie van Kaïn heeft het goed. Ze doen waar ze zin in hebben. De Heere dienen ze al lang niet meer. Fijn leven zoals je zelf wilt. Ze leven zonder God, goddeloos.
- Bij de familie van Seth is het heel anders. Ze hebben de Heere lief. Telkens spreken ze met elkaar over Hem en dat Hij beloofd heeft dat de Messias geboren zal worden. Ze bouwen altaren en offeren.
- Maar er verandert ook wat in de familie van Seth. Ze beginnen de Heere te vergeten. Ze gaan eens op bezoek bij de familieleden van Kaïn en sommige mensen trouwen met elkaar.
- Zo gaan de mensen steeds meer zondigen, ze hebben de Heere niet lief.
- De Heere ziet het, Hij weet hoe de mensen zijn en Hij heeft er verdriet van. Zó heeft Hij de schepping niet bedoeld! Maar Hij is ook boos over de zonde. ‘Ik zal de mensen straffen’, zegt God, ‘dat hebben ze verdiend. Ik zal alle mensen van de aarde wegdoen.’
- Alle mensen? Maar hoe moet dat dan? De Heere had toch beloofd dat de Messias eens geboren zou worden? De Messias die de straf zou dragen die Adam, Eva en alle mensen verdienen? Nee… God vergeet nooit wat Hij belooft.
- God weet dat Noach Hem liefheeft. Noach gelooft dat de Heere Jezus eens zal komen om voor zijn zonden te sterven. De Heere wil Noach met zijn gezin redden.
- ‘Noach, jou wil Ik redden en je zonen Sem, Cham, Jafeth en jullie vrouwen.’ Verbaasd luistert Noach. Redden? Waarvan dan? Maar de Heere vertelt verder: ‘De mensen die op de aarde leven zijn zó zondig. Ze vergeten Mij helemaal. Ik kan hen niet langer laten leven, Ik zal hen straffen. Iedereen op aarde zal sterven, ook alle dieren. Alleen jij met je familie mag blijven leven.’
- Op wie lijk jij: op de familie van Kaïn of van Seth?
- Noach schrikt en kijkt om zich heen: ál die mensen zullen gestraft worden en hij met zijn gezin mag blijven leven.
- Maar de Heere spreekt weer. ‘Je moet een ark bouwen, een heel groot schip.’ Hij vertelt precies hoe die ark er uit moet zien. In gedachten ziet Noach het: een enorm grote kist, zo hoog worden als wel twee huizen op elkaar en net zo breed als vijf huizen naast elkaar.
- Maar hij snapt wel waarom die zo groot moet worden. Van alle dieren moeten een mannetje en een vrouwtje in de ark komen. Kleine dieren: schapen, varkens, maar ook de grote olifanten en giraffen. Mussen en duiven, maar ook grote reigers. Er komen drie verdiepingen en er moeten veel kamers zijn. De gaten moet hij dichtsmeren met pek. Er komt een raam in en een grote deur.
- Noach gelooft dat de Heere zal doen wat Hij gezegd heeft. Daarom aarzelt hij niet, maar gaat meteen aan het werk. ‘Jongens, kom eens! Luister, de Heere heeft gezegd dat we een ark moeten gaan bouwen, hier op het land.’ Verbaasd kijken ze hem aan. Maar als Noach het uitgelegd heeft, gaan ze aan het werk.
- ‘Noach, wat ga je toch bouwen?’ vragen de mensen als ze hen bezig zien. ‘De Heere zal een grote watervloed op de aarde brengen. Iedereen zal verdrinken.’ Elke dag weer waarschuwt Noach.
- Ze hakken bomen om, zagen er planken van. Tik, tik, klop, klop, klinkt het iedere keer. Als ze horen waarom Noach de ark bouwt, spotten en lachen ze: ’Ha, ha, wie bouwt er nu een ark midden op het land. Er is toch geen water in de buurt? Je bent niet wijs, man.’
- Al die 120 jaren vertelt Noach hoe geduldig de Heere is, maar dat Hij de zonden straft. Hij waarschuwt hen zich te bekeren en te geloven.
Slotzin
‘Eindelijk is de ark klaar. Noach brengt een grote voorraad voedsel in de ark. Dan wachten ze rustig af wat er gaat gebeuren. Ze weten het: God zorgt.’
Gesprek
- Hoe ‘voelde’ de Heere Zich toen Hij de zonden zag, wat zei Hij? Wat ziet de Heere als Hij naar ons, naar de wereld kijkt?
- Waarom straft de Heere de zonden? Wanneer straft Hij de zonden niet? Straft Hij de zonden meteen?
- Hoe zie je of iemand van God houdt? En jij?
Samenvatting
De Heere ziet dat de zonde van de mensen op de aarde steeds meer wordt en Hij heeft berouw dat Hij de mensen gemaakt heeft. Noach vindt genade in de ogen van de Heere. God zegt tegen Noach dat hij een ark moet bouwen, omdat de Heere een watervloed zal sturen. De Heere zal een verbond maken met Noach. Hij mag met zijn vrouw en kinderen in die ark, zodat zij gered zullen worden. De Heere vertelt precies hoe die ark gebouwd moet worden en welke dieren er in mogen. Noach doet wat de Heere tegen hem gezegd heeft.
Vragen
- Wat ziet de Heere als Hij naar de aarde kijkt?
- Wat ziet de Heere als Hij naar Noach kijkt?
- Waarom vertelt de Heere precies hoe de ark gebouwd moet worden?
- Zou het moeilijk geweest zijn voor Noach om de ark te bouwen, terwijl er nog niets te zien is van de zondvloed?