Deze vertelschets gaat over Lukas 2:1-20 en hoort bij les B2.20 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Lukas 2:1-20
Context
De geboorte van de Heere Jezus is aangekondigd. Johannes de Doper is inmiddels geboren en Maria en Zacharias hebben een lofzang op Gods barmhartigheid gezongen. De geschiedenis van vandaag begint met de woorden: ‘En het geschiedde in die dagen…’ Het zijn de dagen waarin Maria zwanger is van de Heere Jezus. De dagen waarin keizer Augustus regeert over het Romeinse rijk.
Kerntekst
Johannes 1:14 En het Woord is vlees geworden, en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als des Eniggeborenen van de Vader), vol van genade en waarheid.
Doelstellingen
• De kinderen leren dat hoezeer de wereld (keizer Augustus) en de duivel het voor het zeggen lijken te hebben, God regeert en almachtig is.
• De kinderen worden er door deze geschiedenis van doordrongen hoe machtig én hoe goed God voor hén is door Zijn Zoon te geven.
Zingen
Psalm 132:7; 145:1,2; 150:1,2,3; Lofzang van Zacharias:1,4,5, Lofzang van Simeon:2
ZB Ik kniel aan Uwe kribbe neer
Zo lief had God de Vader ons
UAM Komt allen tezamen
Eer zij God in onze dagen
In Bethlehems stal
Geloofsleer
• HC zondag 14 De Heere Jezus ontvangen van de Heilige Geest
• HC vraag 29 Jezus de Zaligmaker
• NGB art. 18 Van de menswording van Jezus Christus
Introductie
Harmen heeft altijd de grootste mond. Als hij met zijn vriendjes speelt, vertelt hij precies wat ze moeten doen. Hij wil dat ze allemaal naar hem luisteren. Hij is de baas! Nou, bij zijn vriendjes lukt dat soms wel. Maar als hij thuis is en ook probeert de baas te spelen over zijn broertje en zusjes, krijgt hij van zijn moeder een standje. ‘Jij bent de baas niet!’ Straks vraag ik wat dit te maken heeft met de geschiedenis die ik nu ga vertellen.
Beginzin
‘Maria, Maria, moet je horen! Er is een boodschapper in Nazareth geweest. Een knecht van de keizer!’
Vertelschets
- ‘Keizer Augustus wil dat de namen van álle mensen op lijsten worden geschreven, zodat hij aan iedereen belasting kan vragen. Iedereen die wéét waar zijn voorouders gewoond hebben, moet naar die plaats toe.’ ‘Maar… dat betekent dat we naar Bethlehem moeten?!’ ‘Ja Maria, we moeten op reis!’ Maria is verdrietig. Ze is in verwachting en het is een lange reis naar Bethlehem. ‘Maar’, zegt Jozef, ‘nu wordt het écht waar, wat de profeet Micha al zei: ‘gij, Bethlehem Efratha! Uit u zal Ik voortkomen…’ Je zult toch de moeder worden van de Záligmaker? Hij móet geboren worden in Bethlehem!’
- Wat is de Heere machtig! Keizer Augustus was de máchtigste man op aarde. Een neef van Julius Caesar! Zijn naam betekent: ‘De Verhevene’. Maar die verhevene is alleen maar een instrument in de handen van God, de Koning der koningen!
- Vijf lange dagen zijn Jozef en Maria op reis. Eerst moeten ze helemaal naar het Oosten, de Jordaan over, dan moeten ze nog een heel eind naar het Zuiden. Het landschap wordt steeds bergachtiger en woester.
- ‘Jozef, we zijn vast al in de buurt, of niet?’ ‘Ja Maria, het ergste hebben we gehad. Zie je die witte huisjes in de zon? Daar is Bethlehem!’ In Bethlehem kunnen ze dan éindelijk uitrusten. Slapen en eten, wat zijn Jozef en Maria dáar aan toe. Maar wát een teleurstelling. Ze vragen het óveral, maar nergens is plaats. Alle herbergen (soort hotels) zijn vol. Moeten ze dan op stráat slapen? Nee, gelukkig, ze vinden nog iets. Wat het precies geweest is, weten we niet. Eén ding weten we: er was een krib, een voederbak. Dus het was een stal, een grot, of een eenvoudig woonhuis, waar mens en dier in één kamer sliepen.
- Daar maakt Maria een bedje klaar voor de baby in… de krib die er staat. Iets anders heeft ze niet. En dan, op een dag, wordt de baby geboren. Een heel gewone baby. Maar Hij is de Zoon van God. Maria neemt Hem in haar armen. Ontroerd. ‘Je zult hem noemen: Jezus.’ Ze wikkelt Hem in doeken en legt Hem in Zijn krib.
- Word jij daar nou ook niet een beetje stil van? Sommige mensen vinden het zielig en ontroerend. Maar ze geloven niet dat Hij Góds Zoon is. Maar Hij wás Gods Zoon! Op heel veel plaatsen in de Bijbel kun je het lezen. Niet geboren in een paleis met een mooie wieg, maar heel eenvoudig, Hij lag in een kribbe. Waarom wilde Hij toch zo op aarde komen? Hóór eens! Kíjk eens! Niet ver bij de kribbe vandaan gebeurt nóg een wonder! Midden in de nacht is het licht geworden. Een groepje herders staat er bij te kijken, bang! En in dat licht… een engel! ‘Wees níet bang! Ik vertel jullie iets om blij van te worden! Vandaag is de Zaligmaker geboren, Christus, de Gezalfde, híer, in Bethlehem. Hoe je Hem vinden kunt? Hij is in doeken gewikkeld en Hij ligt in een kribbe. Daarna begint een engelenkoor te zingen, zó mooi! ‘Eer aan God in de hemel, vrede op aarde, in de mensen, een welbehagen.’
- Dáárom kwam Hij! Omdat God deze wereld zó liefhad, gaf Hij Zijn enige Zoon. Om vrede te geven. Vrede met God. Vrede met elkaar.
- Dan gaan die stoere herders op zoek naar een baby in een voerbak. Maar ze gaan! Ze gaan heel snel. Ze geloven wat de engel zei. Ze willen zien wat de engel zei. En jij? Geloof jij óók, dat dit Kind je God is en je Redder?
- De herders kunnen er niet over uit. Ze zetten de lofzang van de engelen voort. Ze vertellen het tegen iedereen die het maar horen wil. Ze loven en prijzen God! En Maria? Ze onthoudt alles, ze bergt het op in haar hart. Stil, verwonderd en blij.
Slotzin
Denk jij ook elke keer weer aan wat er 2000 jaar geleden gebeurde? Zing je dan ook: Ere zij God? Zo blij mag je zijn dat de Zaligmaker geboren werd. Is Hij ook al in jouw hart geboren? Dat is het allermooiste. Dan zeg je: ‘God, want bent U goed. Het liefste wat U had, dat gaf U voor mij!’
Gesprek
Wat heeft het verhaaltje over Harmen te maken met deze geschiedenis?
Hoe blijkt juist uit het gebod van keizer Augustus dat God almachtig is en alles regeert? Waarom moesten Jozef en Maria naar Bethlehem gaan? Wat had een profeet over die plaats gezegd? Wie zorgde er dat het zo gebeurde? Wat gebeurde er in Bethlehem?
Waarom moest de Heere Jezus als een Kind op aarde geboren worden?
Mag jij geloven dat de Heere Jezus ook voor jouw zonden naar de aarde kwam? Wat vind je het mooiste van deze geschiedenis? Waarom?
Samenvatting
De keizer geeft opdracht om zijn hele volk te tellen. Daardoor moeten Jozef en Maria naar Bethlehem reizen: zo zorgt de Heere dat Zijn Zoon daar wordt geboren. In een stal vinden ze een plekje. In de nacht dat Jezus geboren wordt, vertelt een engel aan de herders dat de Messias is gekomen. Een menigte engelen zingt tot Gods eer. De herders haasten zich om het Kind te zoeken en te zien dat de belofte vervuld is.
Vragen
- Waarom moeten Jozef en Maria naar Bethlehem?
- Wie regeert: de keizer of de Heere? Waarom?
- Wat gebeurt er op het veld? Wat doen de herders dan?
- Wat vind jij van de mensen die horen wat de herders vertellen? Wat zou jij doen?