Deze vertelschets gaat over Lukas 2:1-20 en hoort bij les A2.32 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Lukas 2:1-20
Context
Lukas spreekt het meest uitvoerig over de geboorte van de Heere Jezus en wat daaraan vooraf ging. Dit stuk van Gods heilsgeschiedenis wordt door Lukas middenin de geschiedenis geplaatst.
Kerntekst
Lukas 2:7 En zij baarde haar eerstgeboren Zoon, en wond Hem in doeken, en leide Hem neder in de kribbe, omdat voor henlieden geen plaats was in de herberg.
Doelstelling
- De kinderen kennen het kerstverhaal, en weten waarom de Heere Jezus naar deze wereld gekomen is
- Ze worden opgeroepen te geloven dat Hij ook voor hen de hemelse heerlijkheid wilde verlaten en arm geworden is in deze wereld.
Zingen
- Psalm 72:6,11; 89:2,9; 105:5,6; Gezang 2; Gezang 3; Gezang 4
- ZB - Alzo lief had God de wereld / Heer’, U bent mijn leven / Hij kwam bij ons, heel gewoon / Ik kniel aan Uwe kribbe neer / Kom in mijn hart / Ere zij God
Geloofsleer
- HC zondag 11-14 - De Heere Jezus, onze Verlosser
- NGB art. 18 - De menswording van Jezus Christus
Introductie
‘Mama, wanneer gaan we nu weg, naar opa en oma?’ vraagt Job. Het duurt zó lang! Hij is al de hele morgen aan het wachten, en nog gaan ze niet... Mama zegt voor de zoveelste keer die ochtend: ‘Nog niet Job. Ga maar lekker spelen, ik zal zeggen wanneer het tijd is.’ Als het aan Job gelegen had, waren ze allang bij opa en oma geweest. Maar ja, dat kan niet. Hij moet wachten, tot mama zegt dat het tijd is.
Beginzin
In de vertelling van vandaag zullen we zien dat de Heere God zegt dat het tijd is. De dingen gebeuren op Zijn tijd, wanneer Hij het wil. En ook hoe Hij het wil. Niet mensen hebben het voor het zeggen, maar de Heere God. Het is niet die machtige keizer Augustus die de geschiedenis schrijft, maar God laat de dingen gebeuren zoals Hij het wil!
Vertelschets
- En zo zorgt de Heere ervoor dat Jozef en Maria, die hoogzwanger is, in Bethlehem terecht komen. Keizer Augustus wilde dat alle inwoners van zijn hele rijk geteld zouden worden. Er moest opgeschreven worden hoe groot de gezinnen waren, hoe rijk de mensen waren, hoeveel slaven een rijke boer had, en zo nog meer. Dit wilde Augustus allemaal weten om straks van iedereen genoeg belasting te kunnen vragen.
- Daar gaan dan ook Jozef en Maria. Het zal voor Maria geen makkelijke reis geweest zijn. Bijna zou de baby komen, en dan helemaal vanuit het noorden van Israël op reis naar Bethlehem in het zuiden... Maar toch is het nodig dat Jozef en Maria die lange reis maken. De profeten hadden immers voorspeld dat de Messias in Bethlehem geboren zou worden. En omdat Jozef uit de familie van David komt, moet hij precies naar Bethlehem toe. God zorgt ervoor dat Jozef en Maria op het goede moment op de goede plaats terecht komen!
- En als ze dan in Bethlehem gekomen zijn, breekt het moment aan dat de baby geboren wordt. Gods tijd is gekomen. Nu mag het Kind Jezus geboren worden. Nu zijn ze in Bethlehem, nu is het de tijd die God uitgekozen
- heeft!
- Maar er is geen plaats voor de Verlosser. Geen enkele herbergier wil Jozef en Maria meer binnen laten. Daarom
- wordt de Heere Jezus geboren in een klein huisje van arme mensen of in een stal. Vlakbij de beesten, omdat de mensen Hem geen betere plaats geven. Het eerste bedje van de Heere Jezus is een voerbak van de beesten. Niks geen mooie, zachte, warme wieg... Geen mooie babykamer, geen rijkdom, geen luxe, maar een arm huisje, een voerbak.
- Meteen nadat de Heere Jezus geboren is, begint Zijn lijden al. Want daarom is Hij vanuit de hemel naar deze aarde gekomen. Om te lijden en te sterven, vanwege onze zonden. En dit is het eerste stukje lijden dat Hij meemaakt.
- En, is er in jouw leven plaats voor de Heere Jezus? Weet je dat Hij ook in jouw hart wil wonen? Ook wij kunnen
- zeggen: Geen plaats, nee hoor, hier kunt U niet wonen. Maar je mag ook bidden: Heere Jezus, kom in mijn hart, kom hier wonen, maak mijn hart vol met Uzelf.
- Op Gods tijd is de Heere Jezus geboren. Nu mag ook iedereen het weten. De Verlosser, de Messias is gekomen! Nu zal er verlossing en vrede komen. Maar weet je aan wie de Heere die grote boodschap het eerst laat horen? Aan de herders in het veld. Herders werden gezien als onbetrouwbare mensen. En juist aan die verachte herders wilde God het grote nieuws vertellen! De Heere Jezus is gekomen om arme, verloren, zondige mensen te redden. En die herders hebben een boodschap gekregen die ze nog nooit gehoord hadden. Een engel, een boodschapper van God, komt midden in de nacht naar hen toe. Hij vertelt hun het grootste en mooiste nieuws dat er is: de Zaligmaker, de Christus, de Heere, is geboren! Hij ligt in een kribbe, gewonden in doeken, zo kunt u Hem herkennen.
- En dan, prijst en looft een leger vol engelen God, omdat God zo groot is, en zo iets heerlijks gedaan heeft. ‘Eer voor God in de hemel, en vrede voor de mensen op aarde’ zingen de engelen. Door de Messias, de Verlosser, komt er vrede op aarde.
- Als de herders dit grote nieuws gehoord hebben, laten ze de schapen in de steek en gaan ze op zoek naar het Kind. Ze geloven dat het waar is wat de engel heeft gezegd, en ze willen nu met hun eigen ogen het Kind Jezus, de Verlosser zien, en Hem aanbidden.
- En zo komt er ‘kraambezoek’ bij Jozef, Maria en het Kind Jezus. De herders vertellen wat er is gebeurd, en verwonderen zich samen met Jozef en Maria over de grote wonderen van God. Gods tijd is vervuld, God heeft Zijn beloften vervuld. Hij heeft gedaan wat Hij beloofd heeft! De Messias is gekomen, om verloren mensen te redden.
- Na dit bezoek gaan de herders de stad in, en vertellen aan iedereen wat ze hebben gehoord en gezien. De mensen verbazen zich, maar we lezen niet dat zij het Kind Jezus gaan aanbidden. Maar Maria onthoudt alles wat de herders hebben gezegd in haar hart.
Slotzin
De herders hoorden het grote nieuws en zij geloofden het. En jij? Al heel veel keren (misschien) heb je het verhaal van Kerst gehoord. Geloof je het ook? Mag Jezus ook in jouw hart wonen? Dan prijs je de Heere voor het wonder van de geboorte van Jezus. ‘Ere zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen.’
Gesprek
- Heb je in de vertelling nog iets gehoord wat je nog niet wist?
- Noem eens iets dat je heel mooi vindt? En iets moeilijks?
- Begrijp je wat het verhaal over Job te maken heeft met het Bijbelverhaal?
- Hoe kan er in ons hart geen plaats zijn voor de Heere Jezus? Hoe kan Jezus in je hart wonen?
- Hoe kunnen wij God danken voor het wonder van Kerst?
Samenvatting
Keizer Augustus wil weten hoeveel onderdanen hij heeft. Om zich in te laten schrijven, moeten Jozef en Maria naar Bethlehem. Daar wordt Jezus geboren. Er verschijnt een engel aan de herders. Hij vertelt welke grote gebeurtenis plaatsvond. Veel engelen zingen tot eer van God, waarna de herders naar de stal gaan om het Kind te aanbidden. Mensen verwonderen zich, Maria bewaart dit alles in haar hart.
Vragen
- Wie regeert er eigenlijk?
- Wat betekent het dat Maria dit alles in haar hart bewaart?
- Wat betekent het dat de herders gingen 'zien' wat er gebeurd was?
- Welk groot verschil zie je tussen de herders en anderen?
- Wat zou jij doen?