De website heeft recent een grote update gehad in de techniek, waarna nog niet alles weer perfect werkt. Kom je een foutje tegen, kopieer dan de link uit de adresbalk van je browser en deel hem via de chat of per mail, met een korte toelichting van de fout. Daarmee help je ons om de website weer goed in vorm te krijgen. Dankjewel!

Vertelschets over de brandende braamstruik

Deze vertelschets gaat over Exodus 3:1-12 en 4:1-17 en hoort bij les C2.14 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.

Bijbelgedeelte: Exodus 3:1-12 en 4:1-17

Context
Nadat Mozes door zijn moeder naar het paleis van de Farao gebracht is, wordt hij daar opgevoed. In Exodus 2 volgt dan ook de geschiedenis van Mozes die uit boosheid de Egyptenaar doodsloeg. Als hij merkt dat iemand dat gezien heeft, vlucht hij weg. Hij komt in de familie van Jethro en hij trouwt met diens dochter Zippora. Hij leidt vanaf dat moment een leven als herder. Veertig jaren trekt hij rond met de kudde.

Kerntekst
Exodus 3:10 Zo kom nu en Ik zal u tot Farao zenden, opdat gij Mijn volk uit Egypte voert.

Doelstellingen

  • De kinderen weten dat God tot Mozes komt in de brandende braamstruik en dat Hij hem roept tot een bijzondere opdracht.
  • Ze beseffen dat ze God altijd moeten gehoorzamen.
  • Ze horen opnieuw dat God een God van wonderen is.

Zingen

  • Psalm 56:6; 65:1; 81:12; 86:6
  • ZB - Heer’ ik kom tot U / Heer’ in Uw heiligdom / Jezus’ ga ons voor / Wees ook jij een discipel

Geloofsleer
NGB artikel 13 - Van de voorzienigheid Gods
NGB artikel 31 - Van de dienaren, ouderlingen en diakenen

Introductie
‘Tutè, tutè!’ Willemijn rent naar het raam. Kijk eens, een brandweerwagen, het blauwe zwaailicht flitst. ‘Ik wil kijken’, roept ze, maar mama wil niet met haar meegaan. De volgende dag komen ze voorbij het huis dat afgebrand is. Willemijn schrikt. Er is niet veel over van het huis: een hoop stenen waar wat stukken hout uit steken. Alles is zwart geworden, het vuur heeft alles kapot gemaakt. ‘Nu hebben die mensen geen huis meer’, zegt ze tegen moeder, ‘waar moeten ze nu wonen?’

Beginzin
Kijk, daar over de velden gaat een kudde schapen. Een herder is erbij. Hij heeft een staf in zijn hand. De hele dag trekt hij met zijn kudde door de woestijn.

Vertelschets

  • Kijk maar eens goed naar die herder. Misschien ken je hem wel. Het is Mozes. Mozes? Wat doet hij daar nu? Mozes woonde toch in Egypte? Hij is toch de zoon van de prinses geworden?
  • Ja, dat is waar. In het paleis van de Farao leerde hij heel veel. Hij was een echte prins. Maar toch kon Mozes zijn eigen volk, de Israëlieten, niet vergeten. En op een keer heeft hij een Egyptenaar gedood. Hij moest vluchten, want de Farao wilde hem straffen. In een ander land is hij getrouwd met Zippora en nu is hij schaapherder.
  • Mozes zoekt goede plekjes uit voor zijn schapen, plekjes waar genoeg gras is. Hij zorgt goed voor zijn dieren. Kijk daar, bij die hoge berg is veel gras. Hij gaat er met zijn schapen naar toe.
  • Maar wat ziet hij daar, een eind verderop? Er staat iets in brand. Het is een braambos. Wat een hoge vlammen! Nog even en dan is de braambos vast helemaal verbrand. Dan gaat het vuur uit. Maar het vuur blijft branden. Wat vreemd is dat.
  • Mozes komt dichterbij. Hij kijkt eens naar de takjes. Ze blijven mooi en groen. Ze verbranden gewoon niet. Mozes kijkt heel verbaasd.
  • Maar dan… er komt een stem uit het vuur. ‘Mozes, je mag niet dichterbij komen. Je moet je schoenen uitdoen. Want deze grond is heilig. Ik ben de Heere, de God van Abraham, Izak en Jakob.’
  • Dit… dit is de stem van God. Mozes durft niet te kijken. Hij houdt zijn handen voor zijn ogen. Dan doet hij zijn schoenen uit en blijft heel stil staan.
  • ‘Mozes…’, zegt God, ‘jij moet naar Egypte gaan. Naar Mijn volk Israël. Ik heb wel gezien hoe hard ze moeten werken. Ik heb gezien dat ze slaven zijn. Maar jij mag ze naar het mooie land Kanaän brengen. Jij mag Mijn knecht zijn.’
  • Mozes schrikt. Nee toch, dat kan niet. Moet hij dat doen? Hij is toch al oud geworden, hij is al tachtig jaar! Dat kan hij nooit. En hij zegt het ook tegen de Heere God. ‘Moet ik dat gaan doen? Moet ik dan naar de Farao gaan?’ ‘Ik zal je helpen Mozes,’ zegt de Heere God. ‘Kijk eens naar de berg hier voor je. De berg Horeb. Als jij met het volk uit Egypte komt, zul je hier met heel het volk staan. Bij deze berg.
  • ‘Maar Heere, de mensen zullen vast niet geloven dat U dat tegen mij gezegd hebt. Ze luisteren vast niet naar mij.’
  • ‘Jawel Mozes, kijk eens, wat heb je in je hand?’ ‘Een staf’ zegt Mozes. ‘Gooi hem maar op de grond.’ Mozes doet wat de Heere zegt en kijk eens. De staf van Mozes is een slang geworden die over de grond kronkelt. Snel gaat Mozes op een ander plekje staan. Hij is bang. Maar dan zegt de Heere. ‘Mozes, pak de slang bij zijn staart.’ Durft Mozes dat? Bij zo’n enge slang? Dan bijt hij Mozes toch? Maar Mozes luistert naar de Heere. En als hij de slang bij zijn staart grijpt, wordt de slang weer een staf.
  • En de Heere doet nog een wonder. ‘Mozes, steek je hand maar eens tussen je kleren,’ zegt Hij. Mozes doet het. En als hij zijn hand weer tevoorschijn haalt, is zijn hand ziek, melaats, met grote witte plekken er op. Mozes schrikt. Maar dan moet hij zijn hand opnieuw tussen zijn kleren steken. En kijk eens, zijn hand is weer helemaal gezond.
  • ‘En Mozes, als de mensen je dan nog niet geloven zullen, haal dan water uit de rivier de Nijl. Dan zal het veranderen in bloed. Dan zullen de mensen je wel geloven.’
  • Maar Mozes wil eigenlijk nog niet. ‘Heere, ik kan helemaal niet goed praten. Ik kan het niet goed vertellen tegen de Farao en tegen de mensen. Stuurt U maar een ander.’
  • Maar dan wordt de Heere boos op Mozes. ‘Nee Mozes, jij moet het doen. Maar je hoeft niet alleen te gaan. Aäron, je broer, zal met je meegaan. Jullie zullen samen Mijn knechten zijn.’
  • Dan vindt Mozes het goed. Nu zal hij voortaan geen herder meer zijn. Nu moet hij de schapen weer terugbrengen. Maar toch is Mozes blij. Hij denkt aan het vuur. Het vuur wilde de braambos dood maken. Maar het lukte niet. De takjes bleven groen en levend. Omdat de Heere in de braambos was.

Slotzin
Zo zal de Heere zorgen voor het volk Israël, want het is het volk van God. De Heere is bij hen. En Hij zal altijd voor hen zorgen.

Gespreksvragen
Waarom woont Mozes niet meer in het paleis bij Farao? Wat voor werk doet hij nu?
Wat ziet Mozes? Wat is er vreemd aan de brandende braambos? Wat zegt de Heere tegen hem? Luistert Mozes naar de Heere? En luisteren wij ook altijd naar de Heere?

Samenvatting
De rijke prins is in het vreemde land een schaapherder geworden. Veertig jaren gaan voorbij. Dan verschijnt God aan Mozes in een brandende braamstruik. Er klinkt een stem uit het vuur. Mozes moet zijn schoenen uit doen, want de grond waar hij op staat, is heilig. God geeft hem de opdracht naar Egypte terug te gaan. God zal het volk verlossen en Mozes moet het volk naar Kanaän brengen. Mozes wil niet naar de Farao, hij vindt dat God een ander moet sturen. Mozes hoeft niet alleen te gaan. Zijn broer Aäron mag met hem mee.

Vragen

  1. Hoe heet de man bij wie Mozes gaat wonen?
  2. Hoe lang woont Mozes in Midian?
  3. Welke opdracht krijgt hij van God?
  4. Welke uitvluchten bedenkt Mozes?
  5. Bedenken wij ook uitvluchten als God iets aan ons vraagt?


Nog beter in vorm raken?

Wij komen graag langs voor toerusting op maat! Bekijk de dienstenpagina voor ons aanbod of stel je vraag via lydia@goedinvorm.nu.

NEEM CONTACT OP

Heb je een tip?

Deel met ons je idee!

STUUR JE TIP IN

Les C2.14

Alles van

Bijbeluitleg over Exodus 3:1-12 en 4:1-17

10 november 2020
Deze exegese gaat over Exodus 3:1-12 en 4:1-17 en hoort bij les C2.14 van het zondagsschoolmateriaal van het LCJ.
+
Ontwikkeld door
LCJ

De ontmoeting bij de brandende braamstruik

11 mei 2021
Deze verwerking hoort bij les 12 van de crèchemethode 'Kijk en luister'.
+
Ontwikkeld door

Gesprek over vuur

16 mei 2022
Deze verwerking hoort bij les C2.14 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Plaatmateriaal - De brandende braamstruik

1 oktober 2021 Door Free Bible Images
Dit plaatmateriaal hoort bij les C2.14 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Psalm 136:13 met uitleg

7 oktober 2021
Dit Psalmvers met daarbij een korte uitleg hoort bij les C2.14 en C2.15 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Romeinen 8:31b met uitleg

6 oktober 2021
Deze bijbeltekst met daarbij een korte uitleg hoort bij les C2.14 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Verwerking - De brandende braamstruik

1 september 2023
Deze verwerking hoort bij les C2.14 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Verwerking - De brandende braamstruik

1 oktober 2021
Deze verwerking hoort bij les C2.14 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ
Naar de methodepagina

Uitgelichte items

Avondmaal

30 oktober 2020
Het Avondmaal laat zien dat de Heere Jezus Zijn lichaam en bloed geofferd heeft tot vergeving van de zonden. Als je door het geloof het Avondmaal …
+
Ontwikkeld door

Belijdenis doen

5 januari 2021
Ik zou het als een grote zegen zien als jij door deze inleiding een verlangen krijgt naar het doen van openbare geloofsbelijdenis, omdat de Heere …
+
Ontwikkeld door
LCJ

Stel je eigen inspiratielijst samen

Voeg met behulp van het gele plusje items toe aan je inspiratielijst. Alles in één lijstje overzichtelijk bij elkaar voor jouw clubavond of activiteit!