Deze vertelschets gaat over Lukas 2:1-20 en hoort bij les C3.21 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Lukas 2:1-20
Context
Keizer Augustus wil dat iedereen uit zijn rijk ingeschreven wordt, om te weten hoe groot zijn rijk en het vermogen is. Iedereen moet op reis naar de plaats waar zijn familie woont of vandaan komt. Jozef en de zwangere Maria zijn naar Bethlehem gereisd om zich in te laten schrijven. Omdat er geen plaats is in de herberg overnachten ze in een stal of dierenverblijf. Daar wordt de Heere Jezus geboren.
Kerntekst
Lukas 2: 10,11 Ziet, ik verkondig u grote blijdschap, die al den volke wezen zal; namelijk dat u heden geboren is de Zaligmaker, Welke is Christus de Heere, in de stad Davids.
Doelstellingen
- De kinderen zien dat de Heere Zelf de geboorte van Zijn Zoon bekend maakt.
- De kinderen kennen de betekenis van de geboorte van de Heere Jezus (vrede op aarde).
- Ze leren dat de Heere geprezen moet worden (de eer van God in de hemel).
Zingen
- Psalm 72:11; 136:23; LVM:1,3
- UAM - In Bethlehems stal; In de stad van koning David; Hoor, de eng’len zingen d’eer; Van boven daalt een eng’lenschaar; Komt allen tezamen
- UMK - Kom, zing een lied van Bethlehem; Daar daalt een engel; Ere zij God
Geloofsleer
- HC zondag 14 - De geboorte van Christus
- NGB art. 18 - De vleeswording van het Woord
Introductie
Neem een paar geboortekaartjes mee. Laat ze aan de kinderen zien en vraag: Wat is dit? Wie stuurt zo’n kaartje? En wanneer wordt het verstuurd? Wat staat er in? Vertel dat het in de geschiedenis van vandaag ook over een geboortebericht gaat. Maar niet op een kaartje…
Beginzin
Het is midden in de nacht, het is donker. In de huizen en op het veld is het stil. Iedereen slaapt. Of toch niet iedereen?!
Vertelschets
- Het is midden in de nacht, het is donker. In een stal in Bethlehem zijn Jozef en Maria aangekomen. Wat zijn ze blij dat ze eindelijk een plekje gevonden hebben om te slapen. Ze zijn zo lang op reis geweest. Nu zal het niet lang meer duren of de Heere Jezus wordt geboren.
- Het is midden in de nacht, het is donker. Buiten in het veld zijn herders. Ze moeten op de schapen passen. Ze weten niets van wat er in de stal gebeurt. Ze praten met elkaar en letten op de schapen. Maar ineens is er een heel helder licht. Wat is dat? Bang kijken de herders omhoog…
- Bij de herders staat een engel. Een boodschapper van de Heere uit de hemel. Hij zegt: ‘Wees niet bang, want ik kom juist om iets heel fijns te vertellen. Iets waar je heel blij van wordt. Niet alleen jullie zullen er blij van worden, maar nog veel meer mensen. Want de Zaligmaker is geboren!’
- De Heere Jezus is de Zaligmaker, de Zoon van God. Hij is naar de aarde gekomen om het weer goed te maken tussen de Heere God en de mensen. Hij wil alle zonden vergeven en je een hart geven dat van de Heere houdt, zodat je altijd bij Hem mag wonen. Zaligmaker betekent Redder, de Heere Jezus redt.
- ‘Weet je, herders, waar je Hem kunt vinden?’ En dan vertellen de engelen dat de Heere Jezus deze nacht in Bethlehem is geboren. In een stal. De Heere Jezus is wel Koning, maar Hij is niet in een paleis geboren. Daar woont een koning toch?! Maar Jezus, de Zoon van God, is in een stal geboren. Hij is gekomen als een baby, Hij is arm geworden, om mensen te redden.
- Maria had doeken meegenomen en die om het Kindje Jezus heen gewikkeld. Dat doen alle moeders in Israël. Er was geen mooie wieg voor Hem, maar Maria heeft de Zoon van God in een kribbe, een voerbak voor de dieren gelegd.
- Als de engelen dat hebben verteld… o, kijk eens… nog meer engelen! Nog méér engelen komen uit de hemel. Ze zingen: ‘Ere zij God in de hoogste hemelen en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen.’ Ze zingen van God, Die de mensen zalig wil maken. De herders, de mensen in Israël, maar ook ons wil Hij redden. Daar word je blij van en dan kun je meezingen: ‘Ere zij God’. Wat zingen die engelen mooi! De herders luisteren er heel eerbiedig naar.
- Daar gaan de engelen weer. Ze gaan weer terug naar de hemel.
- Het is weer helemaal donker want het is midden in de nacht. De herders zitten nog steeds te waken bij de schapen. Het vuur om warm te blijven en om de wilde dieren af te schrikken, brandt nog. Wat zullen ze nu doen? Doven ze eerst het vuur? Wachten ze tot het dag wordt? Gaan ze andere mensen roepen om op hun schapen te passen? Nee, ze zeggen tegen elkaar: ‘Laten we snel naar Bethlehem gaan om te zien wat de engel net verteld heeft.’
- De herders gaan snel op weg. Ze laten hun schapen alleen, ze willen zó graag het Kindje in de kribbe zien. Door het donker lopen ze vlug over het veld. Weten ze wel waar ze naartoe moeten? Ja, want de engel heeft gezegd dat de Heere Jezus in een stal in Bethlehem geboren is. Dus daar moeten ze naar op zoek.
- Ze komen bij een stal; zou het hier zijn? Zachtjes doen ze de deur open en kijken rond. En ja, daar zijn Jozef en Maria en het Kindje in de kribbe. Ze kijken het eerst en het langst naar het Kind. Wat zijn ze blij! Dit is de Zaligmaker. Hij is gekomen om het goed te maken tussen God en de mensen, om de zonden te vergeven. Ze aanbidden Hem.
- Maria en Jozef zijn heel verbaasd. Hoe weten de herders dat de Heere Jezus geboren is? En hoe kan het dat ze dan midden in de nacht hier komen? De herders vertellen alles aan Maria en Jozef. Wat de engel gezegd heeft en van het mooie zingen van al die engelen.
- De herders gaan weer weg. Gaan ze nu weer stil, zonder iets te zeggen, terug naar de schapen? Nee, als ze mensen tegenkomen, vertellen ze wat er gebeurd is. De mensen zijn heel verbaasd als ze horen wat de herders zeggen en heel veel mensen geloven het niet. Ze luisteren niet echt naar wat de herders vertellen. De Zaligmaker Die zonden wil vergeven? Nee hoor, ze gaan gauw weer aan het werk.
- Veel mensen dachten dat ze de Heere Jezus niet nodig hadden om hun zonden te vergeven. Ze waren er niet verdrietig over dat ze verkeerde dingen deden. Daarom waren ze ook niet blij dat Hij geboren was. Ze dachten dat Hij een gewoon Kindje was. Maar Hij wil juist zo graag alle zonden vergeven. Ook de jouwe! De Heere wil ook jouw Redder zijn!
Slotzin
De herders zijn helemaal vol van wat ze meegemaakt hebben. Ook als ze terug zijn bij de kudde blijven ze praten over dit wonder en ze danken God en prijzen Hem.
Gesprek
Laat het geboortekaartje weer zien; hoe kregen de herders te horen dat de Heere Jezus geboren was? Waarom ging dat op zo’n bijzondere manier?
Wat zongen de engelen? Wat wilden de herders gaan doen? Wie zorgde er voor de schapen toen de herders weg waren?
Wie heeft er voor gezorgd dat de mensen wisten dat de Heere Jezus geboren was? Hoe? Waarom werd de Heere Jezus geboren? Wat zijn zonden?
Samenvatting
De keizer geeft opdracht om zijn hele volk te tellen. Jozef en Maria moeten naar Bethlehem reizen: zo zorgt de Heere dat Zijn Zoon in de plaats waarvan geprofeteerd is, wordt geboren. In een stal vinden ze een plekje. In de nacht dat de Heere Jezus geboren wordt, zijn er op het veld herders. Zij moeten ’s nachts ook voor de schapen zorgen. Ineens is het licht en is er een engel bij hen. Als de herders schrikken, zegt hij dat ze niet bang hoeven te zijn, want hij komt juist om hun een hele blijde boodschap te brengen: de Heere Jezus is geboren! Meteen zijn er heel veel engelen, die met elkaar een lied zingen: Ere zij God! Als de engelen terug gaan naar de hemel en het weer donker wordt, willen de herders naar Bethlehem gaan. Ze willen zien wat er gebeurd is. Zij komen in de stal en later vertellen zij overal wat er gebeurd is in die nacht. De herders zijn zo blij; ze loven de Heere.
Vragen
- Waarom moeten Jozef en Maria naar Bethlehem?
- Waarom zijn de herders 's nachts op het veld?
- Wat gebeurt er plotseling?
- Wat vertelt de engel?
- Wat zingen de engelen?
- Wat doen de herders als de engelen terug gaan naar de hemel?